Caesar aan het werk

Het oudste manucript van de Gallische Oorlog van Caesar ligt in het Allard Pierson-museum in Amsterdam.

Als ik u zeg dat het was in het voorjaar van het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius later als consuls hun naam zouden geven, dus zeg maar 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat dit een blogje is in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het vaarseizoen

Ik heb geen idee, maar we mogen speculeren. Om te beginnen was het vaarseizoen begonnen. Voor de stad Rome was dat goed nieuws, want nu konden graanschepen naar Italië komen. Doorgaans kwamen die van Sicilië en uit Afrika, maar in die laatste provincie waren Caesars tegenstanders zich aan het verzamelen. Het lijdt geen twijfel dat die het graan liever behielden voor de legers die ze daar opbouwden. In Italië dreigde hongersnood. Caesar zal graanschepen vanuit Egypte hebben willen sturen, maar zolang zijn tegenstanders beschikten over een goede vloot, was dat riskant.

Lees verder “Caesar aan het werk”

De Nijlcruise van Caesar en Kleopatra

Kleopatra en Caesar: scène uit de speelfilm Cleopatra (1963)

Als ik u zeg dat het was in de maand phamenoth in het vijfde regeringsjaar van koningin Kleopatra VII Filopator, en als ik dat omreken naar maart 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Kleopatra en Caesar

We hebben geen idee. Hij is zoek. Op 27 maart, onze 6 februari, was hij in Alexandrië en op 28 juni, onze 17 april, neemt hij daar afscheid. Waar hij in de tussenliggende tijd was, is onbekend. Er is wel beweerd dat hij met Kleopatra een cruise maakte over de Nijl, maar daarvoor is geen bewijs. Het is meer Hollywood  (zie boven) dan feit.

Van de andere kant: sinds het oversteken van de Rubico waren zevenentwintig maanden verstreken, maanden waarin hij voortdurend op reis was geweest en had moeten vechten. Als we Ploutarchos mogen geloven, was Kleopatra aangenaam gezelschap, al sprak ze geen Latijn.

Lees verder “De Nijlcruise van Caesar en Kleopatra”

De boeken uit Nag Hammadi

Gnostische hanger uit Byblos; afgebeeld is de leeuwenkop-slang Yaldabaoth, de kwade demiurg die zielen opsloot in de materie (Nationaal museum, Beiroet).

Egypte is een “geschenk van de Nijl” maar dat wil niet zeggen dat het leven van de Egyptische landsman genoeglijk heen rolt. Wat de grote stroom ook brengt, geen zout, terwijl dat wel nuttig is. Zo kwam het dat op een ochtend in december 1945 twee boeren uit het Midden-Egyptische stadje Nag Hammadi, Mohammed en Khalifa Ali, op weg gingen naar de hellingen van de berg Jabal al-Tarif.

Tijdens hun rit bespraken ze de dood van hun vader, in de zomer. Hij had irrigatiewerken bewaakt bij de stad Nag Hammadi en op een nacht een stroper doodgeschoten, maar was daarna zelf vermoord. De familie wist niet wie dat gedaan kon hebben, en omdat ook de politie weinig kon doen, had ze het gevoel dat de plicht tot bloedwraak nog op haar rustte.

Lees verder “De boeken uit Nag Hammadi”

Oxyrhynchos (3)

De nachtwacht van Oxyrhynchos heeft een verzoek aan de politie. Om bewustzijn voor het belang van hun opgraving te creëren, zorgden Grenfell en Hunt ervoor dat ook musea buiten Oxford beschikking kregen over delen van het materiaal. Daarom is dit verzoekschrift te zien in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.

Mijn vorige blogje over Oxyrhynchos rondde ik af met een opmerking over het kadaster. Dat was een voorbeeld van een administratief document. Daarover nu het een en ander.

Het dagelijks leven

Uit Oxyrhynchos kennen we belastingaangiften, vergunningen, een beschrijving van restauratiewerkzaamheden, aktes, regelgeving, het rapport van een lijkschouwer, verzoekschriften, notulen van rechtszaken, aantekeningen van een volkstelling, juridische paperassen, een verslag van werkzaamheden aan de afwateringskanalen en documenten met betrekking tot de graanuitdeling aan de armen. Een apart genre is de acclamatie, waarmee de volksvergadering of een andere samenkomst van burgers loftuitingen richtte tot de gezagsdragers.

Lees verder “Oxyrhynchos (3)”

Oxyrhynchos (2)

Ook in Oxyrhynchos las men Sallustius’ Oorlog tegen Jugurtha (Neues Museum, Berlijn)

In het vorige stukje vertelde ik iets over de werkzaamheden van Bernard Grenfell en Arthur Hunt aan het begin van de vorige eeuw in Oxyrhynchos. Ze slaagden erin vele tienduizenden papyri te bergen voordat ze unprovenanced op de zwarte markt zouden komen, waar ze geen wetenschappelijke waarde meer zouden hebben. In dit tweede blogje iets meer over wat de betekenis is van hun vondsten. Eerst het christelijke materiaal dat de belangstelling van de opgravers het meeste had, daarna de rest.

Christelijke teksten

Tot op heden zijn uit Oxyrhynchos vijftien fragmenten uitgegeven van het Evangelie van Mattheüs en veertien van het Evangelie van Johannes. De andere canonieke evangeliën, Marcus en Lukas, zijn met elk twee exemplaren vertegenwoordigd en dat is dus minder dan de tien exemplaren van de Herder van Hermas, een christelijke tekst die nooit tot de canon is gerekend maar in Oxyrhynchos dus goed was vertegenwoordigd. Hier hebben we een doorkijkje naar een pluriform christendom uit de periode voor er behoefte was aan orthodoxie.

(Tussen haakjes: een van de twee Marcus-fragmenten is de beruchte Eerste-eeuwse Marcus. U zult zich herinneren hoe Dirk Obbink een bevriende oudheidkundige manipuleerde om de prijs op te drijven.)

Lees verder “Oxyrhynchos (2)”

Oxyrhynchos (1)

Een bewoner van Oxyrhynchos, afgebeeld met schrijfgerei (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Nou blog ik afgelopen laatst over de Kopten en noem ik in dat stukje Oxyrhynchos, maar ik heb nog nooit over Oxyrhynchos geblogd! Tijd voor wat background repair.

Geschikte plek

Ik noemde al dat de Oxfordgeleerden Bernard Grenfell (1870-1926) en Arthur Hunt (1871-1934) er vanaf 1896 een soort noodopgraving deden. Ze wilden, voordat plunderaars het materiaal unprovenanced op de markt gooiden, papyri bergen. Unprovenanced papyri hebben immers geen wetenschappelijke waarde. Papyri zijn eenvoudig te vervalsen – ik schreef er elders meer over – en zulk materiaal kan dus vals zijn. De waarde ervan is even groot als die van een laboratoriumproef waarvan de opstelling niet is genoteerd.

Lees verder “Oxyrhynchos (1)”

De Kopten (2)

Het witte klooster in Sohag

Vandaag ga ik verder met mijn verhaal over de Kopten; het eerste deel was hier. Ik heb het vooral over de christenen van laatantiek en vroegmiddeleeuws Egypte, maar er zijn natuurlijk nog altijd Kopten.

Christendom

Het christendom is vrij vroeg aangekomen in Egypte, maar hoe dat is gebeurd, is een van de grootste raadsels uit de oudheidkunde. We hebben geen idee. Dat de evangelist Marcus de eerste bisschop van Alexandrië zou zijn geweest, is een verzinsel. (Het roept wel de vraag op wie er begraven ligt in de San Marco in Venetië.)

Lees verder “De Kopten (2)”

De Kopten (1)

Reliëf uit Oxyrhynchos, vijfde eeuw (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Hé, heb ik nog nooit geblogd over de Kopten? Heb ik echt nog nooit geschreven over die fascinerende laatantieke beschaving? Daar moet rap verandering in komen. Eerst maar eens een woord over de wijze waarop ze in West-Europa in beeld zijn gekomen. Helaas niet om wie ze zelf waren, maar om iets dat voor Europeanen interessant was (zoals ook ik vooral over ze schrijf omdat ze relevant zijn voor mijn blog). Daarna hebben we het over zaken als hun taal en literatuur. Morgen behandel ik dan het christendom, de kunst en de wijze waarop ze zijn gemarginaliseerd.

Ontdekking

De Kopten zijn natuurlijk altijd bekend geweest. Het zijn de christenen van het gebied langs de Nijl. In de vijfde eeuw scheidden hun wegen van die van de aanhangers van de Romeinse staatskerk en sindsdien beschouwden Europeanen de Kopten als afgedwaalden. Dat ze Arabisch gingen spreken, zal weinig hebben bijgedragen aan het begrip, want met die taal leken de Kopten op moslims. Hun liturgische taal, die we Koptisch noemen, was echter een voortzetting van het oud-Egyptisch. En dat maakte de Kopten vanaf de achttiende eeuw ineens interessant. Jean-François Champollion zou rond 1822 het Koptisch gebruiken als sleutel bij de ontcijfering van de hiërogliefen en het Egyptisch van de farao’s.

Lees verder “De Kopten (1)”

Caesar en Kleopatra in Alexandrië

Een jonge Ptolemaïsche heerser, misschien Ptolemaios XIV, de jongere broer en echtgenoot van Kleopatra VII (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

[Derde deel van een reeks over de Slag aan de Nijl, waarin Julius Caesar het Egyptische verzet tegen de heerschappij van Kleopatra VII brak. Het eerste deel was hier.]

Met de dood van Ptolemaios XIII was een einde gekomen aan de Alexandrijnse Oorlog. Caesar zal opgelucht zijn geweest. Hij moet hebben geweten van de onrust in het huidige Turkije en Andalusië, hij kan niet hebben geweten dat de Dalmatische problemen inmiddels waren opgelost en moet de ergste vermoedens hebben gehad over de republikeinen die zich in Tunesië verzamelden. Hij had nu tenminste zijn bewegingsvrijheid terug.

De val van Alexandrië

Dat de slag aan de Nijl nooit ver van Alexandrië gestreden kan zijn, blijkt uit het feit dat Caesar nog die middag kon terugkeren naar de hoofdstad van Egypte. We geven het woord weer aan de auteur van De Alexandrijnse Oorlog:

Caesar haastte zich langs de kortste weg over land met zijn ruiters naar Alexandrië en trok als overwinnaar de stad binnen aan de kant die door troepen van de vijand werd bezet. Hij kwam niet bedrogen uit in zijn verwachting dat de vijanden, als ze van dat gevecht hoorden, elke gedachte aan oorlog voeren zouden laten varen. (33; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Caesar en Kleopatra in Alexandrië”

De slag aan de Nijl (2)

Kleopatra VII, die het meeste profiteerde van de slag aan de Nijl (Koninklijke bibliotheek van België, Brussel)

[Tweede deel van een stuk over de Slag aan de Nijl, waarin Julius Caesar het Egyptische verzet tegen de heerschappij van Kleopatra VII brak. Het eerste deel was hier.]

De anonieme auteur van De Alexandrijnse Oorlog vertelt dat koning Ptolemaios XIII een dorp vóór zijn kamp had versterkt en met een palissades had verbonden met zijn eigen basis.

Bestorming van een dorp

Afgaande op de reconstructie die Kromayer & Veith geven van de slag aan de Nijl, zou dat dorp Abu al-Khazr geweest moeten zijn, maar ik ben niet overtuigd. Hoe dat ook zij, op 6 februari 47 v.Chr., nadat zijn soldaten een dag rust hadden gehad, nam Caesar het dorp stormenderhand in.

Lees verder “De slag aan de Nijl (2)”