De schat van Eberswalde

De kopie van de schat van Eberswalde (© Wikimedia Commons | Gebruiker ndreas Praefcke)

Als het om archeologie gaat, moet je uitkijken met het woord “schat”, maar de Schat van Eberswalde is er toch een. Het gaat om tachtig ringen, spiralen, baren, schalen en ander vaatwerk. Alles bij elkaar tweeënhalve kilo goud. En deze schat spreekt tot de verbeelding. De Duitse bondskanselier Merkel en de Russische president Poetin hadden er in 2013 knallende ruzie om. De goudschat is namelijk in 1945 door de Sovjets geroofd uit Berlijn. Er valt echter nog meer over te vertellen.

Ontdekking

De schat van Eberswalde is op 16 mei 1913 gevonden bij graafwerkzaamheden voor de fundamenten van een woning. Die werd gebouwd op het terrein van de messingfabriek van Aron Hirsch in Finow, bijna vijftig kilometer ten noordoosten van Berlijn. Een van de gravers was op iets hards en glinsterends gestoten en had als grap gezegd dat ze vroeger vast een oude messing pot hadden ingemetseld. De pot bleek van massief goud en Hirsch haalde Carl Schuchhardt erbij, directeur van de prehistorische afdeling van het Königliches Museum für Völkerkunde in Berlijn.

Lees verder “De schat van Eberswalde”

Geliefde boek: Im Westen nichts Neues

Een Duitse soldaat uit de Eerste Wereldoorlog (©Bundesarchiv)

Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque stond al een tijdje op het lijstje van boeken die ik toch echt nog eens wilde lezen. Toen ik een vroege druk uit 1929 op Boekwinkeltjes zag kocht ik hem, voor een grijpstuiver. Een boek met een geschiedenis – en wat voor een. Het heeft de tweeënnegentig jaar echter prima doorstaan en is met zijn naturel linnen band nog in puike staat. De eerste eigenaar kocht het ooit bij Van Benthem & Jutting, Algemeene Boekhandel te Middelburg. Ik had me al aangegord voor een gotische letter, maar dat viel mee: alleen op het inlegvel met reclame van de uitgever – Im Prophyläen-Verlag Berlin – dat nog steeds ongeschonden tussen de pagina’s ligt, staat wat gotisch schrift. Deze luxe uitgave van Im Westen nichts Neues kostte destijds zes mark. Ik kreeg hem op woensdag. De dag daarna viel Rusland Oekraïne binnen. Oekraïne, het grote grensland. Twee zielen in één borst, een strijdtoneel van eeuwen.

Verwoeste generatie

Door toeval lees ik dus de een van de meest indringende oorlogsromans ooit terwijl in Oekraïne een oorlog in volle gang is. Remarque is nog steeds actueel. Zelf zei hij een beeld te willen schetsen van zijn generatie – de jongens die vanuit de schoolbanken naar het front werden gestuurd:

Lees verder “Geliefde boek: Im Westen nichts Neues”

Skythen in een gebied zonder landkaarten

Detail van een replica van het Pazyryk-tapijt (Tapijtmuseum, Teheran)

Een dezer dagen neemt Jean Bourgeois afscheid van de Gentse universiteit. Hij is in Nederland niet zo bekend, maar hij is een van degenen die zich heeft beziggehouden met archeologische luchtfotografie. Vooral de foto’s uit de Eerste Wereldoorlog hebben de aandacht getrokken, al was het maar omdat zo is vastgesteld dat de kaarten waarop de soldaten destijds hun posities intekenden, substantiële fouten bevatten. Met deze foto’s zijn echter ook zo’n vijfhonderd omwalde hoeven (“moated farms”) uit de Middeleeuwen ontdekt. Dit onderzoek loopt nog steeds en als u iets van de resultaten wil zien, is er dit prachtige boek van Birger Stichelbaut en Piet Chielens.

Skythen in de Altaj

In het midden van de jaren negentig raakte Bourgeois betrokken bij onderzoek in Centraal-Azië, meer precies in de Altaj. Deze regio (drie keer België, twee keer Nederland) is waar Rusland, Kazachstan, China en Mongolië samenkomen. Omdat de Sovjet-Unie er niet op zat te wachten informatie weg te geven aan China, zijn er van dit grensgebied geen goede landkaarten. Omgekeerd heeft China niet zo’n behoefte om informatie te delen over het leefgebied van de Oeigoeren. Ook hier geen landkaarten dus. Dit is voor een oudheidkundige natuurlijk een handicap van de eerste orde. Temeer daar de Altaj belangrijk is. Hier bestaat namelijk nog nomadisme.

Lees verder “Skythen in een gebied zonder landkaarten”

De Protocollen van de Wijzen van Zion

Ophef, een jaar of drie geleden, over de website van de NOS, waar de joodse miljardair-filantroop George Soros was getypeerd als invloedrijke bemoeial met tentakels in de wereldpolitiek. Protesten, beschuldigingen van antisemitisme, een NOS die het aanvankelijk niet wilde corrigeren, een NOS die dat later wel deed. Het antisemitische aspect, waarvan ik in het midden laat of een NOS-medewerker het beoogde, is de aanname dat joden de wereldpolitiek naar hun hand zouden zetten. Die aantijging komt uit De Protocollen van de Wijzen van Zion, een beruchte vervalsing uit het laatste jaar van de negentiende eeuw.

Klaas Smelik, tot voor kort hoogleraar Hebreeuws in Gent, wijdde in 2011 een boek aan de bizarre geschiedenis van deze invloedrijke antisemitische tekst: De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion. Het verscheen in een (nog leverbare) Nederlandse versie en een zo te zien niet meer leverbare Vlaamse versie. Smelik behandelt het ontstaan van de tekst in Russische kringen in Parijs, de wijze waarop het schotschrift naar tsaristisch Rusland kwam en daar na de Revolutie van 1917 aan invloed won, de verspreiding in de westerse wereld (Henri Ford!), het gebruik in het Derde Rijk, de huidige populariteit in het Midden-Oosten en tot slot de curieuze draai in New Age-kringen.

Lees verder “De Protocollen van de Wijzen van Zion”

Geliefd boek: Der Duft der Imperien

Dat ik erg in parfums ben geïnteresseerd zou ik niet willen beweren. Ik aarzelde even of ik het nieuwste boek van Karl Schlögel, Der Duft der Imperien (2020, ook in het Engels vertaald) zou kopen, hoewel hij toch een lievelingsschrijvers is. Een voor Schlögel karakteristieke zin gaf de doorslag:

Dass die Teiling der Welt in Ost und West auch eine der Geruchswelten war, wusste jeder, der vor dem Fall der Berliner Mauer einmal den Grenzübergang Berlin-Friedrichsstraße passiert hat.

De scherpe zwavelgeur van brandend bruinkool in toenmalige Oost-Berlijnse woonwijken is mij altijd bijgebleven. In het nieuwe Berlijn is dat verschil in geuren verdwenen.

Lees verder “Geliefd boek: Der Duft der Imperien”

Geliefd boek: Rusland tegen Napoleon

Rusland tegen Napoleon van Dominic Lieven is een prachtig en spannend geschreven boek dat ons herinnert aan de Napoleontische oorlogen. Het beschrijft wat, hoe en waarom de Russen deden wat ze deden, de organisatie tegen het aanstormende Napoleontische leger, de legerleiding, de Tsaar, de tactieken, de organisatie achter de schermen.

Het toont ook hoe Rusland Napoleon in zijn eentje moest weerstaan en dat de ‘geallieerden’ pas na de overwinning bij Leipzig er brood in zagen om zich daar schoorvoetend bij aan te sluiten. Voor de geallieerden begon de oorlog tegen Napoleon pas toen de Russen de achtervolging door Europa al hadden ingezet.

Ook behandelt het boek de tactische miskleunen van beide kanten. Maar vooral zien we de oorlog vanuit het Russisch perspectief. Het boek biedt niet, zoals in onze geschiedenisboekjes, de West-Europese visie.

Rusland hoort nog steeds bij Europa is mijn mening.

Lees verder “Geliefd boek: Rusland tegen Napoleon”

De Skythen (2)

De kunst van de Skythen: paardenbeslag in de vorm van een hert (Antikensammlung, Munchen)

Dat Cunliffes boek The Scythians. Nomad Warriors of the Steppe niet werkelijk overtuigt, zoals ik al zei, ligt voor een deel aan de materie. Wie schrijft over pakweg de oude Egyptenaren kan wel het een en ander bekend veronderstellen: een handvol koningsnamen, piramiden, goden met dierenhoofden, de Nijl, en dat alles in de drie millennia voor het begin van onze jaartelling. Maar waar Hövsgöl Aimag en het Dzhungar-basin liggen, wat een kurgan is en wanneer de Samara-Oeral-cultuur valt te dateren, dat is lastiger. Ligt de Syr Darya nou ten zuiden of ten noorden van de Amu Darya? Wat was het verschil ook alweer tussen Saka Tigrakhauda en de Saka Haumavarga? Het ligt niet aan Cunliffe dat een lezer het moeilijk vindt de aandacht erbij te houden, zeker omdat hij probeert compleet te zijn en geen grafheuvel onvermeld lijkt te willen laten. Het duizelt je echter van de namen.

Herodotos’ Skythen

Een ander probleem is wel Cunliffes eigen keuze: de enorme rol van het vierde boek van Herodotos. Nu mogen we zeker blij zijn dat we deze vijfde-eeuwse beschrijving van het leven ten noorden van de Zwarte Zee hebben, maar Cunliffe stapt wat makkelijk over de problemen heen. Dat probleem is niet, zoals wel wordt beweerd, dat Herodotos’ Skythen een soort anti-Grieken zijn, de barbaren die nodig zijn om de Grieken beschaafd te laten lijken. Zo simpel werkt antieke etnografie niet: die “ander” is niet slechts een anti-Griek maar is altijd ook een alter ego.

Lees verder “De Skythen (2)”

De Skythen (1)

Een Skythische boogschutter op een Griekse vaasschildering (Louvre, Parijs)

Het is pas op blz.311 in zijn vorig jaar verschenen boek The Scythians. Nomad Warriors of the Steppe dat de door mij bewonderde Britse oudheidkundige Barry Cunliffe het punt maakt waar ik op zat te wachten. Het is wat lyrisch geformuleerd maar belangrijk:

The wide expanse of steppe flowing through Eurasia, with its grey-green horizons receding in the distance and its shimmer as the wind rustles the grass, challenges everyone to be on the move. Like the sea, it is a world where nothing can stay still and, like the sea, it sweeps everything onward. For millennia people have progressed through the steppe, sometimes in repeating patterns of transhumance and sometimes with astonishing speed, crossing huge distances to seek out new pastures. The Scythians occupy only one small part of the grand narrative.

Skythen en andere nomaden

De golven van de zee zijn de perfecte metafoor. Ze bewegen op en neer, vormen samen een enorme stroming en verplaatsen grote watermassa’s over enorme afstanden. Steppenomaden bewegen met de jaargetijden van zomer- naar winterweiden, clusteren samen onder leiding van deze of gene charismatische leider – een Attila de Hun, een Djengis Khan, een Timoer Lenk – en vormen een volk, verplaatsen zich van het oosten naar het westen, vallen weer uiteen en herclusteren dan weer als er een nieuwe leider opstaat. Het geldt ook voor de Indo-Europeanen, voor de Kimmeriërs, voor de Skythen, voor de Sarmaten, voor de Kushana’s, voor de Alanen, voor de Hunnen, voor de Avaren, voor de Turken, voor de Bulgaren, voor de Khazaren, voor de Magyaren, voor de Tataren, Mongolen, Kozakken, Oezbeken. Seizoensmigratie van veetelers, krijgers te paard, steeds weer trekkend van de droge steppe van Siberië naar het wat vochtiger Oekraïne, Roemenië en Hongarije. De Skythen vormden maar één hoofdstuk in het grote verhaal, één golf in een zee van migrerende steppenomaden.

Lees verder “De Skythen (1)”

Roslavets: Damnatio Memoriae in de 20e eeuw

Nikolaj Roslavets

Zeg atonale muziek en iedereen die iets van klassieke muziek afweet denkt aan Schönberg. Vervolgens denkt men via zijn leerling Anton Webern aan piep-knars muziek: onbegrijpelijk en ontoegankelijk, behalve voor een handjevol uitverkorenen. Daar behoor ik niet toe, al maak ik graag een uitzondering voor Alban Bergs Vioolconcert. Ik heb dat horen spelen door een jongedame van het Nederlands Ballet Orkest en die wist hartverscheurend over te brengen hoe het voelt om een jong meisje kwijt te raken aan de dood. Het moge duidelijk zijn dat ik Stravinsky’s “noten drukken niets anders uit dan zichzelf” verwerp.

De ontwikkeling van atonale muziek loopt parallel aan de democratisering van deze kunstvorm. Na WO-1 werd de jazz populair, na WO-2 poprock (want ik heb er geen problemen mee om The Animals en Andre Hazes over één kam te scheren). Klassieke muziek kwam in een elitair hoekje terecht, al bleven de gouwe ouwen onverminderd populair.

Lees verder “Roslavets: Damnatio Memoriae in de 20e eeuw”

De dood van Stalin

 

berlin_stalin_checkpoint_charlie
Stalin

Ik ben geboren in Moravië, het centrale deel van voormalige Tsjecho-Slowakije, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al snel na de communistische machtsovername in 1948 kregen mijn ouders  veel politieke problemen en in een poging om aan de aandacht van de  machthebbers te ontsnappen verhuisden ze met ons, hun twee kleine kinderen, naar een stadje in Slowakije.

Ik heb er bijna mijn hele lagere school doorgelopen: buiten en op school sprak (en schreef) ik Slowaaks en thuis Tsjechisch, en al lijken die twee talen op elkaar, het zijn toch twee aparte talen met een aparte spelling. Je leefde als het ware in twee aparte werelden, in alle opzichten, omdat  je zelfs als kind heel duidelijk voelde dat de werkelijkheid buitenshuis anders was dan datgene wat je thuis hoorde.

Lees verder “De dood van Stalin”