Het portret van Vergilius

Vergilius (Vaticaanse Musea, Rome)

Het is vandaag 2040 jaar geleden dat in Brindisi, bij de haven aan het einde van de Via Appia, de Romeinse dichter Vergilius zijn laatste adem uitblies. Een Brindisijnse wees me ooit het huis aan waar het zou zijn gebeurd en het leek me niet tactvol mijn twijfel uit te spreken. Een gedicht van Gabriele d’Annunzio ontsiert de gevel.

Leven

Publius Vergilius Maro, zelf, u ziet hem hierboven. Hij is in 70 v.Chr. geboren in Mantua, kwam uit een goede familie die een goede opleiding kon betalen, en verloor zijn Mantuese bezittingen toen Octavianus die confisqueerde. Na de slag bij Filippoi (42 v.Chr.) was het namelijk zijn taak om alle veteranen uit de Derde Burgeroorlog een boerderij te geven in Italië. Hij wees simpelweg enkele steden aan waarvan de bewoners maar moesten vertrekken. Vergilius schreef in deze jaren de Eclogae en daarna de Georgica, raakte zo bekend bij de hovelingen rond Octavianus en kreeg uiteindelijk compensatie voor de inbeslaggenomen landerijen. Evengoed bezat hij een huis in de omgeving van Napels.

Tot zijn dood werkte hij aan de Aeneïs, dat het nationale gedicht van Rome zou worden. De eerste helft gaat over Aeneas’ zwerftocht en echoot de Odyssee, terwijl de tweede helft gaat over de wijze waarop de bootvluchtelingen zich een plek bevochten onder de Italiaanse zon. Dat echoot dus de Ilias. In feite gaat het gedicht over keizer Augustus, wiens optreden op allerlei manieren wordt voorspeld in de Aeneïs. Het wringt altijd een beetje dat Vergilius de loftrompet stak van een tiran.

Vergilius was ook zelf ontevreden, brak zijn werkzaamheden af en ging op reis. In Griekenland hoopte hij inspiratie op te doen, maar hij kwam dus niet verder dan Brindisi. Hoewel hij erop stond dat zijn nabestaanden de Aeneïs niet zouden publiceren, is dat toch gebeurd.

Vergilius als bustes

Behalve zijn gedichten is ook zijn portret over. Al mogen we betwijfelen of het klopt. Een vierde-eeuwse auteur, Donatus, beschrijft Vergilius als lang van gestalte, met een donkere huid en met een ietwat boers uiterlijk. Er is weleens aangenomen dat de vermelding van een man die zijn toga niet goed weet te plooien en zijn schoenen slecht strikt, te vinden in een gedicht van Horatius, verwijst naar Vergilius, maar voor dat vermoeden is verder geen bewijs.

Vergilius (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

Portretbustes van Vergilius waren opvallend populair. In musea staan verschillende koppen waarvan kunsthistorici zeggen dat ze de dichter voorstellen. Ik weet niet waarop ze dit baseren. Zulke bustes staan ook vermeld in onze bronnen. Keizer Caligula dreigde ze te laten verwijderen, de dichter Silius Italicus vond zijn Vergiliusbuste de mooiste uit zijn collectie, Juvenalis vermeldt een portret dat zwart is van de olielampenroet, Martialis noemt een boekje met op het omslag het portret van de grote Publius Vergilius Maro:

Vergilius op perkament

Dit perkament is maar bescheiden
maar omvat de hele Maro,
echt gigantisch… Zijn portret
staat op het eerste blad. (Epigram 14.186; vert. Vincent Hunink)

De Historia Augusta weet dat keizer Severus Alexander een buste van Vergilius had staan in zijn privékapel. Daar stonden ook Apollonios van Tyana, Christus, Abraham en Orfeus. Dat Vergilius onder de halfgoden was opgenomen, is minder vreemd dan het lijkt, want men benutte zijn gedichten als orakel.

Vergilius als mozaïek

Een heel andere categorie portret is het mozaïek uit Sousse, het antieke Hadrumetum, in een huis dat de opgravers, heel origineel, het Huis van Vergilius noemden. Het hangt tegenwoordig in een speciaal aan dit kunstwerk gewijd vertrek in het Bardo-museum in Tunis. Op dit portret, waarover ik al eerder blogde, zien we de dichter, een boekrol op schoot met daarop leesbaar een regel uit de Aeneïs:

Musa, mihi causas memora, quo numine laeso…

Muze, herinner me aan de oorzaken, door welke gekwetste godheid…

Links van de dichter (vanuit de kijker bezien) zien we de muze Kleio, rechts Melpomene. Onder eerstgenoemde ressorteerde de geschiedschrijving, onder de tweede de tragedie.

Vergilius (Bardo-museum, Tunis)

Of geschiedenis iets met tragedie heeft te doen, daarover valt een boom op te zetten. Ik zou de muze Kalliope hebben verwacht, de beschermvrouwe van het heldendicht. En of het portret lijkt, dat is vanzelfsprekend maar de vraag. Ik ontwaar in elk geval geen boerse trekken en de huid is ook niet donkerder dan we gewend zijn op een Romeins mozaïek. Maar een dichter tussen twee muzen, dat raakt uiteindelijk toch wel de essentie.

Deel dit:

9 gedachtes over “Het portret van Vergilius

  1. Saskia Sluiter

    Let even op het rijk geornamenteerde kleed van Melpomene. Handgeweven met franje aan de onderkant. En dan die laarsjes… Wat mooi!

  2. “Het wringt altijd een beetje dat Vergilius de loftrompet stak van een tiran.”
    Tsja. Waarom eigenlijk?

    Was Augustus nu in zijn tijd méér een tiran dan zijn voorgangers? Het gaat er natuurlijk om hoe Vergilius en zijn tijdgenoten hem zagen en niet om one moderne bril als je dit soort uitspraken doet.
    En, Vergilius stak dan wel de loftrompet, maar hij wilde het uiteindelijk niet publiceren. Dus waarom wringt het dan?

    1. Ik weet het, in opdracht van nare regimes is ook goede kunst gemaakt. Ik zou de Sixtijnse Kapel niet graag opgeven, met al die mooie wandfresco’s van Botticelli. Perugino en Ghirlandaio. Er is later nog een plafondschildering aan toegevoegd die ook charmant is.

      Dus ja, ook een naar regime kan tot mooie kunst inspireren. Maar in het geval van Vergilius’ Aeneïs, nee. Het is gewoon een slecht gedicht, met die voortdurende vooruitwijzingen naar Augustus. Je kunt geen geschiedenisles geven in de toekomende tijd, zoals Auden al opmerkte.

      Behind your verse so masterfully made
      We hear the weeping of a Muse betrayed.

      https://timoisyndouloisin.tumblr.com/post/103456264066/no-virgil-no-not-even-the-first-of-the-romans

Reacties zijn gesloten.