Do ut des

Gaius Julius Orios bedankt de hoogste god, die hem via een droom waarschuwde voor een groot gevaar (Archeologisch Museum, Thessaloniki)

Mijn eerste leraar Latijn zal ik nooit vergeten, want hij gaf me een 2 voor mijn eerste proefwerk. Niettemin of juist daarom: ik heb veel van hem geleerd. Inclusief dingen waarvan je denkt: waar haalde je dát nou vandaan? Bijvoorbeeld dat de Grieks-Romeinse godsdienst was gebaseerd op het principe van do ut des. Vertaald: ik geef opdat jij geeft. Anders gezegd: religie als ruilhandel. Ik offer wat aan deze of gene godheid, ik vraag d’r iets bij, en dan zorgt Venus of Silvanus of Mercurius wel voor de bezorging.

Mijn leraar was de enige niet die dit dacht. De Nederlandse Wikipedia vermeldt het zonder blikken, zonder blozen en zonder referentie. Alsof het zó algemeen bekend is dat het geen toelichting behoeft.

Terwijl je denkt: dat kan niet zomaar kloppen. Al was het maar omdat er niet één Romeinse godsdienst was. Er waren diverse religieuze praktijken en veel daarvan vallen niet onder opgemeld principe. Maar er wringt meer.

Lees verder “Do ut des”

Fausta

Fausta

Over Trier heb ik al eens eerder geschreven: oppidum van de stam der Treveri, legioenkamp uit de tijd van Caesar, een Romeins fort op de Petriberg, brug over de Moezel, voornaamste nederzetting van een belangrijke Romeinse gemeente, residentie van de Gallische keizer Victorinus en van de Romeinse heerser Constantijn de Grote, ballingsoord van Athanasios van Alexandrië, woonplaats van de jonge Ambrosius, hoofdstad van Arbogast de Jongere, middeleeuwse bisschopsstad. De stad ook van Karl Marx, waar de plaatselijke krant al sinds jaar en dag de Trierische Volksfreund heet (zie ook onder Marat, Jean-Paul) en het lokale bier reclame maakt met “Das Bier von Trier”.

Twee oudheidkundige musea: het grote en wat onoverzichtelijke Rheinisches Landesmuseum, waar vondsten uit de wijde omgeving zijn te zien, en het Museum am Dom, dat voorwerpen toont die zijn opgegraven rond de grote kerk. Die gaan terug tot de Oudheid, toen in dit deel van de stad enkele prachtige huizen stonden, die ten tijde van Constantijn werden geïntegreerd in het keizerlijk paleis. (U kunt de basiliek die daar deel van uitmaakte, kennen, want het is een van de bekendste monumenten van Trier.)

Lees verder “Fausta”

Klassieke literatuur (10): roman

Ere-inschrift voor Apuleius (Madauros)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven, zoals deze. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag behandel ik de antieke roman.]

De eerste vraag moet, naar ik vrees, zijn: wat is een roman? Er zijn nogal wat definities en die hebben dan vaak iets met karakterontwikkeling van doen, maar ik ken er geen die zich beperkt tot “lang stuk fictief proza”. Toch vermoed ik dat dit de minst slechte typering is van wat doorgaat voor antieke romans. Het gaat om lange verhalen met een begin en een eind waartussen van alles gebeurt, maar daarmee is dan ook al veel gezegd.

Lees verder “Klassieke literatuur (10): roman”

De gouden ezel

Alleen iemand zonder hart houdt niet van ezels.

Je bent in een vreemde stad te gast bij een vriendelijke familie, besluit een bijdrage te leveren aan het avondeten, wandelt naar de markt en ziet daar heerlijke vis liggen. De koopman vraagt er een vermogen voor, je dingt wat af en juist als je naar je tijdelijke huis wil wandelen, spreekt iemand je aan.

Het blijkt een medestudent van vroeger, die vertelt dat hij inmiddels marktmeester is en toezicht houdt op de handel. Hij ziet je mand vol vis, kijkt er misprijzend naar  en concludeert dat je bent opgelicht. Terstond komt hij in actie en dondert de verkoper toe dat diens oplichterij niet onbestraft zal blijven. De mand wordt leeggegooid op straat en een van de assistent-marktmeesters krijgt opdracht de vis tot moes te trappen. Dát zal de visverkoper leren! Moedeloos keer je naar huis terug, zonder geld en zonder diner.

Lees verder “De gouden ezel”