U houdt van de Oudheid: wat te lezen, wat te doen?

Zomaar een portret uit de Oudheid: keizer Domitianus (Altes Museum, Berlijn)

U houdt van de Oudheid: wat te lezen, wat te doen? Het laatste stukje in mijn reeks over de Week van de Klassieken zal ik niet wijden aan een gebeurtenis die op deze datum plaatsvond, al zijn er teksten over de troonsbestijging van keizer Domitianus of de inwijding van de Grafbasiliek in Jeruzalem. Het leek me zinvoller u wat boeken aan te raden. Welke auteurs zou u, als u de afgelopen week belangstelling hebt gekregen voor de Oudheid, met plezier en vrucht kunnen lezen?

De Oudheid: om te beginnen

Ik ken twee auteurs om mee te beginnen. De eerste is Herodotos, wiens Historiën een panorama bieden van de wereld rond het oostelijk Middellandse Zee-gebied. De rode draad is het conflict tussen de Grieken en de Perzen. Hij biedt echter veel meer. Zo is er uitleg van de manier waarop de Egyptenaren mensen mummificeren, oosterse sprookjes, een beschrijving van de Euraziatische steppe, goudrovende mieren en vliegende slangen. De vader van de journalistiek heeft menig goed verhaal te vertellen en het fijne is dat je er zonder al te veel voorkennis aan kunt beginnen. Beste vertaling is deze Engelse.

De tweede toegankelijke auteur is Suetonius, de auteur van een twaalftal biografieën van Romeinse keizers. De gedachte is steeds hoe je omgaat met almacht. En dat is geen fijn thema. De enige die er een beetje goed vanaf komt, is Vespasianus, die als burger zichzelf had leren beheersen. De andere heersers zijn mateloos. Als Suetonius Vespasianus’ zoon Titus, die ogenschijnlijk de volmaakte heerser is, introduceert, schrijft hij erbij dat het allemaal schijn kan zijn, waarna je alle positief ogende biografische details met wantrouwen beziet.

Ondertussen is die positief ogende Titus het spiegelbeeld van zijn als tiran gepresenteerde broer, de al genoemde Domitianus, de laatste van het dozijn. Het is alsof Suetonius elf keizerlevens lang heeft toegewerkt naar één zinnetje: Domitianus’ uitspraak dat het blijkbaar het lot van een alleenheerser is pas geloofd te worden als hij beweert een samenzwering te hebben ontdekt, als hij daarvan het slachtoffer is geworden. Suetonius’ verzameling achterklap illustreert enerzijds de corruptie en anderzijds de eenzaamheid van de almacht. Nederlandse vertaling hier.

Om verder te gaan

U wil meer lezen? Dat kan. Er is veel keuze en het is lastig kaf en koren te scheiden. Ik ben daarom begonnen met een reeks over de grote Griekse en Romeinse auteurs, die ik nog zal uitbreiden met de andere grote talen uit de Oudheid, zoals het Akkadisch, het Aramees en het Egyptisch. Zo ver is het nog niet: voorlopig besteedde ik alleen aandacht aan het Grieks en Latijn.

Het gaat dan om het heldendicht, het leerdicht, Sapfo en enkele andere dichters. Ik schreef enkele stukken over filosofie: de natuurfilosofen, het standaardrijtje van Parmenides tot Aristoteles, en de fascinerende ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. Dat zijn de ideeën van de cynici en cyrenaïci en de stoïcijnen, skeptici en epicureeërs.

De antieke wetenschap kwam in enkele andere stukken aan bod, namelijk over de oudere Plinius, de professionele vakliteratuur (én hun parodie), en ook wat wij gamma-wetenschappen noemen. De geschiedvorsing heb ik apart behandeld met stukken over Herodotos en Thoukydides, de latere professionalisering, de Romeinse auteurs, de late tijd en tot slot Appianus. Deze auteur heeft als enige antieke historiograaf een modern beeld van causaliteit. Ook schreef ik al over het toneel, de welsprekendheid (leuker dan u misschien denkt), de biografie (zoals Suetonius), de lange prozateksten en nog onlangs de briefliteratuur.

Invloed van de Oudheid

Als u de invloedrijkste teksten uit de Oudheid wil lezen – teksten dus die het menselijk gedrag in een bepaalde richting hebben geduwd, teksten die structurerend hebben gewerkt – heb ik ook een vierdelig overzicht. Mijn overzicht is breder dan de Grieks-Romeinse literatuur, want ik ben geïnteresseerd in de hele Oudheid. De canon van tien invloedrijkste antieke teksten bestaat volgens mij uit

  1. de Ilias (representeert het tragische ideaal en de norm van objectiviteit),
  2. de labels uit graf U-j (representeert het ontstaan van een schrijfcultuur),
  3. de wetten van Ešnunna (representeren het ontstaan van geformaliseerd recht),
  4. Enuma Elisj (het denken over eerste oorzaken),
  5. de Gatha’s (de vervlechting van ethiek en religie),
  6. de Faidon van Plato (introduceert het idee van martelaarschap),
  7. het Organon van Aristoteles (het begin van de logica),
  8. de Elementen van Eukleides (begin van de zuivere wetenschap),
  9. 4QMMT / Enige werken der Wet (documenteert het jodendom),
  10. de Niceense Geloofsbelijdenis (het ontstaan van orthodoxie).

Problemen

Verder heb ik slecht nieuws. Er is geen vervolg. Dit is niet de plek voor een doorwrochte analyse, maar het is goed dat u, beginnend met de Oudheid, weet dat u tegen twee problemen zult aanlopen. Het eerste is dat oudheidkundigen adviezen over wetenschapscommunicatie niet implementeren. Het wetenschappelijke proces krijgt weinig uitleg. Wie belangstelling voor de Oudheid ontwikkelt en méér wil weten, vindt weinig intellectueel uitdagends. Zeker classici hebben de neiging achter andermans actualiteit aan te lopen: in de Oudheid hadden ze ook boze burgers, in de Oudheid hadden ze ook pandemieën, I.D.O.H.D.Z.O. populisten, I.D.O.H.D.Z.O. fake nieuws. Terwijl classici, wetenschappers toch, ook dingen kunnen melden die alleen zij over de Oudheid kunnen vertellen. Menigeen die, bijvoorbeeld door de Week van de Klassieken, geïnteresseerd begint te raken, haakt weer af omdat de belofte niet wordt ingelost.

Dit eerste probleem is een gegeven maar ik hoop dat u niet afhaakt. Kijk eventueel naar mijn reeks Methode op Maandag. Verder beschreef ik tekstuitleg in Constantijn en de geschiedwetenschap in Xerxes. In Bedrieglijk echt vertel ik wat er gebeurt als classici voor hun beurt praten en in Hannibal in de Alpen vertel ik wat er mis gaat als exacte wetenschappers voor hun beurt praten. Ideaal zijn deze boeken niet maar u ziet tenminste dat oudheidkunde een wetenschappelijke methode heeft.

Het tweede probleem is dat de oudheidkundige bloedgroepen onvoldoende samenwerken. Een actueel voorbeeld is de DNA-revolutie, een wetenschappelijke  ommekeer die de aanleiding vormde voor het thema van de Week van de Klassieken van 2019, Van heinde en verre. De wijze waarop de bioarcheologie momenteel de aannames ondergraaft van de bestudering van antieke teksten, toont hoezeer de diverse bloedgroepen verbonden zijn. Het komt er alleen vaak niet uit.

Ik noem deze problemen omdat u er al snel tegenaan gaat lopen. Ze moeten u niet ontmoedigen. Er gaat namelijk ook wel het een en ander goed.

De musea

Neem de musea. De voornaamste zijn het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden) en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Brussel). Daarnaast zijn Archeon (Alphen aan de Rijn), het Allard Pierson (Amsterdam), het Institut Archéologique du Luxembourg (Arlon), het Thermenmuseum (Heerlen), het Valkhof en Orientalis (in en bij Nijmegen), het Gallo-Romeins Museum (Tongeren) en Castellum Hoge Woerd (Utrecht) een bezoek waard. In Duitsland is er het archeologisch park van Xanten en zijn de dichtstbijzijnde musea die van Kalkriese, Haltern, Keulen (tijdelijk gesloten), Bonn, Mainz (Landesmuseum, Schifffahrt, Zentralmuseum) en Trier (Landesmuseum, Diözesanmuseum).

Het beste advies dat ik u kan geven, is om uw licht op te gaan steken bij verenigingen als de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, bij Ex Oriente Lux (voor het antieke Nabije Oosten), bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en bij het Nederlands Klassiek Verbond. Zij organiseren lezingen en geven tijdschriften uit, namelijk Archeologie in Nederland, Phoenix, Met andere woorden en Hermeneus. Daarnaast is er Archeologie Magazine.

Er zijn problemen bij het onderzoek. Er zijn ook problemen bij de overdracht. Het heeft geen zin dat te ontkennen. Maar wat we ook niet moeten ontkennen is dat de Oudheid veel te bieden heeft. Ze kan uw levenslange liefde zijn.

Deel dit:

14 gedachtes over “U houdt van de Oudheid: wat te lezen, wat te doen?

  1. Medellín, 13 september 2020

    Waarde Jona, waarde mede blogster en bloggers,

    1. Uw indrukwekkende werkkracht, luciditeit en productiviteit nopen, mij althans, tot een reactie die ik vanuit groot respect voor uw arbeid aan u en de lezeressen en lezers van uw blog wil voorleggen.

    2. Wat ik u wil voorleggen is het volgende.

    * Met grote regelmaat schrijft u op uw blog over oorlogen, wedstrijden, vernietiging, list, bedrog en geweld, ja zelfs over uitzinnige, wrede en althans mij misselijk makende vormen van wreedheid. Naar mensen, naar dieren, naar planten, naar voorwerpen, naar de natuur.

    Een heel kleine test via google, laat zien dat het woord ¨oorlog¨ ruim drie keer zo vaak gecombineerd wordt met uw naam dan het woord ¨vrede¨, 21.000 : 7.000 hier in Medellín.

    * Ook ik herinner me van de middelbare school tijd de eindeloze, en eveneens, ik beken het, slaapverwekkende verhalen over maar doorgaande strijd, slachtpartijen en andere wreedheden. Moed en dapperheid werden, althans in mijn herinnering, vooral gekoppeld aan het een ander het liefst definitief de hersens inslaan, en stoerheid werd dan ontleend aan het daarna in stukken hakken van het lijk, en het als waarschuwing op palen spietsen van afgehakte hoofden.

    * U zult van me moeten aannemen dat ik hier, na 57 jaar non-stop en doorgaande oorlog, eigenlijk niet veel anders meemaak, helaas nog steeds dag in dag uit, in tegenstelling tot wat Nederlandse journalisten u daarover rapporteren, dan al die moeizame vertalingen die destijds gemaakt moesten worden van die eigenlijk nogal saaie verhalen over weer een slag, weer een oorlogje, weer een llstige vernietiging.

    3. Mijn grote, diepe, teleurstelling omtrent de klassieke opleiding (B) die ik mocht volgen in Nederland, betrof vooral de tegenstelllng tussen het ideaal van non scolae sed vitae discimus en wat daarvan gebakken werd. En dat niet alleen qua onderwijs en overdracht van waarden, maar ook, laat het maar eens hardop geschreven worden, het soms schandalige voorbeeld dat onderwijsgevenden in hun levensstijl aan ons als scholieren voorschotelden. Want in de jaren 1960 en begin jaren 1970 moest immers alles kunnen.

    Het woord ¨met mate¨, en zijn lijfspreuk Caute! zo dierbaar aan Bento de Spinoza, werden niet genoemd, laat staan geëerd.

    Voor mij was, onmiddellijk daarna, militaire dienst een verademing, niet alleen om wat ik leerde als dienstplichtig mlitair, maar ook wat ik leerde van de levenservaring van mijn maten, en, niet te vergeten, van mijn vakbondsactiviteiten in de VVDM (later leidend tot het mede mogen oprichten van ECCO en mijn voorzitterschap aldaar) en humanistisch raadsman in het leger de heer Van de B. in Driebergen. En om de paradoxale ervaring dat wat meer discipline juist tot een groter besef van persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid leidde.

    Daarna pas de universiteit ´doen´ was een geweldige ervaring na de disciplinering bij de Garde Jagers, en ik heb nog net genoten van de enorme vrijheid, de enorme financieringsruimte die, het is inderdaad een schandaal, geheel ten onder ging daarna in de gekte van de misselijk makende bezuinigingen en tweefasen structuur etc. Overigens, zonder te bezuinigen op indrukwekkende cadeau’s aan de rijken zelf, waaronder het familie-imperium Lubbers. (De fameuze leveranties aan Indonesië en het Midden Oosten).

    4. Een van de zeer grote lessen die ik in militaire dienst, en daarna in mijn werk als ontwikkelingswerker zowel in Latijns Amerika, als in Afrika als in Azië geleerd heb, is hoe diep zat mensen geweld zijn.

    Dat wordt door oorlogshitsers altijd weer andersom voorgesteld. Namelijk, dat oorlogvoeren in de cultuur der mensheid in gebakken zou zijn.

    Mijn ervaring is een totaal andere.

    Het zijn machtsbeluste zieke, zwakke geesten die op geweld uit zijn en die mensen meeslepen in hun gekte en waanzin.

    Het huidige Duitsland is een prachtig voorbeeld van de diepe inkeer, het wijdverspreide berouw, en de onschokbaar gewortelde opvatting niemal wieder Krieg.

    Dat geldt evenzeer voor met name de Zweden. Ik verwijs in dat verband graag naar het voorbeeldige werk van de Folke Bernadotte Academy, http://www.fba.se/en/ .

    Waar Nederland in elk geval nog steeds, ook niet na de totale mislukkingen met door Haagse prutsers opgezette vredesmissies, van geleerd heeft.

    Ik schrijf dit als betrokken materiedeskundige. (Ik leidde de confrontatie tussen de honderden kapot gemaakte jongens uit ¨Srebrenica¨ en de gezant van Kofi Annan, Staffan de Mistura in 1996 in Hotel Américain, een schokkende ervaring voor Staffan, waaruit het uiterst zelfkritische VN rapport omtrent eisen te stellen aan vredesmissies voortkwam.
    Ik het kader voor voorliggende reactie is het, wel degelijk, relevant de opmerking te herhalen die Staffan de Mistura mij meegaf voordat hij terugvloog naar New York: dit was de allereerste keer in mijn professionele carriere dat ik NIET de versie van officieren te horen kreeg maar van de betrokken jongens zelf..
    Dat is min of meer de kern van voorliggend pleidooi.

    5. Terug naar uw betoog vandaag, en uw uitnodiging om belangstelling te blijven opbrengen voor de oudheid en wat we daarvan kunnen leren.

    Mij, en dat is een uitnodiging aan anderen om mij te kritiseren, aan te vullen en tot matiging te brengen, zou het geweldig lijken als u een aantal ¨series¨ beschouwingen zou willen wijden aan de volgende onderwerpen UIT DE OUDHEID die, wellicht, onder de korenmaat gebleven zijn, louter vanwege de manier van kijken of wellicht, omdat men in de oudheid aan die onderwerpen liever geen aandacht of ruchtbaarheid wilde geven.

    Ik som op.

    a. Vrede en pogingen duurzame vrede tot stand te brengen en te behouden;
    b. Gelijkwaardig respect voor mannen en vrouwen en kinderen en leden van minderheden, van welke aard dan ook, denk en gevoelswereld, etc etc u kent de termen;
    c. Voorbeelden van dappere vrouwen, kinderen en leden van minderheden;
    d. Afkeer van en inzet om welzijn en welvaart voor allen te bereiken, verzet tegen slavernij;
    e. Inzet voor gezonde voeding, verzet tegen dierlijke eiwitten, vegetarische voeding;
    f. Afwijzing van welke vorm van geweld dan ook tegen mensen, dieren, planten en de aarde;
    g. Het primair stellen van kunst en cultuur, en humane menselijkheid zonder allerlei bijgeloof;
    h. Te leren hoe te leven, hoe een klein paradijs op aarde tot stand te brengen.

    ik kan nog wel doorgaan, maar ik hoop dat u mijn voorstel begrijpt. Mijn pleidooi is een pleidooi voor het opgraven van nog veel dieper en verder verborgen aspecten van de menselijke geschiedenis.

    Ik doe dit voorstel, omdat in mijn persoonlijke ervaring er zeer weinig voormalig deelnemers aan geweldacties zijn die daar met trots en blijdschap op terugzien.

    6. U bent, niet alleen in uw indrukwekkende toewijding aan een werkzaam leven, een heilzaam, leerzaam en voorbeeldig mens, en u volgt de weg van oude en bewezen wijsheid.
    De noeste, onophoudelijk werkende tuinman die weet dat zelfs de geringste actie of non-actie leven kan bevorderen of leven kan belemmeren.

    U, Jona Lendering, eer ik hoog.

    De Jona Lendering op de fiets in België, die, want de vriendin hield het voor het gezien zoals uit uw reisverslag bleek, de voorbeeldige eenzame fietser is.

    Die fietsende noest arbeidende, subtiele Jona Lendering en dat voorbeeld zou ik zo graag aan het woord zien gebaseerd op oude teksten.
    Niet de zogenaamd zo stoere en maar hoofden afhakkende, en maar moordende, en maar dieren wreed mishandelende zogenaamde nozems uit de oudheid die eens even met hun easy rider mentaliteit en brutale luidruchtigheid, hun gezuip, hun drugsgebruik en hun vrouwen en jongeren mishandeling ons zullen imponeren.

    Meer dat verhaal van Philemon en Baucis, meer Siddhartha Gautama die uit bekommernis om het lijden van de mensen van zijn paard afstapte.

    Minder gedoe door een historicus wiens Leidens doctoraal verslagje we niet mogen lezen met een racebootje van 2 miljoen in de Aegeïsche zee, terwijl nabij op Lesbos duizenden mensen in nood verkeren.

    Minder een meneer die na 10 jaar studie in Leiden nog niet begrijpt wat de essentie van de parabel over de talenten is.

    Meer de echte, kindervriendelijke Jona Lendering, die diep verborgen verhalen over vrede, harmonie en schoonheid boven water weet te brengen én te houden.

    Jona Lendering: non scolae, sed vitae discit.

    b.à.v. jl

    1. FrankB

      “Ik som op.”
      Wat let u om zelf een blog te beginnen?
      Of u nou gelijk hebt of niet, ik word snel moe van stuurlui op de wal die beter weten waarover de blogger moet bloggen dan de blogger zelf.

      1. Frans

        En al helemaal als ze met een gegeven vingertje komen. Dit bedoel ik niet negatief, Johan heeft gelijk, het gaat vaak over oorlog op de blog en als je in Colombia woont heb je daar meer ervaring mee dan wij hier in Nederland. Maar deze voorstellen komen toch wel erg belerend over. Vooral omdat je, als je over die oorlogen leest, er vanzelf wel achter komt hoe gruwelijk het was en dat is op zich al genoeg om pacifist te worden.

    2. Dat is een lange reactie. Ik begrijp de argumentatie; ik zit ook te denken over de tijd die ik ervoor nodig heb. Ik kan elke dag bloggen omdat het weinig geestelijke inspanning verg en eerder ontspant. Ik hoef er niet echt over na te denken. Een lijstje als het uwe veronderstelt echter dat ik aan de bak moet. Dat wil ik best, maar waar vind ik de sereniteit om te denken? Niet in Amsterdam, niet in de trein.

      1. Frans

        Nee hoor, je hoeft niet aan de bak. De blog is een lichtvoetige manier om allerlei dingen uit de Oudheid onder de aandacht te brengen en heeft zeker geen opvoedkundige of morele functie, zoals de reactie van Johan doet vermoeden. Gewoon zo doorgaan. 👍

  2. A. Gaastra

    Bij de invloedrijkste teksten wordt in deze bijdrage uitsluitend gekeken naar teksten die het “begin/ontstaan van” iets representeren, maar niet noodzakelijk naar de teksten die de grootste verspreiding of Wirkungsgeschichte hadden, lijkt het.

    1. Ja, dat is een beetje het lot van de Oudheid. Het was de tijd van experimenten. Hier gebeurden dingen voor het eerst. Maar het zou inderdaad verdedigbaar zijn in plaats van de eerste schrijfsels de meest-gelezen teksten te nemen, dus in plaats van U-j het Matteüsevangelie of, voor de tweede keer, de Ilias. Dat zou een interessant ander lijstje zijn.

  3. Dirk

    Het klopt dat geschiedenis soms verengd wordt tot grote mannen en hun krijgsdaden. Ik vrees dat ook mijn bibliotheek gevuld is met zwaardgekletter en kruitdamp. Geweld fascineert en levert spannende verhalen op. Misschien is het louterend, een beetje veilig griezelen bij iets wat we in het Westen nauwelijks nog kennen. Ik probeer in ieder geval voor evenwicht te zorgen in de les met wetenschapsgeschiedenis, vaak ook verrassend en intrigerend.
    Maar een historicus is geen activist. Hij moet werken met de bronnen die hij voorhanden heeft. Het is eigen aan de oude geschiedenis dat oorlogsrelaas daarin oververtegenwoordigd is.

  4. Erik Bouwknegt

    Mag ik dan in het rijtje musea nog het Drents Museum noemen? In de vaste collectie ligt de nadruk vooral op de prehistorie van Drenthe, maar in de wisselende tentoonstellingen zitten er regelmatig toptentoonstellingen die een Oudheidkundig thema hebben. Ik zou de tentoonstelling Georgisch Goud kunnen noemen, of de tentoonstelling ovcr de Dode Zeerollen, of die over Nubië in de Oudheid.
    Eerstvolgende die vast weer een topper zal zijn is de vanwege corona tot volgend jaar uitgestelde tentoonstelling In de Ban van de Ararat, die gaat over Armenië voor de bekering tot het Christendom.

  5. Martin

    In het rapport over wetenschapscommunicatie staat

    “Een belangrijk aandachtspunt voor alle betrokken actoren is dat meer aandacht nodig is voor het wetenschappelijk proces in plaats van, zoals nu gebruikelijk, het eenzijdig belichten van wetenschappelijke resultaten. Behalve voor een beter begrip bij een breed publiek zou dat ook kunnen helpen bij het naar waarde schatten van wetenschappelijke kennis in politieke besluitvorming.”

    Hier wordt zonder meer verondersteld dat een breed publiek geïnteresseerd zou zijn in een langdradige uitleg van het wetenschappelijk proces. Is dat niet wat naïef? Misschien is het eenzijdig belichten van wetenschappelijke resultaten wel het maximaal haalbare.

Reacties zijn gesloten.