Griekse leeuw

Aardewerk uit Chios (Archeologisch Museum van Thessaloniki)

De donderdag gebruik ik vaak om een stukje te schrijver over Een kennismaking met de oude wereld, het handboek van Bert van der Spek en Luuk de Blois waarmee ik ooit oude geschiedenis leerde. Ik wandel, zoals de trouwe lezers weten, de laatste herdruk door om te zien of mijn kennis erg is verouderd. En om zo nu en dan een aanvulling te geven.

Vandaag wijk ik een beetje af van die aanpak door een kunstvoorwerp te behandelen uit de Griekse Archaïsche Periode, het tijdperk waar we waren aangekomen. Hierboven ziet u een op Chios gemaakte en in Thessaloniki teruggevonden beker met een mooi leeuwtje erop. Vladimir Stissi vertelt me dat het zo tussen 575 en 550 v.Chr. is te dateren. Ruwweg even oud als de Apollo van Tenea.

Lees verder “Griekse leeuw”

Armeense bruiloft

Bruiloftsreliëf uit Noratus

Over de Armeense khachkars heb ik al vaker geblogd (één, twee, drie). Het zijn stenen stèles met een kruis erop, volledig gedecoreerd met allerlei figuren: een zonneschijf, rozetten, plantenmotieven, granaatappels, soms dieren. Ze kunnen staan op allerlei plekken, zoals kerken, begraafplaatsen of slagvelden. Als je hun betekenis moet samenvatten, staan khachkars op de plekken waar het goede en het leven het winnen van het kwaad en de dood.

Noratus, hemelsbreed een kilometer of zestig ten oosten van Yerevan aan het Sevan-meer, heeft er vele tientallen, ik meen zelfs honderden. Ook zijn daar stenen reliëfs die geen echte khachkars zijn, zoals het bovenstaande: een bruiloftsscène. Wel het goede, wel het leven, maar geen kruis en ook geen overwinning op het kwaad of de dood.

Lees verder “Armeense bruiloft”

Cola uit Armenië (of zo)

Verkoop van, eh, cola

Hilarisch verhaaltje op de website van de NOS. In Noorwegen zijn de accijnzen op snoep en frisdrank zó hoog dat de Noren naar Zweden uitwijken. “Ze rijden graag een paar uur om in het Zweedse luilekkerland los te gaan,” zo lezen we. “Snoep, chocola en frisdrank zijn in Zweden de helft goedkoper.”

Het deed me denken aan de Cola-flessen die in Armenië langs de grote weg te koop worden aangeboden. Er is daar overigens maar één echt grote weg. Die begint in Georgië en gaat dan over Yerevan naar het zuidoosten, richting Iran. Op dat laatste stuk staan dus kraampjes waar flessen met het zwarte drankje worden verkocht.

Lees verder “Cola uit Armenië (of zo)”

Aardbeving in Armenië

Gyumri, een stad in het noordwesten van Armenië, is nog altijd niet helemaal van de aardbeving hersteld

Op 7 december 1988, morgen eenendertig jaar geleden, werd het noordwesten van Armenië getroffen door een verschrikkelijke aardbeving. Wie de cijfers wil kennen: de eerste schok was 6,9 op de schaal van Richter en duurde bijna vijftig seconden; daarna was er een naschok met een kracht van 5,4. In de volgende twee weken volgden nog eens 1500 schokken, gelukkig allemaal veel minder heftig. Maar dat zijn er dus wel honderd per dag en u kunt zich de paniek van de bevolking voorstellen. Of beter: hopelijk kunt u het zich niet voorstellen.

De ramp voltrok zich rond kwart voor twaalf. Dus op het moment waarop iedereen naar het werk was. Ook de artsen. Die kwamen dus om in de ziekenhuizen, die niet bestand bleken tegen de schokken en instortten.  Ook de scholen stortten in. Al voor het middaguur hadden steden als Spitak, Vanadzor en Leninakan niet alleen hun kinderen verloren maar ook de medici die hulp zouden hebben kunnen bieden. Grimmig detail: op de afdeling verloskunde van het ziekenhuis van Leninakan lagen op dat moment zestig vrouwen, die allemaal om het leven kwamen, met hun baby’s.

Lees verder “Aardbeving in Armenië”

Armenië in Libanon

Musa Dağ, de Mozesberg, verrijst even ten noordwesten van Antiochië. Hier lagen ooit zes Armeense dorpen, al bewoond door Armeniërs sinds de Middeleeuwen en misschien nog wel langer. In juli 1915 kregen de bewoners van de Ottomaanse autoriteiten opdracht zich klaar te maken voor verhuizing – en de dorpelingen wisten dat dit neerkwam op deportatie. De Armeense genocide was in april van dat jaar al begonnen met een moordpartij in Constantinopel.

De vierduizend bewoners van de zes dorpen trokken zich terug op de berg zelf, legden loopgraven aan, oefenden zich in het schieten en wachtten op de onvermijdelijke aanval. Die volgde inderdaad, maar de belegerden wisten de soldaten af te slaan, waarop de Ottomaanse troepen besloten de dorpelingen uit te hongeren. Een paar van hen wisten naar Iskenderun – dat toen nog Alexandretta heette – te komen, deels lopend langs de kust, deels zwemmend, in de hoop dat daar schepen zouden liggen van de Entente, maar vergeefs.

Lees verder “Armenië in Libanon”

Armeense volkscultuur

Dvin

Nog een nagekomen krabbel uit Armenië: de christenen daar brengen nog offers. Die antieke gewoonte is in westelijker kerken als heidens terzijde geschoven maar de Armeens-Apostolische Kerk heeft haar dus gehandhaafd. Iemand kan een gelofte doen – denk aan de genezing van een dierbare of zoiets – en kan, als het gebed is verhoord, uit dankbaarheid een schaap offeren. (Ik heb de dieren te koop aangeboden zien worden langs de weg naar Geghard.) Na het offer wordt het vlees verdeeld over zeven armlastige families.

Een priester zegent van tevoren het zout dat het offerdier in de mond krijgt gelegd. Ik heb voor dit gebruik verschillende verklaringen gehoord: het dier zou erdoor worden verdoofd, het dier zou erdoor worden afgeleid, zout is het symbool van het Verbond, zout is het symbool van vriendschap. Ik vermoed dat ze allemaal waar zijn. In religieuze aangelegenheden zijn de gebruiken er eerder dan de interpretaties.

Lees verder “Armeense volkscultuur”

Stalinistisch Armenië

Zeg “Stalin” en je komt uit bij een aantal Grote Verhalen: de zuiveringen van het leger en de Communistische Partij, de collectivisatie van de landbouw, de dekoelakisering, de geforceerde industrialisering, de willekeurige executies onder Mongolen en Oeigoeren, de schijnprocessen, de hongersnoden en de Siberische concentratiekampen. Ik hoorde laatst iemand van Nieuw Rechts beweren dat het desondanks wel mee viel, zolang je maar deed wat je werd gezegd. Anders gezegd, zolang je maar geen communist of soldaat was, of wat eigen grond bezat, of Mongool of Oeigoer was, en zolang je maar niet klaagde als je te weinig te eten kreeg, dan bleven de Vladimir-gevangenis en de goelag je bespaard.

Het is kul. Dat behoeft geen toelichting. Ten overvloede echter iets over Armenië.

Al sinds de Kruistochten zijn er allerlei grote en kleine Armeense gemeenschappen rond het oostelijke Middellandse Zee-gebied, die na de genocide in het Ottomaanse Rijk sterk in omvang waren toegenomen. U kent misschien de Armeense wijk van Jeruzalem. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog nodigde Stalin deze Levantijnse Armeniërs uit om te komen naar de Sovjet-Unie. Dat was geen onaantrekkelijk aanbod, want de staat Israël was een oorlogszone.

Lees verder “Stalinistisch Armenië”

Yerevan

Plein van de Republiek: Tamanyans regeringsgebouw (met klok)

Even een stukje over de stad waar ik vorige week enkele keren heb overnacht: Yerevan. Het stadscentrum is een overzichtelijke cirkel met in het westen het ravijn van de rivier Hrazdan en in het oosten een gordel van parken. Een echte parkstad. Van het noorden, waar de opera is die in geen enkele voormalige volksdemocratische stad ontbreekt, loopt een hoofdstraat naar het centrale plein, dat ooit naar Lenin was vernoemd (wiens standbeeld hier natuurlijk ook stond) maar dat sinds de desintegratie van de Sovjet-Unie het Plein van de Republiek heet. Als bezoeker zeg je maar niet dat Yerevan hiermee lijkt op Turkije, waar elke stad wel een Cumhuriyet Meydanı heeft.

Aan dit plein staat – als het centrum van de stad – het Nationaal Museum, waar de archeologische collectie van Armenië is ondergebracht. Ook zijn er regeringsgebouwen, een postkantoor en een hotel. Het is een opvallend mooi plein, wat in de voormalige Sovjet-Republiek geen vanzelfsprekendheid is. De verklaring is dat het als geheel is ontworpen door een architect die wist wat ’ie deed, die geen megastad wilde ontwerpen – hij dacht aan iets van 150.000 mensen – en die het eerste gebouw in enig detail kon ontwerpen: de van geboorte Russische en metterwoon Armeniër geworden Alexander Tamanyan. Andere architecten volgden zijn plan, waardoor het plein stilistisch een eenheid bleef, omgeven door gebouwen die nooit hoger waren dan drie verdiepingen.

Lees verder “Yerevan”

Armenië en China

En dan hoor je ineens dat in Yerevan de Amerikanen de grootste ambassade hebben – en het complex is inderdaad eindeloos groot – en dat de Chinezen hebben besloten een nóg grotere ambassade te bouwen. Het staat niet op zichzelf. Eigenlijk zie je best vaak Chinese dingen in Armenië. De stadsbussen in Yerevan zijn bijvoorbeeld een cadeautje uit Peking en China financiert de grote noordzuidweg van Rusland en Georgië door Armenië naar Iran. Vanwaar die Chinese belangstelling voor Armenië?

Ik hoorde een verklaring die weliswaar valt in de categorie “Armeens straatrumoer”, maar die aardig genoeg is om met u te delen omdat ze u iets toont van hoe mensen in een klein West-Aziatisch land naar de wereld kijken. Ze menen hier dat de Armeniërs en de Chinezen een gedeelde vijand hebben: de Turken. Dat de relatie tussen Armenië en Turkije slecht is, veronderstel ik bekend; de relatie met de oosterburen, de met de Turken verwant Azeri’s, is zo mogelijk nog slechter. Maar, zo vertelde mijn Armeense informant me, ook de Chinezen ontwaren een Turkse dreiging: Peking identificeert de Oeigoeren als staatsvijanden.

Lees verder “Armenië en China”

Nagorno Karabach

Sargis Baghdasaryan, “Wij zijn onze bergen”

Deze week was ik even in Nagorno Karabach, een Armeense exclave binnen de grenzen van Azerbaijan. In de verwarde laatste jaren van de Sovjet-Unie streefde dit gebied naar aansluiting bij Armenië en toen Azerbaijan zich in 1991 onafhankelijk verklaarde van de Sovjet-Unie, riep Nagorno Karabach de onafhankelijkheid uit. De officiële naam is Republiek Artsakh. In de daarop volgende oorlog, die duurde tot 1994, veroverden de Karabachers het gebied dat hen scheidde van Armenië, zodat er nu twee Armeense staten naast elkaar liggen, met een grens die ze allebei liever kwijt zijn, maar die er nog wel even zal liggen omdat er geen vredesverdrag is en geen land ter wereld de onafhankelijkheid van Nagorno Karabach erkent, laat staan de veroveringen.

Er wordt aan de grenzen nog weleens geschoten en soms laait het geweld nog op: in 2016 is er nog vier dagen hard gevochten. De laatste vier maanden zijn er echter geen schietincidenten gemeld en vorige maand was er politiek overleg over de blauwdruk voor een door de OVSE voorgesteld vredesverdrag. Dat liep op niets uit, maar ik heb me laten vertellen dat veel Armeniërs menen dat de eigen regering sinds de democratische revolutie van vorig jaar geen behoefte meer heeft aan een buitenlandse vijand en daarom bereid zal zijn tot concessies. Ik vond dat interessant, want het illustreert dat de Armeniërs erkennen dat de Azeri’s niet de enige agressor zijn.

Lees verder “Nagorno Karabach”