In De uitvalsels geeft de heer Olivier B. Bommel treffend uitleg over het wezen der poëzie. De aanleiding is een bezoek aan Querulijn Xaverius, Markies de Canteclaer van Barneveldt, die lijdt aan een migraineaanval ten gevolge van het componeren van een vers. Hierop legt Bommel aan Kwetal uit wat dichters zijn:
Lieden die woorden op een rijtje zetten. Daardoor krijgen die woorden een betekenis die ze eerst niet hadden, en daardoor lijkt het veel mooier dan het is. Dat is natuurlijk moeilijk werk, en daardoor krijgen ze hoofdpijn, als je begrijpt wat ik bedoel.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.