Het bombardement op Mortsel

Ravage van het bombardement op Mortsel (© P. K. Kropf, Antwerpen, MAS, Collectie Meathouse, AV.1943.031.033-106.)

Wanneer het gaat om bombardementen in de Lage Landen denkt men spontaan aan Rotterdam in mei 1940 of Antwerpen onder de V-bommen. Minder bekend is het drama dat zich voltrok in Mortsel op 5 april 1943, vandaag tachtig jaar geleden.

Mortsel is dan een verstedelijkte gemeente net ten zuiden van Antwerpen. Er zijn verschillende scholen. Aan de rand liggen enkele fabrieken en het vliegveld van Deurne. Deze combinatie zal op een lentedag in 1943 uiterst dodelijk blijken.

Het vliegveld wordt door de bezetter vooral gebruikt om vliegtuigen te testen en te herstellen. Dat gebeurt in de nabijgelegen voormalige Minerva-autofabriek, die de Duitsers omvormen tot Frontreparaturbetrieb Erla VII. Een gedroomd doelwit voor een geallieerd bombardement.

Lees verder “Het bombardement op Mortsel”

Fietsen in de Maasvallei

De Maasvallei bij Chokier

Ik heb weleens geblogd over het Land van Herve: het mooie deel van België recht onder Nederlands Zuid-Limburg. Neem (als u uit Nederland komt) de trein naar Heerlen, stap over op de trein naar Aken of fiets rechtstreeks naar Vaals, klim naar het Drielandenpunt en ga daarvandaan richting Luik en je ziet dat het Land van Herve echt prachtig is. Niet voor niets hebben de goede god en de duivel er ooit een damwedstrijd gehouden.

Luik

Eenmaal in Luik bent u in de vallei van de Maas. Eerlijk is eerlijk: Brusselse wafels zijn smakelijker dan Luikse, maar Luik heeft dan weer de Liégeois en die heeft Brussel weer niet. Er zijn in Luik verschillende mooie middeleeuwse kerken (zoals, zoals) en er is ook een schitterend spoorwegstation. Het Musée Grand Curtius heeft een adembenemende collectie glas en een degelijke archeologische afdeling. Het Archéoforum voor het prinsbisschoppelijk paleis viel mij wat tegen; er is hier overigens ook een monument voor de aanslag van 2011.

Lees verder “Fietsen in de Maasvallei”

Het verhaal van Vlaanderen

[Een gastbijdragen van Dirk Zwysen over de televisiereeks “Het verhaal van Vlaanderen”.]

De voorbije dagen is er in Vlaanderen ophef over de televisiereeks “Het verhaal van Vlaanderen”. Hoewel presentator Tom Waes zelf beweert dat hij jongeren wil warm maken voor geschiedenis, geeft alvast de Vlaamse overheid grif toe dat het project de Vlaamse identiteit moet helpen versterken. Daarvoor sprokkelden de verschillende N-VA-ministers twee miljoen euro subsidies bij elkaar.

De discussie is tenenkrullend voorspelbaar. Men plaatst de royale sponsoring tegenover de crises in kinderopvang, onderwijs en ouderenzorg. Daarnaast beschuldigen de progressieve en nationalistische partijen elkaar over en weer van identitaire propaganda of zelfhaat. Ik meende, gehersenspoeld als ik ben na jaren Mainzer Beobachter, een lans te breken voor geschiedenis om de geschiedenis en stuurde deze lezersbrief naar De Standaard:

Lees verder “Het verhaal van Vlaanderen”

De Late Oudheid (2)

Laatantiek mozaïek ter gelegenheid van een stadsstichting (Beit ed-Din)

[Tweede stukje over de presentatie van het Gentse Centrum voor Late Oudheid (GCLA). Het eerste was hier.]

Optativus

Een van de leuke dingen van de taalkunde is dat de “great divide” die de Romeinse literatuur teistert, hier niet bestaat. Er is geen of weinig verschil tussen het Grieks van de heidense auteur Libanios en zijn christelijke tijdgenoot Gregorios van Nazianze. Ambrosius begreep prima wat Symmachus schreef.

Lees verder “De Late Oudheid (2)”

De Late Oudheid (1)

Portret van een Romein, pakweg 425 na Chr. (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

De Late Oudheid is in de mode. Waarom dat zo is, ik heb geen idee, maar onlogisch is het niet. Ooit stond de Klassieke Periode centraal en toen men daarop was uitgekeken, ging men kijken naar de Archaïsche Tijd. Die stond in de tweede helft van de twintigste eeuw meer in de belangstelling dan daarvoor. Toen daar het nieuwe vanaf was, verschoof de belangstelling als vanzelf naar de Late Oudheid. Zoiets zal het zijn geweest. Denk ik. Wat misschien ook speelt: de Late Oudheid is de tijd waarin West-Europa is geboren. Het Romeinse Keizerrijk maakte plaats voor koninkrijken die lijken op het latere Italië, Spanje, Frankrijk en Engeland. Het christendom brak door. De romaanse en germaanse talen worden herkenbaar. En aan het eind van de periode was er zelfs een gezamenlijke Saraceense vijand. In een tijd van Europese eenwording ligt belangstelling voor de Late Oudheid voor de hand.

De Gentse universiteit vindt het tijdperk zo belangrijk dat ze het Gentse Centrum voor Late Oudheid (GCLA) geeft opgericht. Er is daar tussen Leie en Schelde namelijk behoorlijk wat expertise aanwezig: vijftig, zestig archeologen, historici, taalkundigen en letterkundigen, en bij laatstgenoemden mag u denken aan Latijn, Grieks en Aramees. Men presenteerde zich gisteren en omdat ik vandaag in Gent moest zijn – ik spreek vanavond – besloot ik een dagje eerder te gaan om te luisteren. Ik ga geen verslag doen, maar bied wel een paar losse observaties. Niks bijzonders, gewoon wat dingen die me troffen.

Lees verder “De Late Oudheid (1)”

La petite ligne Maginot

Als ik het goed heb begrepen, was de Belgische regering in 1936 buitengewoon teleurgesteld in haar Franse bondgenoot, die zich niet actief genoeg zou verzetten tegen de opkomst van Adolf Hitler. In oktober van dat jaar verklaarde koning Leopold III zijn land neutraal. Voor de Franse generale staf, die had gemeend dat België, net als in de Eerste Wereldoorlog, zij aan zij met Frankrijk zou vechten tegen de Duitsers, was het herstel van de Belgische neutraliteit een streep door de rekening. Men had gemeend Noord-Frankrijk te kunnen verdedigen in België, waar machtige forten als Battice de Duitsers dagenlang zouden tegenhouden. Nu moest Frankrijk zijn noordgrens verdedigen in eigen land.

De Franse regering besloot daarop om de Maginotlinie, die langs de Frans-Duitse grens lag, te verlengen langs de Belgische grens. Het project, La petite ligne Maginot, begon nog in 1936 en had in 1941 voltooid moeten zijn. In mei 1940 waren de bunkers gereed, maar onvolledig ingericht. Periscopen ontbraken en niet alle geschut was aanwezig. Het was sowieso geen massieve verdedigingslinie zoals de echte Maginotlinie; eerder was het een netwerk van grote en kleine bunkers, met een tankgracht.

Lees verder “La petite ligne Maginot”

Chrodoara van Amay

Sarcofaag van Chrodoaray van Amay

Twee jaar geleden maakte ik een fietstocht door de Maasvallei. Hoewel de coronamaatregelen op dat moment niet meer zo streng waren, bleken de archeologische musea die ik had willen bezoeken, zonder uitzondering gesloten. Dat gold ook voor de kapittelkerk van Amay, dat u zo’n vijfentwintig kilometer stroomopwaarts van Luik moet zoeken. Daar is een belangrijk Merovingisch graf, maar de kerk was en bleef gesloten. Gisteren had ik meer geluk. Heel veel geluk zelfs, want we arriveerden toen de kerk eigenlijk al dicht was, maar een vriendelijke mevrouw die het wat sneu vond dat ik voor de tweede keer voor niets was gekomen, gaf ons een uitgebreide rondleiding. En zo zag ik dan toch de sarcofaag van Chrodoara van Amay. Het is wat overdreven die aan te duiden als de belangrijkste archeologische vondst in de Lage Landen sinds de opgraving van Dorestad, maar het graf is wel heel erg bijzonder.

Chrodoara

De sarcofaag is in 1977 aangetroffen onder de apsis van de kerk. De inscriptie S(an)C(t)A CHRODOARA identificeerde de overledene, en er bleek ook een kort  rijmpje dat vertelde dat ze had behoord tot de nobilitas (de allerhoogste adel) en dat ze uit haar eigen vermogen heiligdommen had gesticht. Dat edellieden uit eigen vermogen schenkingen deden, was blijkbaar vermeldenswaard.

Lees verder “Chrodoara van Amay”

Searching for Utopia

“Searching for Utopia” (Namen)

Bij het kunstevenement ArtZuid plaatst men in het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid allerlei contemporaine sculptuur. Die staat er dan een tijdje en gaat dan weer weg, waarna twee jaar later weer andere beelden worden geplaatst. Vaak is het  aanbod geslaagd, in 2017 was het onthutsend voorspelbaar en meestal is er een absolute publieksfavoriet. Geen enkel kunstwerk maakte meer en positievere reacties los dan “Searching for Utopia”, dat in 2011 stond aan de Apollolaan. Een gigantische schildpad, waarop een mannetje zat, langzaam zoekend naar een betere wereld.

De populariteit kwam misschien door de locatie. Het beeld stond meteen achter een oorlogsmonument. Een prachtige aanvulling die bij menigeen de associatie opriep met Bloems’ constatering “zo moeizaam triomfeert gerechtigheid”. Het kunstwerk was echter ook uit zichzelf geweldig en mocht wat langer blijven staan om ArtZuid de gelegenheid te geven de fondsen te verzamelen om het aan te schaffen. Dat is dus niet gelukt.

Lees verder “Searching for Utopia”

Bruxelles, je t’aime

Mijn fiets in Brussel

Recht op de man kreeg ik onlangs de vraag voorgelegd: “Waarom houd je eigenlijk van Brussel?” De vraag kwam onverwacht en ik was op het verkeerde been gezet. “Omdat het een stad is”, was het eerste wat ik bromde. Dat klopt ook wel. Ik had ook kunnen antwoorden “Omdat er een Librairie Jona is”. Het stukje dat ik daarover ooit schreef, kwam uit mijn tenen. Al gaat het natuurlijk niet over Brussel.

Ik geloof dat het eigenlijke antwoord in het verlengde van de vorige alinea ligt. Brussel heeft – for better or worse – iets internationaals, meertaligs en multicultureels. Voor wie, zoals ik, woont in een stad waarin steeds meer Engels wordt gesproken door mensen die volstrekt niets interessants te melden hebben, is het een verademing te wandelen door een stad waar Frans nadrukkelijk aanwezig is. Ik weet niet of alles wat in die taal wordt gezegd interessant is, maar het is tenminste iets anders.

Lees verder “Bruxelles, je t’aime”

W.H. Auden, Musée des Beaux Arts

Museum voor Schone Kunsten, Brussel

Er zijn weinig schilders waarvan ik meer houd dan van Pieter Bruegel, over wiens Landschap met de Val van Ikaros ik al eens blogde. Het is namelijk helemaal niet van Bruegel. In een ander blogje, een van mijn favorieten, beschreef ik hoe de Berlijnse schilder Robert Seidel Bruegels Jagers in de sneeuw gebruikte voor een schitterend nieuw schilderij.

De dichter W.H. Auden verwees naar twee of drie van Bruegels schilderijen in een van zijn beroemdste gedichten, Musée des beaux arts (1938). Het gaat om de Volkstelling in Betlehem, het Landschap met de Val van Ikaros en waarschijnlijk ook De kindermoord in Betlehem. Alle drie zijn te zien in de Musea voor Schone Kunsten in Brussel. Omdat ik ook het gedicht mooi vind, wilde ik daar al jaren een kijkje gaan nemen, maar het kwam er nooit van. Tot vandaag dan.

Het was een fijn bezoek. Het lukt me nooit om in een schilderijenmuseum van meer dan drie doeken écht te genieten, en hier was het niet moeilijk te kiezen welke. Ze hangen bij elkaar in dezelfde zaal. Dus hierbij: het gedicht van Auden, met bijbehorende illustraties.

Lees verder “W.H. Auden, Musée des Beaux Arts”