Slaaponderzoek

Ich bleibe zu Hause, ich bleibe im Bett (gevelsteen, Pijlsteeg 11, Amsterdam)

Ik heb al eens eerder geblogd over de slaapstoornis waarvan ik last heb (1, 2, 3), en het stukje dat u nu begint te lezen, is daarop in zekere zin het vervolg.

De stoornis is op het eerste gezicht simpel te beschrijven. Ik kan ’s morgens niet wakker worden, ben de hele ochtend en middag suf en word dan ’s avonds ineens superactief. Ik heb hiervan al mijn hele leven last en het maakt het leven soms wat lastig. In militaire dienst wilde ik alleen deugen voor het draaien van nachtwachten, als kantoormedewerker functioneerde ik nooit lekker en toen ik was verbonden aan een universiteit, was ik altijd de laatste die het gebouw verliet, vervloekend dat men niets wilde regelen om de leeszaal 24/7 open te laten zijn.

Lees verder “Slaaponderzoek”

Het innerlijke uurwerk

Hoe de zomertijd mijn slaapritme verstoorde

In de laatste jaren van de vorige eeuw werkte ik in Rijswijk. Dat was nog niet zo gemakkelijk, want ik woon in Amsterdam. Ik moest onzalig vroeg opstaan, kwam moe aan op kantoor, had sloten koffie nodig om de dag door te komen en kreeg weinig werk gedaan. Mijn collega’s waren allemaal stukken efficiënter. Dan volgde de treinrit naar huis, maar als ik daar eenmaal was, blaakte ik ineens van energie, tot ik om twee uur ’s nachts naar bed ging. Om kwart voor zeven ging de wekker weer, waarna de cyclus opnieuw begon. Ik was eeuwig moe. Alleen op zaterdag en zondag, als ik kon uitslapen tot een uur of twaalf, voelde ik me redelijk fit.

Wat ik destijds niet wist, was dat mijn biologische klok later loopt dan die van de ideale kantoormedewerker, die de meeste energie heeft tussen negen en vijf. Ik heb mezelf vaak mijn egoïsme verweten – waarom kon ik voor mijn collega’s niet evenveel energie opbrengen als voor mijn werk ’s avonds? – en gedacht dat ik lui was. Pas een paar jaar geleden ontdekte ik dat mijn Delayed Sleep Phase Syndrome genetisch bepaald is, en dat het niets heeft te maken met egoïsme of gebrek aan wilskracht. Dat zijn moralistische praatjes.

Lees verder “Het innerlijke uurwerk”

Vertraagd slaapritme

Het delayed sleep phase syndrome, waarover ik al eens eerder blogde, houdt in dat je biologische klok enkele uren achterloopt bij die van andere mensen. Wie ermee kampt en bovendien (zoals de meeste Nederlanders) een kantoorbaan heeft, beweegt zich weinig alert door de ochtendspits, doet zijn werk minder efficiënt dan zijn collega’s, houdt zich op de been met sloten koffie, is ’s avonds ineens vol energie, valt pas om drie uur in slaap en wenst de wekker om zeven uur ’s morgens naar de hel.

Vier uur slaap per nacht is te weinig. Mensen met DSPS halen het meestal in de weekends in, maar vaak zijn ze zondagavond nog altijd niet uitgerust. Dat vergroot de kans op enkele ernstige en minder ernstige kwalen en kwaaltjes.

Lees verder “Vertraagd slaapritme”

Delayed Sleep Phase Syndrome

Telefoon. Een ondernemer moet twee kozijnen in mijn huis vervangen. We hebben wat moeite een datum te prikken, maar vinden uiteindelijk een geschikt moment en maken een afspraak. Pas dan komt het nare nieuws: hij zal al om half acht ’s morgens beginnen.

U vraagt zich af waarom dit voor mij naar nieuws is. Ouders met schoolgaande kinderen staan tenslotte ook om zeven uur naast hun bed. Mijn probleem is dat mijn biologische klok anders werkt dan de uwe. Dat heet het Delayed Sleep Phase Syndrome.

Lees verder “Delayed Sleep Phase Syndrome”