
Een tijdje geleden blogde ik over Romeins kannibalisme en ik wees erop dat in antieke steden nogal wat varkens en honden rondiepen, dieren die de gewoonte hebben afval te eten. Ze golden in het oude Nabije Oosten niet voor niets als onrein. Het was, zo schreef ik, dan ook “niet zo vreemd dat bijna de helft van alle bekende amuletten betrekking heeft op maagkramp”. Ik voegde toe dat de Romeinen geen verband legden tussen maagkramp en het eten van vlees dat, toen het nog op vier poten rondwandelde, afval had gegeten.
Daarop ontspon zich een discussie over het koken en bakken van vlees. Koken en bakken dienen immers om voedsel eetbaar dat eigenlijk niet zo goed eetbaar is, alsnog geschikt te maken voor menselijke consumptie. Ik legde de kwestie voor aan Manon Henzen van Eet!Verleden uit Nijmegen. Als Manon het niet zou weten, weet niemand het.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.