De Donau

De bovenloop van de Donau bij Kelheim

Ik heb al geblogd over de Aoos, Elbe, Eufraat, Rijn en Tigris, dus laten we het nu eens hebben over de Donau. De Romeinen noemden de hele stroom Danubius, de Grieken gebruikten die naam alleen voor het westelijke deel. De benedenloop kenden ze als Ister. De mooie blauwe rivier ontspringt in het Zwarte Woud en mondt uit in de Zwarte Zee. Met een lengte van ongeveer 2860 kilometer is de rivier ongeveer even lang las de Eufraat. In Europa is alleen de Wolga langer. De antieke auteurs meenden dat, afgezien van de halflegendarische rivieren van India, alleen de Nijl groter was dan de Donau.

Onder de vele zijrivieren van de Donau – Plinius de Oudere kende er niet minder dan zestig – zijn de Iller, de Lech, de Altmühl, de Naab, de Regen, de Isar, de Ilz, de Inn, de Traun, de Enns, de Morava, de Leitha, de Rába, de Váh, de Drava, de Tisza, de Sava, de Olt, de Siret en de Prut. Dat is nogal wat, maar de rivier is dus lang en stroomt door Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije en schampt zelfs even aan Moldavië en Oekraïne.

Lees verder “De Donau”

Geliefd boek: Die Hauptstadt

Om, na het Geliefde Boek van gisteren, maar even bij Oostenrijkse schrijvers te blijven wil u wijzen op een generatiegenoot van Karl Markus Gauß: Robert Menasse. Deze Weense schrijver heeft natuurlijk nog veel meer geschreven, maar ik ken hem van twee romans: Die Vertreibung aus der Hölle en Die Hauptstadt. Daarnaast zijn er nog een aantal veelbelovende titels waar ik ooit aan toe hoop te komen, zoals de essaybundel Das Land ohne Eigenschaften.

Die Vertreibung aus der Hölle

Die Vertreibung aus der Hölle speelt voor een groot deel in zeventiende-eeuws Amsterdam en gaat over het leven van de historische figuur rabbijn Samuel Manasseh ben Israel, een Sefardische Jood die als kind met zijn ouders uit Spanje is gevlucht. Manasseh ben Israels leven wordt afgezet tegen het leven van de in 1955 in Wenen geboren Victor Abravanel, kind van Oostenrijkse Joden die in de nazitijd alle hoeken van de hel hebben gezien. Hij schrijft een proefschrift over de Amsterdamse rabbi. Ik ben er niet zo voor om de inhoud van een boek uit de doeken te doen, maar vooruit: één klein citaatje moet kunnen.

Lees verder “Geliefd boek: Die Hauptstadt”

Geliefd boek: Die versprengten Deutschen

Karl-Markus Gauß (1954) is een Oostenrijkse schrijver die in Salzburg leeft. Hij is bekend als essayist en reiziger door Midden- en Oost-Europa, waarover hij lezenswaardige boeken heeft gepubliceerd. Het werk van Gauß is in verscheidene talen vertaald, maar bij mijn weten nooit in het Nederlands. De schrijver bedient zich van een helder, modern Duits zonder ingewikkelde constructies of al te lange zinnen, observerend zonder meanderende reflecties en met af een toe een laconiek terzijde.

Hij schreef onder andere Die sterbenden Europäer (2001) over kleine Europese volkeren die verdwijnen en Die Hundeesser von Svinia (2004) over Romas in een klein dorpje in het oosten van Slowakije. Ook anderszins heeft hij zich voor de Romas ingezet. Steeds is de schrijver op zoek naar de randen van het officiële Europa en de marginale groepen die er leven.

Lees verder “Geliefd boek: Die versprengten Deutschen”

Geliefd boek: The Hare with Amber Eyes

Met Edmund de Waals The Hare with Amber Eyes. A hidden inheritance (2010) heb ik een speciale band. Het boek gaat over de adellijke, Joodse familie Ephrussi uit Wenen. De Ehrussis kwamen oorspronkelijk als graanhandelaren vanuit Odessa naar Wenen. Als in 1862 de Donau een grote overstroming veroorzaakt, leent de familie grote bedragen aan de staat om de kades te herstellen. Het was in het Habsburgse Rijk niet ongewoon om zo’n familie met een adellijke titel te belonen, ook bij Joodse families. De Ephrussis uit Odessa splitsten zich op in een Weense (bankiers) en een Parijse tak (graanhandelaren). Sinds ik het boek kocht heb ik het regelmatig geraadpleegd voor informatie over Joodse adel. Maar natuurlijk ook wegens de indrukwekkende geschiedenis.

De Waal beschrijft zijn speurtocht naar zijn familie aan de hand van een verzameling van 264 netsuke, waaronder een haas met ogen van barnsteen. Toen Japanse mannen nog een kimono droegen werd een netsuke aan de gordel geknoopt om daaraan ‘spullen’ op te hangen. Het zijn kunstzinnige en praktische voorwerpen. Vrouwen stopten kleine spullen in de mouwen van hun kimono.

Lees verder “Geliefd boek: The Hare with Amber Eyes”

Dierenbotten uit Carnuntum

Na afloop van een jachtpartij in het amfitheater worden de kadavers geruimd. Eén beer geeft zich nog niet gewonnen. Dit reliëf komt uit Kibyra en is nu in de Archeologische Musea van Istanbul.

Even ten oosten van Wenen ligt Carnuntum. Een Romeinse legioenbasis zoals er wel meer zijn: een groot fort, een rivierhaven, een stad ernaast, een residentie voor een bestuurder, heiligdommen. Het Veertiende Legioen Gemina, hier gestationeerd, had het allemaal. En wat zo aardig is: het is nauwelijks overbouwd, zodat de plek een archeologische vindplaats hors catégorie is.

Momenteel doen bioarcheologen onderzoek naar het amfitheater bij het fort, waar de botten zijn gevonden van de dieren die daar in de Late Oudheid in de arena zijn omgebracht. U denkt nu aan leeuwen, maar daarvan zijn geen resten gevonden. De archeologen hebben wel een door honden aangevreten panterbot aangetroffen, maar het is onduidelijk of de panter het in de arena heeft moeten opnemen tegen wilde honden of wolven, of dat het kadaver voor de honden is geworpen. Was de panter een exoot, de rest van de dieren was inheems: beren, herten, wolven, bizons en wat everzwijnen. Na de jachtpartijen in de arena gingen ze allemaal naar de slager, die het vlees verkocht en de botten dumpte. Zie het plaatje hierboven.

De slager slachtte verder varkens (daarover binnenkort meer), schapen, paarden, ezels, kippen, ganzen, hazen en een enkele geit. De opgravers vonden ook visgraten en de botjes van raven, kraaien en kauwen. Kortom, afgezien van de panter waren het allemaal inheemse dieren, wat misschien een aanwijzing is voor de regionalisering van de Romeinse economie in de Late Oudheid. Er was echter nóg een exoot.

Lees verder “Dierenbotten uit Carnuntum”

Het Tiende Legioen Gemina

Hoofd van een legionair met op de helm X G(emina) (Römermuseum, Wenen)

Ik moet nog eens bloggen over de Romeinse officier Velius Rufus, die in het laatste derde van de eerste eeuw een gelauwerde carrière had die hem van de rang van centurio via drie continenten bracht tot in de hoogste bestuursklasse. Die loopbaan is uitzonderlijk omdat ze zo uitgebreid is gedocumenteerd. Van de overgrote meerderheid van de soldatenlevens is veel minder bekend.

Maar toch: ook al zijn hun grafstenen minder informatief, het zijn er wel heel erg veel. Elk jaar tekenden ruim 10.000 Romeinse burgers bij om te gaan dienen in een van de grensprovincies. Voor een garnizoensstad als Nijmegen, waar het Tiende Legioen Gemina was gelegerd, betekende dit dat er elk jaar ruim 350 rekruten van elders bij kwamen.

Lees verder “Het Tiende Legioen Gemina”

De Titelberg (en andere Keltische heuvelforten)

Gereconstrueerde kelder op de Titelberg

Ik blogde onlangs over een recent bezoek aan Bastogne, waar we een curieus oorlogsmonument zagen. Op die druilerige vrijdagmiddag reden we verder naar het zuiden, richting Luxemburg, waar we de Titelberg wilden bekijken. Dat is een oud Keltisch heuvelfort, vrijwel zeker de voornaamste nederzetting van de stam van de Treveri. Later zou Augusta Treverorum hun hoofdstad zijn, het huidige Trier.

Laat ik maar eerlijk zijn: de Titelberg viel tegen. Om te beginnen omdat je moet weten hoe je er moet komen (de weg naar het plateau begint aan de zuidelijke kant van de heuvel, niet aan de noordkant). Eenmaal boven staan er op sommige plekken in het bos weliswaar borden met uitstekende uitleg, maar wat er feitelijk valt te zien is een beetje teleurstellend. Op twee plaatsen zijn de ruïnes aanschouwelijk gemaakt, maar ja, dat zijn alleen wat kelders en putten. Een gereconstrueerde boerderij zou leuker zijn geweest.

Lees verder “De Titelberg (en andere Keltische heuvelforten)”

Moord!

De auto waarin Franz Ferdinand werd doodgeschoten (enigszins aan het oog onttrokken omdat er een blogger voor ging staan)

Een vriendin uit Libanon – ze heeft een reisbureau waar ik graag even reclame voor maak – schrijft me dat CNN onlangs een documentaire uitzond over de moord op Franz Ferdinand. Zoals u inmiddels tot vervelens toe hebt gehoord, was dat een eeuw geleden de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog.

Lees verder “Moord!”

Vakantiekiekjes

Zoals de lezer van deze kleine blog inmiddels weet, reis ik momenteel langs de Donau. Inmiddels ben ik, op een paar uur na, een week onderweg en staan we op het punt te vertrekken naar Hongarije en Servië. Vandaag was ik in Wenen, waar de vernieuwde oudheidkundige afdeling van het Kunsthistorisches Museum me compleet murw heeft geslagen.

Ik zou graag de foto’s online willen plaatsen, maar soms heb ik die niet kunnen maken (zoals op de mooie exposities in Stuttgart en Schallabach). En bovendien: het zijn er inmiddels al wel heel veel. Ik heb er echter wel wat op mijn Facebookpagina geplaatst. Het is niet ideaal, maar het is ook zo zonde om het niet te delen. Hier zijn dus wat foto’s uit

Lees verder “Vakantiekiekjes”

Marcus Aurelius aan de Donau

Monument voor Marcus Aurelius in Carnuntum

Weinig vorsten zullen zóveel tijd hebben besteed aan het scheppen van een goed imago als de Romeinse keizer Marcus Aurelius (r.161-180). Hoe effectief hij daarbij was, mag wel blijken uit het feit dat vrijwel iedereen die zijn naam kent, deze nog altijd associeert met het feit dat hij “de filosoof op de keizertroon” was. Zijn filosofische dagboek (Persoonlijke notities is de titel van de vertaling door Simone Mooij) is sinds de Renaissance in alle Europese talen vertaald en vindt nog ieder jaar nieuwe lezers.

Was het allemaal image building? De Persoonlijke notities maken een oprechte indruk. We zien hier een bestuurder die werkelijk probeert als een filosoof te leven en die zijn taken als keizer integer uit wil voeren. Tegelijkertijd wringt het een beetje dat zoiets wordt gepubliceerd. Heeft de keizer het zelf gewild? Dan komt de verdenking van onoprechtheid toch vrij snel boven. Hebben zijn nabestaanden het gepubliceerd? Dan zegt het iets over de liefde die ze voor hem voelden en die hij blijkbaar opriep.

Lees verder “Marcus Aurelius aan de Donau”