Het Erechtheion (3): Karyatiden

De Karyatiden in de zuidportiek van het Erechtheion

De gebouwen op de Akropolis verheerlijken Athene en zijn rol in de strijd tegen de Perzen. De metopen aan de zuidkant van het Parthenon, bijvoorbeeld, tonen de strijd tussen de Lapithen (de edele inwoners van Thessalië) en de woeste kentauren (half mens, half paard). Dit tafereel, een zogeheten kentauromachie, keert veelvuldig terug in de Griekse kunst. Wie tussen de regels doorleest, ziet dat de Atheners zich vereenzelvigden met de Lapithen en de barbaarse Perzen met de kentauren.

De Karyatiden

Ook het Erechtheion, dat ik in het vorige stukje beschreef, is niet vrij van zulke propaganda. Ze komt tot uitdrukking in de Karyatiden. De Romeinse architect Vitruvius, die in de eerste eeuw v.Chr. een uitvoerige verhandeling schreef over Romeinse en Griekse bouwkunst, geeft tekst en uitleg over deze jongedames. Volgens hem zouden de Karyanen – bewoners van Karyae, een stad op de Peloponnesos – de kant van de Perzen hebben gekozen tijdens de Grieks-Perzische Oorlogen. Als straf voor dit verraad werd de stad, na de Griekse zege, ingenomen en verwoest, werden de mannen gedood en werden de vrouwen meegenomen als slaaf. De eeuwige last die op het hoofd van de Karyatiden rust, staat symbool voor deze straf (Handboek Bouwkunde 1.1.5).

Lees verder “Het Erechtheion (3): Karyatiden”

Het Erechtheion (2): het gebouw

Het Erechtheion met een olijfboom

Het vorige stukje eindigde met de constatering dat het Erechtheion de locatie is van enkele Atheense mythen. Daardoor heeft het gebouw niet alleen een bijzonder plattegrond maar zijn er ook hoogteverschillen (tot wel drie meter) tussen de verschillende muren. Het gebouw staat namelijk op de noordelijke helling van de Akropolis.

Het complex kan opgesplitst worden in vier ruimtes:

  • Het hoofdgebouw
  • De noordportiek
  • De zuidportiek
  • Het Pandroseion

Lees verder “Het Erechtheion (2): het gebouw”

Het Erechtheion (1): de mythen

Het Erechtheion

Bij een bezoek aan Athene valt de Akropolis niet te vermijden. Het witte pad naar de top van deze tafelberg leidt naar de imposante Propyleeën met daarnaast de lieftallige tempel van Nikè. Eenmaal door de toegangspoort, wordt het oog meteen getrokken door het befaamde – en inmiddels niet langer onbediscussieerdeParthenon, de immense tempel van de godin Athena. Mijn persoonlijke voorkeur gaat echter uit naar het architectonische hoogstandje links van het Parthenon: het Erechtheion.

Koning Erechtheus

Alvorens daarover te vertellen, moeten eerst twee Griekse sagen nader worden toegelicht, om zo het gebouw en zijn betekenis beter te begrijpen. Om te beginnen het verhaal van Erechtheus. Deze legendarische koning van Athene, naar wie het Erechtheion is vernoemd, was het resultaat van de mislukte avances van Hefaistos aan het adres van Athena.

Lees verder “Het Erechtheion (1): de mythen”

M7 | Macedonië na Alexander

De Zon van Vergina, verondersteld dynastiek symbool van Macedonië (Archeologisch Museum, Thessaloniki)

Een geschiedenis van Macedonië na Alexander de Grote begint met de dynastie die er tot 168 v.Chr. de scepter zwaaide: de Antigoniden, waarover ik het al eens heb gehad en die ik nu oversla. De Romeinen veroverden het gebied, splitsten het eerst in vieren en annexeerden het kort daarna definitief. In 146 volgden de verwoesting van Korinthe en de inlijving van Griekenland. Het zuidelijke Balkanschiereiland was zo deel geworden van de Romeinse wereld. En zoals overal was dat de wereld waarin de Griekse cultuur zich verspreidde.

De verdwenen taal

Hadden de Macedoniërs in de tijd van Filippos en Alexander nog Macedonisch gesproken naast het Noordwest-Grieks, in de Romeinse tijd helleniseerden ze helemaal. De weinige resterende sporen van het Macedonisch kennen we uit Griekse woordenboeken uit de keizertijd: woorden als sarissa (lans), abagna (roos) en peliganes (raad van ouden) zijn wel Indo-Europees maar niet Grieks. Die woordenboeken waren nodig omdat het Macedonisch inmiddels voor Grieken nog onbegrijpelijker was dan in de vierde eeuw, toen al tolken nodig waren.

Lees verder “M7 | Macedonië na Alexander”

M1 | Macedonië

De Olympos, heilig voor Griekenland en Macedonië

Een van de historische personages die op deze blog het meest frequent wordt genoemd, is Alexander de Grote. Hij was koning van Macedonië en ik heb op deze blog over dat koninkrijk eigenlijk geen enkele informatie. Omdat ik er toch geregeld naar verwijs, plaats ik maar eens een reeks van zeven blogjes over Macedonië.

Macedoniërs en Grieken

Om te beginnen: Macedonië is in de twintigste eeuw van tijd tot tijd een omstreden thema geweest. Daarop kom ik in het laatste blogje terug. Toch is het op zich niet ingewikkeld. Het Macedonische kerngebied is het vlakke landschap ten noorden van de heilige berg Olympos. Hier lag de oude hoofdstad Aigai en in Dion, even verderop, vonden religieuze plechtigheden plaats voor de god Zeus. De Macedonische stammen en hun Griekse zuiderburen hadden een vergelijkbare cultuur en vereerden dezelfde goden. Er waren tevens taalkundige overeenkomsten, want de Macedoniërs spraken behalve hun eigen taal ook een Grieks dialect, het zogeheten Noordwest-Grieks.

Lees verder “M1 | Macedonië”

Naxos, museaal juweeltje in wording

Cycladenidool (Archeologisch Museum, Naxos)

In mei 2023 verjaarde een Griekse vriend van me, en hij wilde dat feestje vieren op Naxos. Dit grootste eiland van de Cycladengroep bezocht ik voor het eerst in 1975, toen het er nog rustig was.

Een kleine vijftig jaar later is het helaas een echt toeristenoord geworden, met een heuse promenade en tourist traps in de hoofdstad, vakantiedorpen langs de overigens prachtige zandstranden in het westen, quads (vierwielers met motor) scheurend over de wegen…niet meer mijn ding. Af en toe verblijf ik een nacht in de hoofdplaats Chora, ‘in between ferries’ (als overstap naar de Kleine Cycladen, waaronder het nog idyllische Donoussa).

Lees verder “Naxos, museaal juweeltje in wording”

VI Ferrata, het Gestaalde Legioen (1)

Ere-inschrift uit Smyrna voor een officier van VI Ferrata (vertaling; Louvre, Parijs)

Een tijdje geleden ben ik begonnen met bloggen over de geschiedenis van de diverse Romeinse legioenen. Ik begon met de eenheden die een rol speelden in de Tweede Burgeroorlog, waarover ik immers ook blog: III Gallica, V Alaudae en X Gemina kwamen zo al aan bod. Vandaag het zusterlegioen van het Vijfde: VI Ferrata. Je zou het kunnen vertalen als “het gestaalde legioen”. Het Engelse iron-clad dekt de lading ook mooi. Het zal verwijzen naar de pantserhemden die de soldaten droegen, de lorica hamata.

Ontstaan

Net als het Vijfde legioen, de Leeuweriken, is het Zesde Legioen, in 52 v.Chr. door Julius Caesar gelicht op de Povlakte. Zoals ik al vertelde, was dat eigenlijk niet toegestaan, aangezien de bewoners van dat gebied geen Romeins burgerrecht hadden. Toen Caesar, na het uitbreken van de Tweede Burgeroorlog, eenmaal in Rome was, hielp hij zichzelf aan legitimatie met de Lex Roscia.

Lees verder “VI Ferrata, het Gestaalde Legioen (1)”

Heloten

Veel afbeeldingen van heloten zijn er niet en dat zegt wel iets. Dit zijn Spartaanse krijgers uit de archaïsche periode uit het museum van Sparta.

In de Oudheid waren alle mensen ongelijk. In elke stadstaat was burgerschap een voorrecht; ambten waren meestal voorbehouden aan rijke mannen; niet iedereen mocht dienen in het leger; niet iedereen mocht land bezitten; en vrijwel elke samenleving kende minstens één klasse van mensen die niet zichzelf bezaten. Zij waren onvrij. Dat alle leden van een samenleving voor de wet gelijk zouden zijn, dezelfde rechten hadden en vrij zouden zijn, bestond eenvoudigweg niet.

Heloten

De Spartaanse samenleving was op deze regel geen uitzondering. Ook hier waren de mensen verdeeld in verschillende standen, rangen en klassen. En ook hier bestonden onvrije arbeiders: de heloten. Doorgaans waren dit boeren, maar er zijn ook bedienden, bewakers en stalknechten bekend. Volgens de traditie was helotage ontstaan toen de Spartanen het aangrenzende Messenië onderwierpen en de bewoners, een ander volk dus, hun vrijheid ontnamen.

Lees verder “Heloten”

Het Pre-Grieks

“Saura”, “hagedis”, is een Pre-Grieks woord.

Omstreeks 2000 v.Chr. moeten Griekssprekende mensen vanuit het noorden het gebied van het huidige Griekenland zijn binnengetrokken. Daar valt natuurlijk veel over te vertellen (hoe kun je bijvoorbeeld je uit archeologische vondsten afleiden wat voor taal de dragers van de betreffende cultuur spraken?) – maar dat valt buiten het onderwerp van vandaag. Waar het nu om gaat is dat we die Griekssprekende mensen voor het gemak ‘Proto-Grieken’, d.w.z. ‘eerste Grieken’ noemen, en hun taal ‘Proto-Grieks’.

Dat Proto-Grieks had zich ontwikkeld uit het Proto-Indo-Europees, een taal (en allengs een verzameling dialecten) die in het vierde en derde millennium v.Chr. gesproken moet zijn in het Pontisch-Kaspische steppegebied van Oekraïne en Zuid-Rusland. Na hun aankomst in Griekenland hebben de Proto-Grieken zich in de daaropvolgende eeuwen verspreid over Griekenland en de kust van Klein-Azië. Ten gevolge van die verspreiding viel het Proto-Grieks in dialecten uiteen.

Lees verder “Het Pre-Grieks”

Oude olijfbomen

Laërtes’ olijfboom

Drie jaar geleden was ik in Souk Ahras, een klein Algerijns stadje dat ooit Thagaste heette en dat de geboorteplaats is van Augustinus. Er zijn geen opvallende resten uit de Romeinse tijd, maar achter het gemeentehuis toont men een olijfboom die, zo vertelt men, eeuwenoud is. Ik blogde er destijds over – lees maar – en schreef toen dat de christelijke veelschrijver de boom minimaal zou kunnen hebben gezien.

Het is niet de enige oeroude olijfboom. Het exemplaar hierboven staat op Ithaka en men vertelt ter plekke dat de vader van Odysseus, Laërtes, er weleens ging zitten als hij het gedonder in het paleis zat was. In Athene wijzen ze Plato’s olijfboom aan. In Libanon staan bij Bcheale zestien bomen die zouden zijn ontstaan toen Noach het olijftakje zou hebben geënt dat de duif hem na de Zondvloed had gebracht. Op de Olijfberg in Jeruzalem tonen ze u de bomen waaronder Jezus zou hebben gebeden voordat Judas hem kwam verraden.

Lees verder “Oude olijfbomen”