Amleth, Hamlet en The Northman

Een jaar of tien geleden bezochten mijn zakenpartner en ik Haithabu in het noorden van Duitsland. Ooit was dat een Noormannenstad en ik fantaseerde dat dit de plek was waar het oorspronkelijke verhaal van Hamlet zich kon hebben afgespeeld. Dat kennen we uit een middeleeuwse tekst: de Gesta Danorum van Saxo Grammaticus. U moet hem zo rond 1200 plaatsen. Hij is een tijdgenoot van Snorri Sturluson, de Edda-auteur die ik al eens noemde. Beide schrijvers tekenden de verhalen op van de Noormannen.

Saxo’s Amleth

Saxo’s Amleth is de zoon van de dappere Viking Horvendill en Gerutha. Als Horvendills broer Feng Horvendill doodt, vreest Amleth voor zijn leven en wendt voor waanzinnig te zijn. Op allerlei vragen geeft hij bizarre antwoorden – antwoorden die stuk voor stuk een dubbele bodem hebben die de lezer begrijpt maar de verhaalpersonages niet. Feng doorziet het echter en stuurt zijn neef naar Britannië, met een brief waarin staat dat de ontvanger de brenger moet doden. Net als in het toneelstuk van Shakespeare, vervangt de held de brief. Bij Saxo moet de ontvanger de brenger een geschikte echtgenote geven.

Lees verder “Amleth, Hamlet en The Northman”

Pytheas van Marseille

Gallische helmen, iets ouder dan de tijd van Pytheas (Musée d’archéologie nationale, Saint-Germain-en-Laye)

De Karthagers, die een buitenpost hadden aan de Straat van Gibraltar, hadden de onprettige gewoonte om iedere Griek te verdrinken die richting Atlantische Oceaan kwam. Om die reden, zo wist de Alexandrijnse geleerde Eratosthenes (die van de berekening van de aardomtrek), moesten Griekse rapporten over het westelijke wateren worden gelezen met de nodige scepsis. Die banvloek heeft zijn uitwerking niet gemist, want we hebben er niet één over. Wat we wel hebben, zijn wat fragmenten uit De Oceaan, het boek dat een zekere Pytheas rond 325 v.Chr. zou hebben geschreven.

Afkomstig uit de Griekse kolonie Marseille zou deze auteur erin zijn geslaagd de Karthaagse blokkade te omgaan en de Atlantische Oceaan te bereiken. De fragmenten, overgeleverd door niet minder dan achttien antieke auteurs, zijn interessant genoeg, zelfs als sommige van die achttien auteurs Pytheas citeren om aan te geven dat er niks van klopt. We krijgen een beeld van ’s mans omzwervingen – en dat is eindeloos fascinerend, al was het maar omdat hij de eerste is geweest die schreef over Nederland.

Lees verder “Pytheas van Marseille”

Byzantijnse krabbel (10): Een IJslander in Constantinopel

Een generaal en zijn lijfwacht (elfde-eeuwse fresco uit de St.Nikolaas-kerk in Myra)

IJsland, in het uiterste noordwesten van Europa, zal niet de eerste plaats zijn om informatie te zoeken over Constantinopel, in het uiterste zuidoosten. Maar toch: een oudheidkundige moet álles bekijken, want dataschaarste is zo’n beetje de definiërende trek van zijn werk. Dat geldt ook voor mediëvisten.

Vanaf de tiende eeuw had de keizer van het Byzantijnse Rijk een lijfwacht die voor een groot deel bestond uit Noormannen. Dit was niet ongebruikelijk. Julius Caesar had zich al laten begeleiden door een groep Germanen en de keizers van het Julisch-Claudische huis hadden Bataafse troepen om hen te bewaken. Latere vorsten namen andere Germanen in dienst. Het voordeel van een lijfwacht van “barbaren” was dat ze in de hoofdstad geen contacten hadden en de taal slecht spraken, zodat ze alleen loyaal waren aan de keizer zelf. Zo ook dus de Byzantijnse vorst, die noordelingen in dienst nam: de Varangiaanse Garde.

Lees verder “Byzantijnse krabbel (10): Een IJslander in Constantinopel”

Een overbodig boek

Er zijn wat standaardadviezen voor iedereen die nonfictie recenseert: kijk vooral naar de inhoud en niet teveel naar de stijl; het gaat om de lezer en niet om de auteur; beperk je tot het boek en polemiseer niet met titel, flaptekst of reclame. En ook: laat een boek onbesproken als de informatie al op het internet is te vinden. Niemand wordt er immers beter van als overbodige boeken ook nog eens onder de aandacht wordt gebracht. De Noordse mythen. Goden en helden van het oude Scandinavië van Carolyne Larrington is een voorbeeld van zo’n boek dat dertig jaar geleden de moeite waard zou zijn geweest, maar inmiddels geen noemenswaardig doel meer dient.

Ik heb het met plezier gelezen, dat wel, maar meer positiefs valt er niet over te zeggen. Larrington vertelt de oude verhalen na en geeft daarop commentaar, maar het is bijna allemaal ook online te vinden, waar je slechts een paar muisklikken bent verwijderd van aanvullende informatie. Ik zou dan ook eigenlijk liever niet over De Noordse mythen bloggen, maar de gebreken komen vaker voor, ook bij andere boeken, en ik denk dat het zinvol is ze nog eens te benoemen.

Lees verder “Een overbodig boek”

Vikingen in Assen

Een fijne, lichte opstelling

Vikingen, dat waren van die wilde krijgers uit het hoge noorden met helmen met horens. Ze voeren in drakars en plunderden alle kloosters en steden, zoals Dorestat. De middeleeuwers baden “van de woede der Noormannen, verlos ons Heer”. De Vikingen ontdekten IJsland, Groenland en de kust van Canada. Ze voeren over de Wolga. Ze aanbaden allerlei woeste goden.

Frankische broche, gevonden in Vasby

Een van de eerste voorwerpen in de tentoonstelling de Vikingen in het Drents Museum in Assen is een helm waarbij twee losse horens liggen. De uitleg maakt de bezoeker meteen duidelijk hoe weinig hij weet, want het blijkt dat er geen enkele Vikinghelm bekend is met horens; wel zijn er voorwerpen die de indruk wekken dat er iets op die helmen stond, maar dit zijn vermoedelijk vogelkoppen. Het misverstand is ontstaan toen Denemarken werd aangevallen door Pruisen en Oostenrijk, en de Denen een afschrikwekkend krijgersimago nastreefden. Zo ontstond het beeld van de woeste Viking. De horenhelm is uitgevonden bij opvoeringen van Wagners Ring des Nibelungen en werd zo over heel Europa populair.

Lees verder “Vikingen in Assen”

Naar het middelpunt der aarde

Je kunt de mensheid verdelen in twee groepen: degenen die hun jeugd niet verrijkt hebben gezien door de boeken van Jules Verne en degenen die De reis om de wereld in tachtig dagen, Twintigduizend mijl onder zee en de Reis naar de maan wél hebben gelezen. Het zijn de ultieme jongensboeken, en wie er als puber van heeft mogen profiteren, zal de rest van zijn leven de wereld blijven aanschouwen met verbazing, onbevangenheid en opwinding.

Om mijn Frans op peil te houden, probeer ik elk jaar minstens één zo’n roman te lezen, en dit jaar was het Voyage au centre de la terre, “Naar het middelpunt der aarde”. De plot is overbekend: professor Otto Lidenbrock uit Hamburg en zijn neef Axel ontdekken een oud, in runen geschreven document, waarin een zekere Arne Saknussemm aangeeft te zijn afgedaald in de IJslandse vulkaan Snæfellsjökull, waarna hij de enorme onderaardse ruimtes heeft bezocht. Onze helden maken, samen met de oersterke Scandinavische gids Hans, dezelfde reis en komen uiteindelijk via de Stromboli weer boven. Ondertussen hebben ze allerlei voorwereldlijke dieren gezien, of er – in een schitterend visioen – van gedroomd, en heeft Verne de lezers een lesje geologie gegeven.

Lees verder “Naar het middelpunt der aarde”