
Austen Henry Layard vertrok in augustus 1849 vanuit (toen nog) Constantinopel om opnieuw opgravingen te doen in Nineveh en Nimrud. Zijn verslag van deze periode is vastgelegd in Discoveries among the ruins of Nineveh and Babylon (1853) en vormt een fascinerende aaneenschakeling van beschrijvingen van zijn ontdekkingen, waaronder de beroemde Assyrische reliëfs waarvan hij sommige zelfs nog in kleur heeft gezien en de lamassu’s (een woord wat door Layard overigens niet wordt gebruikt; hij spreekt over het algemeen van “winged bulls”) alsmede van zijn ontmoetingen met de lokale stammen. Ook verhaalt Layard uitgebreid en enthousiast over de inborst en gebruiken van de bedoeïenen.
Broederschap
Een opmerkelijk voorbeeld van wat Layard zoals vertelt, vormt het bestaan van een “rediff”, een persoon uit een, bij voorkeur, vijandige stam met wie een strijder een broederschap vormt. Deze broederschap over en weer vormt een bescherming als beide stammen in oorlog raken. De strijder wordt dan, ondanks de oorlog, beschermd door de familie van de rediff en andersom, familie en vrienden van de rediff zijn beschermd tegen geweld bij de familie van de krijger. Een hele praktische maatregel om eventuele onderhandelingen te vergemakkelijken en geweld te voorkomen. De krijger en zijn rediff zijn onafscheidelijk, en de plaats van de rediff tijdens het reizen is op de achterhand van de dromedaris waar hij zich met hoog opgetrokken benen vastklemt aan het zadel. Wellicht dankt de rediff zijn naam aan deze plek: het Arabische woord radif betekent onder meer “bil”.
Lees verder “Geliefd boek: The ruins of Nineveh and Babylon”