“Briljante” nieuwe inzichten

“Ja natuurlijk, maar Schliemann was ook geen archeoloog”: ik weet niet meer hoe vaak ik dat zinnetje heb gelezen. Of iets dat erop lijkt. En steeds dezelfde context: iemand denkt een briljant inzicht te hebben, mailt me, wil dat ik er aandacht aan besteed en is verbolgen als ik uitleg dat ik er onvoldoende van verwacht om er mijn (en uw) schaarse tijd aan te besteden. Dat is geen kwaaie wil mijnerzijds, en ongetwijfeld wil ook u álles lezen, maar iedereen heeft meer te doen dan alles lezen. En we mogen sceptisch zijn over claims dat Dorestad eigenlijk Doornik is, dat de Feniciërs in Brazilië zijn geweest, dat Varus ten onder is gegaan bij Oberhausen en dat de kerstster valt te identificeren met deze of gene komeet. Allemaal heel boeiend. De beste verhalen zijn de verhalen die niemand anders vertelt. Maar dat maakt ze niet per se waar.

Opleiding en vakliteratuur

Elke gedachte valt te overwegen, zeker, maar op voorhand zijn sommige gedachten plausibeler dan andere. Bijvoorbeeld als degene die een nieuw idee oppert, ervoor heeft doorgeleerd. Een oudheidkundige opleiding is geen noodzakelijke voorwaarde om kwaliteit te leveren, maar helpt wel. Ook is de kans dat iemand een goed nieuw idee heeft, groter als zo iemand de vakliteratuur kent. En dan bedoel ik niet alleen Engelstalige publicaties, maar ook artikelen en boeken in het Duits en Frans. Als het gaat over de historische achtergrond van de Trojaanse Oorlog, wil ik verwijzingen zien naar publicaties over Wiluša.

En ja, natuurlijk, het is weleens voorgekomen dat een buitenstaander als eerste goede ideeën had. Maar vrijwel altijd waren dat mensen die aansluiting zochten bij de gevestigde wetenschap. Zoals Schliemann deed. Die – het is waar – inderdaad niet is begonnen als archeoloog, maar zich wel snel ontwikkelde. Hij begreep hoe belangrijk aardewerk was, hoe een zinvolle vraagstelling eruit zag en hoe noodzakelijk toetsbaarheid was. Hij is dus geen voorbeeld om te tonen dat ook buitenstaanders de wetenschap vooruit brengen.

Waar het verkeerd gaat

Wat me opvalt aan buitenstaanders die aandacht vragen voor hun nieuwe ideeën, is hun gebrek aan zelfkritiek. Na hun inval reageren ze op redelijke tegenwerpingen door aanvullende hypothesen te introduceren, waardoor de specifieke omstandigheden worden gecreëerd waaronder hun idee wél juist kan zijn.

Een voorbeeld. Het taalkundig bewijs is sterk dat de rivier de Samber niet de Sabis kan zijn waar Caesar de Nerviërs versloeg. De Samber heette in de Romeinse tijd immers Sambra en Gallische namen gaan doorgaans naadloos over naar de Romeinse tijd. Sommige mensen willen echter dolgraag dat Caesar aan de Samber stond en opperen daarom dat de oude naam Sabis eerst vergeten is geraakt en dat mensen vervolgens een nieuwe naam Sambra hebben bedacht. Je verdedigt dan een geliefde hypothese door een hulphypothese te bedenken, die alleen toepasbaar is op dit ene, specifieke geval.

In het verlengde hiervan ligt een tweede veelgemaakte fout: het negeren van wat aannemelijk is. Sommige zaken zijn in de Oudheid gedocumenteerd en andere niet.  De ene groep is aannemelijker dan de andere. Menig ongebruikelijk nieuw idee introduceert echter ongedocumenteerde zaken. Ik blogde onlangs over een grootschalige zeeoorlog op de Atlantische Oceaan die de achtergrond van de Trojaanse Oorlog zou zijn. Zo’n idee wordt aannemelijker als je aanwijzingen kunt noemen dat zulke grootschalige zeeoorlogen hebben bestaan.

Hardnekkigheid

Wat me ook opvalt in discussies met mensen die een nieuw idee hebben, is hun hardnekkigheid. Dat is niet per se een slechte eigenschap. Ze halen namelijk alles erbij dat in hun straatje te pas komt. Zeg wat je wil, maar Erich von Däniken wierp zijn netten tenminste wijd en dat kun je lang niet altijd zeggen van de “erkende” wetenschap. Die is immers specialistisch. Dat specialisme biedt ook voordelen, en om die reden denk ik dat het goed is als mensen met nieuwe ideeën er aansluiting bij zoeken, maar dat wil niet zeggen dat de gevestigde wetenschap foutenvrij is.

Het probleem met de hardnekkigheid is dat je, eenmaal in discussie met iemand met een nieuw idee, er niet meer vanaf komt. Je moet de meest elementaire dingen uitleggen. Mark Twain heeft ooit opgemerkt dat je met incompetente mensen niet in discussie moet treden omdat ze je neerwaarts zuigen naar hun niveau, waar ze je op ervaring verslaan. Daar zit wat in.

Die hardnekkigheid kan overgaan in onbeschoftheid. Je staat iemand te woord, concludeert op een bepaald moment dat je uitleg geen doel meer dient, en beëindigt het gesprek. Vervolgens geldt jij als boosaardig – terwijl je moeite hebt gedaan. Ik heb zelf echt nare ervaringen met Iraanse nationalisten en Jezusmythicisten. Al jaren. De oudheidkunde is wat dat betreft de kanarie in de kolenmijn. Wie tijdens de coronacrisis verbaasd was over bedreigingen aan wetenschapsjournalisten en onderzoekers, heeft de afgelopen jaren onder een steen geleefd.

Wat ik, tot slot, ook wil zeggen: veel van die buitenstaanders ontbreekt het niet aan goede wil en enthousiasme. Als er een adequate informatie-infrastructuur zou zijn, waar ze oudheidkundige methoden en ideeën zouden kunnen leren, zou hun energie en enthousiasme aan te wenden zijn vóór de wetenschap. Maar methoden en ideeën, daarover hoort het publiek weinig. Terwijl het de crux is. De belangrijkste verhalen zijn helaas verhalen die niemand vertelt.

Deel dit:

20 gedachtes over ““Briljante” nieuwe inzichten

  1. FrankB

    Ik bewonder je optimisme, maar kan die niet delen. Zulke figuren willen erg graag de nieuwste Schliemann of Galilei zijn en kennen maar twee mogelijke uitkomsten:

    je erkent hun genie en vervult aldus hun wens;
    je verkiest tot de achterhaalde elite te behoren en bent aldus een obstakel dat hun hoge vlucht wilt verhinderen.

    Wat deze figuren nooit doen is wat Schliemann en Galilei wel deden – een hoop moeite steken in empirisch onderzoek om hun briljante idee te ondersteunen. Dan moeten ze hun comfortabele leunstoel uitkomen. Het enige “onderzoek” dat ze doen is internet afstruinen naar websites die hun briljante idee lijken te bevestigen.

    Met mijn simpele geest verkies ik onderwerpen te volgen waar de deskundigen zelf het niet over eens zijn. Dan mag ik lekker meedoen met speculeren (ik heb het meestal fout). En ik hoef er ook mijn leunstoel niet voor uit te komen.

  2. Bert van der Spek

    Tja, sommige van deze buitenstaanders hebben wel doorgeleerd maar niet in de geschiedenis of oudheidwetenschappen. En komen dan ook met apekool. Bv. antropoloog Van Schaik (de Bijbel is geschreven om de vrouw te onderdrukken, een onderdrukking die volgens hemzelf 10.000 jaar eerder begon dan de Bijbel geschreven is), taalkundige Carotta (Jezus Christus = Julius Caesar). Mensen die doorgeleerd hebben, als Cliteur en Thomas von der Dunk trapten met open ogen in deze onzin. Meer hierover hier: https://www.academia.edu/30086951/Kwakgeschiedenis_Quack_history_on_history_books_written_by_charlatans_
    En als je probeert te weerleggen kun je inderdaad stront over je heen krijgen. Ik werd ooit eens benaderd door een Koerd die beweerde dat alle talen uit de oudheid, zoals Hebreeuws, Akkadisch en Grieks, uit het Koeridisch kwamen. Hoewel ik in heel vriendelijke toon uitlegde dat dit niet erg waarschijnlijk is, werd ik uitgemaakt voor “nazi”.

    1. Paul Cliteur is onlangs beschuldigd van antisemitisme. Daar valt wel wat voor te zeggen, want hij is Jezusmythicist, en mythicisme is een vorm van “liever geen Jezus dan een joodse Jezus”. Het tekent de Universiteit Leiden dat ze, toen ze de beschuldigingen onderzocht, ’s mans mythicisme niet onderzocht.

      De dingen niet onderzoeken die kunnen leiden tot ongewilde conclusies, ook dat is pseudowetenschap. Het Leidse universiteitsbestuur draait er de hand niet voor om.

      1. FrankB

        Dat is triest. Toen een wetenschapsfilosoof aan de Universiteit van Wageningen creationisme als een serieuze optie voorstelde werd hij terecht gefileerd. Dat had met Cliteur ook moeten gebeuren.

        1. Frank doel je hier op Henk Jochemsen, de bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie die een bijbaantje als adviseur van de creationistische stichting De Oude Wereld bleek te hebben?

          Dat was geen wetenschapsfilosoof hoor. Hij was gepromoveerd moleculair bioloog en heeft geen enkele graad in de filosofie.

          Bovendien werd hij niet gefileerd. Nadat de aandacht op Jochemsen bijbaantje gevestigd was, meldde de PR afdeling voorlichter van de universiteit in eerste instantie dat “de universiteit” zich “tamelijk ongemakkelijk” voelde over het bijbaantje van de hoogleraar en de zaak zou onderzoeken. Een dag later liet “de universiteit” na een gesprekje met Jochemsen weten “geen problemen” te hebben met diens activiteiten voor De Oude Wereld.

          Zie ook Jona’s blog <href=”https://mainzerbeobachter.com/2014/03/13/dubbele-standaard/”>Dubbele standaard en de commentaren daaronder.

          1. Robbert

            Henk Jochemsen? Ik keek even op Wiki…boeiende activiteiten!
            Maar wat doet een bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Universiteit van Wageningen?

            1. Voor zover ik weet heeft de Stichting Christelijke Filosofie op alle Nederlandse Universiteiten een hoogleraar Christelijk Filosofie aangesteld. Ik vermoed dat deze hoogleraren zich vooral richten op (filosofische en vakinhoudelijke) vragen betreffende de relatie tussen levensovertuiging en wetenschap vanuit “Christelijk” (lees: reformatorisch of evangelisch) perspectief..

          2. FrankB

            Dank voor uw correctie. Maar ik meen mij toch echt te herinneren dat de Wageningse evolutiebiologen zich stevig tegen Jochemsen hebben uitgesproken.

          3. Frank, misschien verwar je deze kwestie met een andere controverse?

            In december 2012 promoveerde de zelfverklaarde evolutiebioloog en filosoof Joris van Rossum aan de Faculteit Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit op een proefschrift waarin hij “betoogt” dat “de theorie van natuurlijke selectie” het ontstaan van seksuele voortplanting niet kan verklaren. Zijn promotoren waren twee welbekende aanhangers van Intelligent Design: de hoogleraren René van Woudenberg (kentheorie en ontologie) en Ronald Meester (waarschijnlijkheidsleer). In de commissie die het proefschrift beoordeelde zaten geen evolutiebiologen en uitsluitend leden van binnen de VU,

            Een viertal evolutiebiologen, drie uit Wageningen (alle wereldwijd erkende autoriteiten in het onderzoek naar evolutie van seks) en één uit Utrecht, uitten hun bezorgdheid over de inhoud van het proefschrift en de gang van zaken rond het promotieproces in een brief aan de rector-magnificus van de VU. De inhoudelijke bezwaren betroffen proefschrift betroffen onder meer het selectief gebruik van (vaak onbegrepen) verouderde en te populair-wetenschappelijke literatuur en onbegrip, verwarring en fundamentele misverstanden betreffende de evolutietheorie en de problemen m.b.t. de evolutie van sex. De bezwaren met betrekking tot het promotieproces: de promotoren zijn niet gekwalificeerd voor de begeleiding van een proefschrift over dit onderwerp. Het proefschrift is bovendien zo slecht geschreven dat ze het, als ze het gelezen hadden, afgekeurd zouden hebben, dus waarschijnlijk hebben ze het niet eens gelezen.

            De rector reageerde natuurlijk niet op de inhoud van het proefschrift, maar onderschreef de procedurele bezwaren van het viertal evolutiebiologen. De promotoren werden op het matje geroepen en het promotiereglement werd aangepast om een vergelijkbare gang van zaken in de toekomst te voorkomen.

            Hoewel Van Rossum zich filosoof noemt, heeft hij net zomin als Jochemsen, filosofie gestudeerd. Zijn filosofische tekortkomingen zouden volgens deze blogbijdrage van filosofiestudenten al in hun bachelorsscriptie niet meer geaccepteerd worden.

            In hoeverre Van Rossum bioloog is, is onduidelijk gebleven. In het voorwoord van zijn proefschrift staat dat hij terwijl hij rechten studeerde in evolutie geïnteresseerd raakte en hij daarom biologie ging studeren. Hij heeft echter nooit uitsluitsel gegeven met betrekking tot de vraag waar, wanneer en bij wie die studie plaatsvond. Gezien de fundamentele misvattingen die hij met betrekking tot bijvoorbeeld natuurlijke selectie etaleert kan ik mij niet voorstellen dat hij een mastersdiploma evolutiebiologie verworven heeft.

            1. Sorry, ik heb vrees ik zitten knoeien met de links in mijn vorige commentaar

              Deze zouden moeten werken:

              andere controverse
              een proefschrift
              volgens deze blogbijdrage

              Bovendien zie ik nu dat er enige zinnen ontbreken en/of verhaspelt zijn. Kennelijk heb ik per ongeluk een versie die nog niet klaar was verstuurd inplaats van de verbeterde.

              Het belangrijkste dat ontbreekt zijn de aanmerkingen van het viertal evolutiebiologen m.b.t. de samenstelling van de commissie: er had een evolutiebioloog in gemoeten en iemand van de VU.

              1. O nee hè. Opnieuw werken de links niet. Terwijl ze in de kladversie wel werken. Gaat er iets mis tijdens het kopiëren? Zit er een foutje in dat in de browser van m’n schrijf programma automatisch gecorrigeerd wordt en in Safari iet?

                Anyway, laatste poging

                Joris van Rossum promoveert aan de VU op weerlegging van de Darwinistische verklaring van het ontstaan van sexuele voortplanting
                Het proefschrift van Van Rossum.
                Volgens de wetenschapsfilosoof die deze blogbijdrage schreef, zouden de argumentatieve tekorten van het proefschrift in een bachelorscriptie voor filosofie al niet meer getolereerd worden.

                Met excuses !

    2. FrankB

      Geweldige column, BertvdS. Het valt me voor de zoveelste keer op dat steeds dezelfde mechanismen aan het werk zijn. Creationisten en “klimaatsceptici” doen precies hetzelfde. Dat biedt ook hoop. Jullie kunnen van biologen afkijken wat doen. Neem eens een kijkje op bv. de website Panda’s Thumb.
      Het is alvast een goede zaak dat u geschiedkunde een wetenschap noemt. Tim O’Neill, een historicus die op History for Atheists goed werk doet, wil dat eigenaardig genoeg niet aannemen.
      Bedenk steeds weer dat het er om gaat een antiwetenschappelijke manier van denken te bestrijden. U vecht voor een grotere zaak dan oudheidkunde alleen.

  3. Ton Spamer

    In mijn vroegere woonplaats Deurne houdt men stevig vast aan de theorie, dat de Bakelse edelman Herelaef in 721 goederen schonk aan de H. Willibrord, die ze zou hebben geschonken aan zijn abdij in Echternach. Het aanbieden van de schenkingstekst uit het Liber Aureus Epternacencensis, met gewaarmerkte fotocopie van de Landesbibliothek in Gotha – waaruit blijkt dat hij die goederen aan de door hem zelf gebouwde kerk in Bakel schonk- heeft de Deurnese bestuurderen van de Willibrorduskerk niet kunnen vermurwen. Ook de schenking van Bakel en Vlierden door Herelaef zelf, te vinden in het abdijarchief in Echternach, wordt genegeerd. Men houdt vast het boek van de heemkundige H. Ouwerling, waarvan de tekst in 1884 gereed kwam. En dus vertelde men mij daar onlangs dat -als ik iets over Deurne wilde beweren- ik eerst maar eens het boek van Ouwerling moest lezen. Geborneerdheid, die kennis afwijst. Klein leed, maar een afschaduwing van het grote onheil.

  4. Ben Spaans

    Is hier een concrete aanleiding voor? Het is niet helemaal duidelijk waar het over gaat (ja, er worden weer wat oude punten aangestipt, dat zie ik.)

  5. Tommy

    Een mycoloog, Merlin Sheldrake van wie ik onlangs een boek las -een echte aanrader trouwens – “Entangled Lives” schreef in dit boek dat de mycologie bestaat deels bij de gratie van amateurs, omdat de “professionelen” alleen niet bij machte zijn zoveel observaties te doen; dit komt ook deels door heel goede websites met duizenden foto’s en biologen/mycologen die explicitatie voorzien of verwijzen naar vakliteratuur en regelmatige ontmoetingen tussen beide groepen maar daar komen we weer uit met je terechte opmerking dat de vakliteratuur in open domein decennia oud is en dat ze dus soms ook als het ware fouten ‘heruitvinden’ die er door de wetenschappelijke consensus al ettelijke tijden gefalsifieerd is… Verder herken ik ook veel “symptomen” en mechanismen van complottisten en pseudowetenschappers in je relaas over Jezusmythicisten

    1. Ben Spaans

      Merlin Sheldrake, dat moet…zou het…en inderdaad, het is de zoon van Rupert Sheldrake, ’the odd one out’ onder de geleerden in het legendarische VPRO-programma Een Schitterend Ongeluk van Wim Kayzer (met dat ooglapje).
      De ‘Morpho-genetische velden’ waarvoor hij bij de overige deelnemende geleerden niet de handen op elkaar kreeg, nog een opmerking over een mogelijke bewustzijn bij de zon. In het slotdebat werd het wat sneu ‘Rupert, are you still there, you say so little.’
      Hopen dat de zoon meer met beide benen op de grond staat. https://en.m.wikipedia.org/wiki/Entangled_Life

      En is er nou een concrete aanleiding voor dit stukje?

  6. Fried Deelen

    Nav nov 3, 2022 om 2:14 pm
    Cliteur werd een jaar of drie geleden beschuldigd van antisemitisme, in de nasleep van een stevige rel om Thierry Baudet van wie hij leraar en partijgenoot is. De antisemitisme-aanklacht tegen Baudet was het einde van de hoge vlucht van diens partij.
    Maar dat wil nog niet zeggen de beschuldiging dat Cliteur antisemitisch zou zijn enige schijn van waarschijnlijkheid heeft. Het Jezusmythicisme is bij allerlei verdwaalden te vinden.
    In het geval van Cliteur lijkt het me meer met zijn militante, blinde atheïsme te maken te hebben dan met enig antisemitisme. Vgl Dawkins. Zolang ze het over hun vakgebied hebben (rechten resp. biologie) zijn ze onweerstaanbaar goed. Maar zo gauw ze het met ‘briljante nieuwe inzichten’ over religie komen zoals onvermijdelijk zal gebeuren, zijn ze de weg van alle beginselen van de normale wetenschappelijke discussie helemaal kwijt. Dat is dan iets dat ik nooit heb kunnen begrijpen.

Reacties zijn gesloten.