Namen en nummers

Dakpan van het Twaalfde Legioen Victrix. De naamstempel was goed zodat de naam van de eenheid in spiegelbeeld staat (Palais Rohan, Straatsburg)

Een legioen was een Romeinse infanterie-eenheid. In de loop der eeuwen varieerde de omvang, maar in de Keizertijd moeten we denken aan zo’n 5300 zwaarbewapenden. Dit waren beroepssoldaten die zo’n twintig jaar dienden en na afloop een boerderij konden krijgen als oudedagsvoorziening. Met wat spaargeld om slaven te kopen hoefden ze zich geen zorgen te maken. Wie kon lezen en schrijven, kon bovendien een administratieve carrière maken en promotie maken: centurio, misschien nog verder. De loopbaan van Velius Rufus geeft een idee van wat er mogelijk was voor iemand die beschikte over talent, moed en contacten.

Net als in onze tijd, waarin eenheden “Eerste Divisie ‘7 December’” kunnen heten, had elk legioen een nummer en een naam. In Nijmegen waren vanaf 70 achtereenvolgens het Tweede Legioen Adiutrix, het Tiende Legioen Gemina en het Negende Legioen Hispana gestationeerd. Het Derde Legioen Augusta was het garnizoen van de Maghreb. Het Tweede Legioen Parthica was de strategische reserve van het Romeinse Rijk. Het Vierde Legioen Italica is een mysterie. Het Zesde Legioen Victrix hees Constantijn de Grote op het schild. De vraag is: waarom zou je eenheden een nummer én een naam geven? En een andere vraag: waarom zijn er diverse eerste legioenen maar ontbreken er ook sommige nummers? Was het niet logischer alle nummers één keer te gebruiken?

Lees verder “Namen en nummers”

De archeologische nieuwsmachine

De legioenbasis, gezien vanaf Megiddo

Toen keizer Augustus stierf, had het Romeinse Rijk vijfentwintig legioenen. Dat aantal zou nog wat groeien: dertig ten tijde van Trajanus, drieeëndertig ten tijde van Septimius Severus, en daarna nog meer, zij het dat deze eenheden steeds kleiner werden. Over het algemeen bleven legioenen op dezelfde plaats: in Bonn en Xanten lagen eeuwenlang het Eerste Minervia en het Dertigste Ulpia Victrix. Legioenbases zijn daardoor zeldzaam, maar ze documenteren eeuwen geschiedenis.

Daarom was het groot nieuws toen de Israëlische Archeologische Dienst onlangs bekend maakte de basis van het Zesde Legioen Ferrata te hebben gevonden, niet ver van Megiddo. Een leuke vondst, die het zoveelste hoofdstuk toevoegt aan de toch al interessante militaire geschiedenis van de plaats: Megiddo speelde een rol in de campagnes van Toetmozes III, de koningen van Israël bouwden er een garnizoenstad, koning Josia ontmoette hier farao Necho, en in de recentere geschiedenis is hier gevochten door Napoleon en generaal Allenby. En nu is er dus ook bewijs dat de Romeinen hier een legerbasis hadden.

Lees verder “De archeologische nieuwsmachine”