Een nieuwe donderdag, een nieuw stukje over Een kennismaking met de oude wereld, het handboek van De Blois en Van der Spek dat ik de afgelopen maanden heb becommentarieerd. We zijn inmiddels aanbeland bij de transitie van Oudheid naar Middeleeuwen, en omdat ik momenteel ben in Tunesië, moeten we het maar eens hebben over de Vandalen.
Germaanse en Iberische Vandalen
Het in deze reeks al besproken landkaartje in het handboek suggereert dat de Vandalen vanuit Polen deels naar het zuiden trokken en deels naar het westen. Onze bronnen vermelden bij de groepen die in de vroege vijfde eeuw de Rijn overstaken, inderdaad Vandalen, samen met de Alanen. Ze trokken dwars door Gallië en bereikten [V]Andalusië, waar ze zich vestigden. De handboekauteurs schrijven:
In 429 verlieten de Vandalen Spanje. Zij konden daar de druk van de Visigoten niet meer weerstaan en vertrokken naar Noord-Afrika. Een deel ervan (het huidige Tunesië, Tripolitanië en Oost-Algerije) veroverden zij tussen 429 en 439. De rest van Noord-Afrika (West-Algerije en Marokko) viel ten prooi aan Berberse stammen.
Zo zou ik het niet schrijven. Om te beginnen weet ik zo zeker niet of de Vandalen door Visigoten van het Iberische Schiereiland zijn verdreven. En dat van die Berbers, tja, daarmee is bedoeld dat de seminomadische bevolking van de Maghreb, die er altijd is geweest, in de vijfde eeuw de macht overnam. Wat hetzelfde is als zeggen dat de in de steden aanwezige Romeinse garnizoenen verdwenen.
Maar het wezenlijke punt is: als bewoners van een gebied dat naar de Vandalen is vernoemd, daar weg trekken, zijn dat niet per se degenen naar wie het is vernoemd. Er is grote kans dat de mensen die naar Afrika trokken, weliswaar kwamen uit het Iberische Vandalenland, maar niet verwant waren met de Germanen die waren aangekomen uit het Overrijnse. Het was onrustig op het Iberische Schiereiland en families die daar al eeuwen woonden, kunnen redenen hebben gehad om weg te trekken.
Naar de Maghreb
Evengoed was de oversteek, georganiseerd door Geiserik, een huzarenstukje, waarbij hij steun moet hebben gehad van Romeinse zeestrijdkrachten. Los daarvan: de Maghreb was al onrustig. De centrale overheid had zich er in de vierde eeuw geleidelijk uit teruggetrokken, zoals ook Brittannië en de Cyrenaica waren overgelaten aan de bewoners. In 431 nam Geiseriks leger de havenstad Hippo in, het huidige Annaba in Algerije.
Vier jaar later sloot Geiserik een standaardverdrag met keizer Valentinianus III. De keizer erkende de Vandalen als onderdanen en stond hen toe in de Maghreb te blijven, mits ze enkele verplichtingen nakwamen en gijzelaars leverden. Een van hen was Geiseriks zoon Hunerik, die enkele jaren zou wonen aan het keizerlijk hof. Dit verdrag, gesloten in 435, was eigenlijk heel normaal. De situatie zou echter snel veranderen, zoals we zullen zien in het volgende blogje.
[Er is een overzichtspagina van de blogjes over het handboek.]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.