De Fiscus Judaicus: een vergeten ostrakon

Kwitantie van de Fiscus Judaicus, 103 na Chr. (Thermenmuseum, Heerlen)

Eerst nog even iets over de Fiscus Judaicus. Ik gaf al aan dat keizer Domitianus deze alleen door joden te betalen belasting zó toepaste dat de wegen van joden en christenen uit elkaar gingen. Wie de joodse belasting betaalde, beleed een erkende vorm van monotheïsme; wie monotheïst wilde zijn zonder te betalen, riep problemen op. De synagogen hadden redenen om zich te distantiëren van de volgelingen van Jezus. De rest is geschiedenis.

Nu ik uw kennis van de Fiscus Judaicus heb opgefrist, kunnen we het hebben over bovenstaand ostrakon (beschreven scherf) uit 103 na Chr. Dit is een kwitantie die documenteert dat iemand de Fiscus Judaicus heeft betaald. Er zijn eenenzeventig van zulke scherven bekend, allemaal afkomstig uit het Egyptische Edfu en daterend uit de tweede eeuw. Het aardige is nu: het voorwerpje wordt bewaard in het Thermenmuseum in Heerlen. Hoe is het daar gekomen?

Lees verder “De Fiscus Judaicus: een vergeten ostrakon”

Romeins Zuid-Limburg

Grafsteen van een Romeins echtpaar (Thermenmuseum, Heerlen)

De provincie Limburg – voor Vlaamse lezers: de Nederlandse helft van het oude hertogdom – was zo vriendelijk me een exemplaar te sturen van een reisgids voor Romeins Zuid-Limburg: Via Belgica. Romeins Zuid-Limburg. Het was hoog tijd dat zo’n gids er kwam, want ’s Neêrlands antieke verleden wordt steeds verder gereduceerd tot de limes. Een bizar voorbeeld van die verschraling is dit stuk in De Volkskrant, waarin een journalist zonder kritiek reproduceert dat in Nederland zichtbare Romeinse monumenten ontbreken. Hier is óf het badhuis van Heerlen (een van de grotere ruïnes benoorden de Alpen) weggereduceerd uit ons antieke verleden óf Limburg weggereduceerd uit Nederland. Ik stoor me weleens aan Limburgers die van alles wat vies en voos is de schuld geven aan de rest van Nederland, maar in dit geval hebben ze volkomen gelijk. Nu mogen die Limburgers ook zelf weleens de trom roeren om te verhinderen dat ze uit Nederlands Romeinse verleden worden weggeschreven, en gelukkig is er nu de reisgids.

Een andere vraag is of die zijn doel bereikt en daar kun je op twee manieren naar kijken: trekt dit mensen naar Limburg of trekt het mensen naar Romeins Limburg? Het eerste gaat beter dan het tweede.

Lees verder “Romeins Zuid-Limburg”

Zuigelingensterfte

Een loden waterleidingsbuis (met bronzen kranen) uit het antieke Himera (Archeologisch Museum, Palermo)

We hebben in Nederland een stuk of wat Valkenburgen en één daarvan ligt halverwege Leiden en Katwijk. Een Romein zou hebben gezegd: halverwege Matilo en Lugdunum ligt Praetorium Agrippina, het keizerlijke hoofdkwartier (praetorium) dat is vernoemd naar de moeder van Caligula, Agrippina. Het fort in kwestie is opgegraven bij de huidige kerk en een van de best-bewaarde militaire nederzettingen uit de Oudheid. Even stroomopwaarts is de opgraving van het Marktveld, waar onder meer 145 graven zijn gevonden.

Die mensen waren niet gecremeerd maar onverbrand begraven. Dat is geen standaardpraktijk maar is ook niet heel uitzonderlijk. Wat wél uitzonderlijk is, is dat er 114 kindergraven bij waren, waarvan negentig zuigelingen. En dat klopt niet. Als je 145 graven hebt, zou je volgens de antieke mortaliteitsstatistieken ruwweg evenveel baby’s als kinderen als volwassenen moeten vinden. Van alle mensen werd ruwweg een derde maximaal één, werd een derde maximaal twaalf en werd een derde volwassen. In plaats daarvan stierf drie vijfde in het eerste levensjaar.

Lees verder “Zuigelingensterfte”

Catacomben in Valkenburg

Het verhaal van de profeet Jona: rechts in zee geworpen, middenin verzwolgen door een zeemonster, links wachtend op de vernietiging van Nineveh. Het inmiddels kleurloze origineel is in de (laat-tweede-eeuwse) Callixtus-catacomben in Rome en dit is de Valkenburgse kopie.

Al bijna drie jaar ligt op de stapel “boeken waarmee ik toch ’s iets moet doen” De Romeinse Katakomben in Valkenburg van Paul Post. Het gaat over een leuk monument in Zuid-Limburg, waar de ondergrondse begraafplaatsen uit het antieke Rome aan het begin van de vorige eeuw in mergel zijn nagebouwd. Je zou de Romeinse Katakomben, zoals Post aangeeft, zowel kunnen beschouwen “als een uit de hand gelopen hobby of misschien wel gril van een vrijgezel-gentleman”, namelijk Jan Diepen, maar ook als “een cultureel project”, niet onvergelijkbaar met de ongeveer even oude Heilig Land-Stichting. Beide dienden om het religieuze aspect van de oude wereld te tonen aan mensen die de reis naar het Middellandse Zee-gebied niet konden betalen.

Uiteraard bouwde Diepen, afkomstig uit een katholieke familie die rijk was geworden in de Tilburgse textielindustrie, de gekopieerde catacomben niet alleen. Hij liet zich bijstaan door een adviescommissie en bracht het project onder in een stichting met een gedegen bestuur. “Het katakombeninitiatief”, schrijft Post, “kan niet beschouwd worden als een naïef filantropisch project.” De stichting werkte bijvoorbeeld samen met de bekende bouwkundige Pierre Cuypers en met generaal Frederic Hoefer, die het Arnhemse Openluchtmuseum heeft helpen oprichten.

Lees verder “Catacomben in Valkenburg”