Silphium op een niet zo beste foto die ik ooit maakte in het Bode-Museum in Berlijn
Het is zoiets als de coelacanth. U weet wel, de vissensoort die miljoenen jaren geleden zou zijn uitgestorven maar toch nog bleek te bestaan. Zo lijkt het nu ook te zijn met silphium, een plant die in de Oudheid een zekere beroemdheid had om zijn medicinale eigenschappen, die leek te zijn uitgestorven maar die toch blijkt te bestaan.
Dat is althans de claim die de Turkse farmacognost Mahmut Miski doet in dit artikel. De lezer moet nogal wat wetenschappelijk struikgewas kappen – het is maar een “preliminary morphological, chemical, biological and pharmacological evaluation”, het is slechts een “initial conservation study” en wil niet meer bieden dan een “reassessment of the regional extinction event”. Maar toch: het is de moeite van het overwegen waard.
Een herder met een struisvogel, een haan en een schaap (Wadi Imla)
Als het gaat om antiek materiaal, heb je vandalen en vandalen. Je hebt er die ruïnes plunderen om de vondsten te gelde te maken en je hebt er die verlost willen zijn van erfgoed dat hun niet bevalt. De eerste categorie zal het zichzelf niet al te moeilijk maken en richt zich op plekken waarvandaan de oudheden snel kunnen worden afgevoerd; de tweede groep ziet er geen been in naar moeilijk bereikbare plaatsen te gaan om de boel kort en klein te slaan. Het berichtje, alweer een jaar of wat geleden, dat in Libië mensen diep de woestijn in waren getrokken om daar prehistorische kunst kapot te gaan maken, behoort tot die tweede categorie. Het is pure haat.
Wilde fauna
Terwijl het juist zo boeiend is dat de Sahara ooit een savanne is geweest waar mensen de rotswanden versierden met reliëfs en schilderingen. Er is in het zuiden van Libië van alles te zien: jagers, dansers, krijgers en zelfs zwemmers. Oké, de beroemde “Cave of the Swimmers” is in Egypte maar u snapt mijn punt.
Het is des te fascinerender als we zien hoe oud de woestijnkunst is. Dit is geen primitieve imitatie van Griekse of Romeinse kunst, zoals kunsthistorici aanvankelijk dachten, maar is eeuwen ouder. Dat werd alleen pas duidelijk toen het prehistorische klimaat een beetje werd begrepen, toen was gebleken dat dit gebied ooit een savanne, ja zelfs bos was geweest en toen kon worden beredeneerd welke dieren op welk moment over de savanne zwierven.
Eigenlijk is het heel logisch dat als ik blog over Palmyra, zoals ik vanmorgen deed, ik reacties krijg over de plundering. Die heeft inderdaad nogal wat publiciteit gekregen en ik had moeten zien aankomen dat daarop zou worden gereageerd. Gek genoeg heb ik daar, toen ik vannacht mijn stukje typte, geen seconde aan gedacht. Mijn antwoord op een reactie op Faceboek groeide uit tot de lengte van een blogstukje en ik kan dat op deze plek weer uitbreiden met wat links. Een overzicht dus.
Syrië
De erfgoedschade in Syrië is vooral toegebracht door het regime. De zogenaamd Islamitische Staat heeft zich beperkt tot acties die eerder mediageniek waren dan schadelijk. Ik wil ze daarmee – dit schrijf ik met nadruk – niet bagatelliseren want de schade is reëel, maar het waren toch vooral de personeelsadvertenties van een terreurgroep en de westerse media hebben de taak van megafoon goed op zich genomen. Het beschadigen van oudheden was voor IS echter geen echt doel. Als dat zo zou zijn geweest, had het Resafa kunnen plunderen, maar het liet die stad ongemoeid.
Een van de aardige aspecten van de laatantieke kunst is de fusie van oude joodse en christelijke ideeën en klassieke vormen, zoals in het mozaïek hierboven, dat ooit was te zien in het museum van Qasr Libya in het noordoosten van Libië, waar de vondsten lagen uit twee van de kerken van de Byzantijnse stad Theodorias. Hoe de situatie nu is, weet ik niet, maar ik heb niet gehoord van oplaaiend geweld in die regio. Wel over religieus fanatisme, dus het muntje kan beide kanten op zijn gevallen.
Hoe dat ook zij, de kerkmozaïeken tonen het paradijs, met allerlei vogels en vissen, wilde en tamme dieren. Er zijn ook afbeeldingen van schepen die een haven binnenvaren, zoals mensen naar de kerk werden geacht te komen voor hun redding. Er zit ergens een pandoura spelende Orfeus (ofwel Christus, die eveneens afdaalde in de Onderwereld) en middenin is een mooie pauw, wiens staart de wederopstanding symboliseert. Orfeus is, zoals u weet, een klassiek motief; de pauw treffen we in de grafkunst – als ik het wel heb – voor het eerst aan op het mausoleum van keizer Hadrianus in Rome.
Je kunt twee kanten op met dit soort heidens-christelijke cross-overs. Sommige kunsthistorici zeggen: de heidense motieven zijn door de makers niet meer herkend als heidens en waren gewoon een bruikbaar motief. Denk hier ook aan de Babylonische horoscopen met Griekse zonnegod in de synagogen van Galilea. Het andere standpunt is dat je in die dagen heidens én christelijk tegelijk kon zijn. Wie zegt immers dat je slechts één religie tegelijk kunt hebben? Ik denk niet dat deze twee visies elkaar uitsluiten. Het zal allebei wel waar zijn, per stad en per kerkbezoeker verschillend.
De bovenstaande inscriptie is te zien in het Museo Nacional de Arte Romano in het Spaanse Mérida. Ik ben er in of rond 1990 geweest en heb toen dia’s gemaakt, maar die heb ik cadeau gedaan aan het Archeologisch Instituut van de VU en ik heb ze niet meer. (Het zou me trouwens verbazen als ze die nog hadden – mijn eigen dia’s staan ook al jaren op zolder stof te vangen.) De foto hierboven is dan ook gemaakt door een vriend die een huisje in Spanje heeft en weleens oudheden voor me fotografeert.
Getuige de inscriptie heeft een zekere Lutatia Severa de steen opgericht en gewijd aan de ziel van de zestienjarige meisje Lutatia Lupata. De afkorting aan het einde, HSESTTL, betekent Hic sita est. Sit tibi terra levis, “Ze ligt hier begraven. Moge de aarde licht voor je zijn.” De relatie tussen de twee vrouwen wordt aangegeven met het woord alumna, wat vermoedelijk slaat op een leerlinge maar ook kan slaan op een pleegdochter. De naamovereenkomst suggereert dat de lerares een vrijgelatene was van de familie van de overledene. Waarom de ouders of broers van het meisje geen aandeel hadden in de begrafeniskosten? Uw gok is zo goed als de mijne. Misschien was de jonge vrouw verstoten, misschien waren er geen familieleden en hebben we niet te maken met een lerares maar een pleegmoeder.
Ik ben de afgelopen week bezig geweest met het inventariseren van de ruim 2300 foto’s die mijn zakenpartner en ik in Libië hebben gemaakt. Daarbij kwam ik ook de bovenstaande foto tegen: het grafmonument van een vrouw uit Kyrene in het noordoosten van Libië. Dat is een zeer groen en vruchtbaar gebied en Kyrene was dan ook een van de machtigste steden van de Griekse wereld. In de Romeinse tijd waren er niet minder dan vijf theaters, wat een aanwijzing is voor een fabelachtige rijkdom en een enorme bevolkingsomvang.
Beelden van gesluierde vrouwen als de bovenstaande zijn gemaakt vanaf pakweg 500 v.Chr. tot de vroege Romeinse tijd. Ik heb ze zo nu en dan ook elders weleens gezien, maar eigenlijk zag ik ze vooral veel in Kyrene. Dit was een echt lokaal grafgebruik en dat maakt het dubbel zo interessant dat deze wijze van afbeelden een half millennium lang in gebruik is gebleven. Blijkbaar was het voor de bevolking van Kyrene een manier om de eigen identiteit tot uiting te brengen.
Tien jaar geleden was ik in Ghat, een stad in het uiterste zuidwesten van Libië. In een opwelling heb ik daar het bovenstaande zwaard gekocht, dat sindsdien bij me aan de muur hangt. Het moet ooit gedragen zijn geweest door een Toeareg. Ik heb het die ochtend ingepakt in mijn koffer, aan de binnenkant van de deksel, achter dat kartonachtige stuk textiel dat daar zit om gestreken kleren netjes vlak te bewaren. Er zal wel een woord voor bestaan maar ik ken het niet.
We verlieten Ghat, trokken door de Akakus-bergen, reden de Wadi Awis en de Erg Wan Casa in en eindigden bij de Wadi Mathendous. We bezochten Germa en Sabha, we bekeken het Romeinse fort bij Gheriat al-Gharbia en reden naar Tripoli, waar we nog waterpijpen rookten. We ontdekten hoe ridicuul goedkoop de heroïne was en hoorden hoe alleszins vreedzame mensen aankondigden dat ze op de dag dat de Oude Man zou sterven, deze of gene ambtenaar overhoop zouden gaan schieten. Het was niet mijn eerste bezoek aan Libië maar ik begreep pas nu dat het hier goed verkeerd zou gaan.
Tien jaar geleden reisde ik door de Wadi Awis, ruwweg ten oosten van Ghat in Libië. Ik zal het landschap niet snel vergeten. Uitgeblakerde zwarte rotsen en een woestijn zoals je je een woestijn voorstelt: zand, zand en nog eens zand. Eenerg, in geomorfologenjargon. Het is echter, zoals ik al aangaf in mijn eerdere stukje over de Wadi Mathendous, niet altijd zo geweest. Er zijn rotsreliëfs en -schilderingen gevonden die bewijzen dat dit ooit een savanne is geweest.
De reliëfs zijn inmiddels door islamistische vandalen vernietigd en dat biedt weinig hoop voor de schilderingen, die weliswaar zijn aangebracht in abri’s, d.w.z. bewoonbare overhangende rotswanden, maar die desondanks erg kwetsbaar zijn. Het zou wel erg triest zijn als de foto’s die wetenschappers en toeristen ooit maakten, het enige zijn dat resteert van de duizenden jaren oude kunst. Maar ook al zijn de rotsschilderingen er vermoedelijk niet meer, er zijn nog nieuwe dingen over te vertellen.
Tussen 10.000 en 6.000 v.Chr. bestond een groot deel van wat we nu de Sahara noemen, niet uit woestijn maar uit savanne. Er waren destijds grote meren, die sindsdien zijn ingedroogd tot zoutvlaktes. De vrij rijke vegetatie zorgde ervoor dat er ruimte was voor grote grazers en andere dieren die nu in geen velden of wegen te bekennen zijn. Er zijn trouwens überhaupt geen velden meer, al zijn er nog wel wat pistes, gebruikt door mensen die zich met landrovers in de woestijn wagen. Ook kun je op veel plaatsen nog altijd de versteende resten zien van de antieke bomen.
Behalve grote grazers waren er destijds ook mensen: jagers en verzamelaars natuurlijk, die voorwerpen gebruikten van vuursteen. Ik heb die oud-Libische bijlen, pijl- en speerpunten nooit in een Nederlands museum gezien, maar u kunt ervoor naar St-Germain-en-Laye, waar het Franse nationale archeologische museum is. De toenmalige bewoners van de savanne moeten die stenen voorwerpen ook hebben gebruikt om reliëfs aan te brengen in de rotsen. Ze waren onder meer te zien in de Wadi Mathendous in het zuidwesten van Libië en archeologen spreken wel van de “wilde fauna-stijl” omdat er allerlei grote en kleine, maar vooral wilde dieren zijn afgebeeld: neushoorns, krokodillen, nijlpaarden, giraffen, wilde ezels en diverse katachtigen. Ook te zien zijn de nu uitgestorven langhoornige buffels (de buffalus antiquus).
De antieke filosofie in het dagelijks leven: een wijsgeer op een Romeinse camee (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik met een stukje over de antieke filosofie – deel één was hier, deel twee komt nog.]
Alle volken hebben vroeg of laat de grote vragen des levens gesteld: wie zijn we, wat kunnen we weten, wat kunnen we doen? Meestal werden die vragen beantwoord via verhalen, ongeveer zoals u en ik wat inzichten hebben meegekregen via de verhalen van onze ouders. Je kunt ook proberen wat dieper te graven en te systematiseren, en dat is wat de Griekse filosofen hebben gedaan. Dat begon met wat natuurwetenschappelijke speculaties en daarna kwamen Plato en Aristoteles, die zich bezighielden met onder andere kentheorie. Laten we eerlijk zijn: veel heb je daar niet aan. Het is mooi geschreven, zoals bij Plato, en het is scherpzinnig, zoals bij Aristoteles, maar als het doel van de filosofie is de mensen gelukkiger te maken – en die ambitie is weleens uitgesproken geweest – dan zijn ze mislukt. Ook de twee filosofische stromingen die ik vandaag behandel, zijn eerder curieus dan toepasbaar.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.