
Een vijand verslaan is één ding, het gebied pacificeren een ander. Traditioneel werkten de Romeinen in nieuw-verworven gebieden samen met de bestaande elite, die enerzijds het prestige had om haar onderdanen te bewegen Romeinse maatregelen te aanvaarden en anderzijds op de Romeinse steun aangewezen was om aan de macht te blijven.
Meestal koketteerden de notabelen met hun vriendschap met de machthebbers, zodat de uiterlijke vormen van de romanisering, zoals de beheersing van Latijn of Grieks, al gauw waarneembaar werden. Wie hogerop wilde, nam dit over, en binnen een generatie of twee, drie kon een gebied onherkenbaar veranderd zijn.
In Judea faalde dit mechanisme. De elite die de Romeinen in 6 na Chr. had welkom geheten was behulpzaam geweest, maar de hoge belastingdruk had het volk tot onrust gebracht. Daar kwam nog bij dat de joodse godsdienst het mogelijk maakte klachten te verwoorden op een religieuze wijze die door de Romeinen niet werd begrepen. Na de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chr. moesten de pacificatie en romanisering opnieuw beginnen, en er was geen elite om mee samen te werken.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.