Kajafas

Derde-eeuwse schildering van een joodse hogepriester (Aäron) bij de tempel. Deze wandschildering komt uit de synagoge van Dura Europos.

Vandaag een stukje over een van de bekendste personages uit het Nieuwe Testament: de joodse hogepriester Kajafas. In functie van 18 tot 37 na Chr. De man die Jezus verhoorde en uitleverde aan de Romeinse gouverneur Pilatus. Kajafas’ naam is bijna spreekwoordelijk voor een corrupte bestuurder. Desondanks weten we – het is immers oudheidkunde, de wetenschap van de dataschaarste – frustrerend weinig.

Eerst maar even de naam. Kajafas is de Griekse weergave van het Aramese Qayyapâ. Dat was een tweede naam. Zijn voornaam was Jozef.

Sadducee?

Over zijn afkomst is niets bekend, maar hij zal hebben behoord bij een rijke familie, want hij trouwde met een dochter van de hogepriester die in onze bronnen nu eens Annas, dan weer Ananos en ook wel Chanan wordt genoemd. Die was in functie van 6 tot 15 en bleef ook daarna invloedrijk. Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus waren vijf van zijn zoons hogepriester; we kunnen daar dus zijn schoonzoon Jozef Kajafas aan toevoegen.

Vaak wordt gezegd dat Annas en Kajafas behoorden tot de stroming der sadduceeën. Even vaak wordt beweerd dat sadduceeën rijke, pro-Romeinse joden waren. We hebben weinig bewijs voor sadducese opvatingen. Onomstreden sadducese teksten hebben we niet. Het bewijs voor hun opvattingen is dus zwak. Flavius Josephus identificeert zegge en schrijve één hogepriester als sadducee, en dat is een van Annas’ zonen, hogepriester Ananos II. Om de hele familie dan maar tot die stroming te rekenen is te kort door de bocht. De claim dat sadduceeën pro-Romeins waren, wordt gelogenstraft door het simpele feit dat Ananos II vanaf 66 na Chr. aan het hoofd stond van het anti-Romeinse verzet.

Hogepriester

We weten dus niets over Kajafas’ overtuigingen, maar hij moet tot de elite hebben behoord. Het is mogelijk dat hij lid was van een door de Romeinse geschiedschrijver Tacitus vermeld gezantschap dat in 17 in Rome de belastingen kwam bespreken (Annalen 2.42.5), maar bewezen is het niet.

Wat wel vaststaat is dat de Romeinse gouverneur Valerius Gratus in het volgende jaar Kajafas aanwees als hogepriester in Jeruzalem. De twee mannen moeten een uitstekende werkrelatie hebben gehad, want Kajafas bleef uitzonderlijk lang in functie. Gratus’ opvolger Pontius Pilatus handhaafde hem in die functie.

Voorzitter van de raad

Als hogepriester was Kajafas voorzitter van het raadscollege dat bekendstaat als Sanhedrin. Welke bevoegdheden dat orgaan in deze tijd had, is niet bekend, maar het is niet ondenkbaar dat een bestuurder als Kajafas in een raadsorgaan heeft gesproken over een messiaanse pretendent als Jezus, zoals de evangelist Johannes vermeldt (Johannes 11.45-53). Het staat vast dat het Sanhedrin vergaderde in een magnifieke, in het jaar 30 na Chr. voltooide basiliek op de plaats waar nu de Al-Aqsa-moskee verrijst.

Het nachtelijk verhoor van Jezus van Nazaret lijkt niet daar maar in Kajafas’ huis of ambtswoning te hebben plaatsgevonden. Tijdens de hoorzitting beschuldigde Kajafas Jezus van godslastering, al weten we weer eens niet precies wat er godslasterlijk was aan Jezus’ zelfidentificatie als de Mensenzoon die het Laatste Oordeel zou vellen. Later die nacht stuurde de hogepriester de man uit Nazaret naar de Romeinse autoriteiten (Marcus 14.53-64). Pilatus bevond hem schuldig aan hoogverraad en executeerde Jezus als koning der Joden.

De Handelingen van de apostelen vermelden Kajafas nog eenmaal tijdens een verhoor van Petrus en Johannes (Handelingen 4).

Aftreden

In 36/37 raakte Pilatus in opspraak. Josephus zegt dat het kwam door excessief hard optreden tegen een groep bewapende messiaanse samaritanen, maar het is moeilijk te zien wat Pilatus verkeerd deed. Hoe dat ook zij, hij werd vervangen en op datzelfde moment maakte Kajafas plaats voor een andere hogepriester: opnieuw een familielid van Annas.

Blijkbaar hadden de Romeinse autoriteiten geoordeeld dat Judaea andere leiders nodig had. De snelle opvolging van bestuurders na de verdwijning van Pilatus (tien jaar in functie) en Kajafas (twintig jaar in functie) lijkt echter een reden te zijn geweest voor de destabilisering van de provincie in de jaren vijftig en zestig. Tijdens de jaren van Kajafas was het gebied rustig geweest.

Het knekelkistje van Kajafas is in 1990 gevonden en nu te zien in het Israel Museum. Het gebeente van de hogepriester is herbegraven op de Olijfberg.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Kajafas

Reacties zijn gesloten.