Aeneas, Augustinus en Augustus

De vlucht van Aeneas (Nationaal Museum, Boedapest)

In zijn blog van 28 augustus over Augustinus schiet deze christelijke auteur volgens Jona Lendering “een stroman omver” omdat Augustinus in De Civitate Dei 3.2 (“Over de Stad van God”) gebruik zou maken van een retorische truc: “zoek een extreem standpunt, maak het belachelijk, en verdoezel dat het niet representatief is”. In 3.2 zou Augustinus de heidense goden via deze truc belachelijk willen maken.

Zo laat Homerus volgens Augustinus de god Neptunus “voor het nageslacht van Aeneas – en Rome is door diens nazaten gesticht – een grote toekomst profeteren.” Jona zegt hierover: “Dat Romulus en Remus afstamden van Aeneas, is natuurlijk nergens bij Homerus te lezen. Het was echter een bekende mythe, die Augustinus bekend kan veronderstellen.”

Lees verder “Aeneas, Augustinus en Augustus”

Octavianus

Octavianus (Museum van Epidauros)

Ik had u, in mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek vorige keer achter gelaten bij de moord op Julius Caesar. Zijn moordenaars waren senatoren die de macht wilden teruggeven aan de Senaat. Maar het hoge college was verdeeld. Veel leden hadden leven en positie te danken aan de dictator en sympathiseerden met de nieuwe leider van zijn partij, Marcus Antonius. Binnen enkele dagen was hij meester van stad en imperium. De moordenaars kregen gratie als ze instemden met de maatregelen van de dictator en werden naar onbeduidende provincies weggepromoveerd.

In juli verscheen een komeet aan de hemel en opperpriester Marcus Aemilius Lepidus verklaarde dat dit betekende dat Caesar was opgenomen onder de goden. Dat gaf Antonius rugdekking: voortaan rechtvaardigde hij zijn optreden met een beroep op de vergoddelijkte Julius. Hij beheerste de situatie volkomen.

Lees verder “Octavianus”