De Rijn

De Rijn bij Koblenz

Er is wat te doen geweest om de lengte van de Rijn, de antieke Rhenus. Iedereen schreef van elkaar over dat de stroom ruim 1330 kilometer lang was. Feitelijk meet de rivier 1233 kilometer. Althans tegenwoordig. Vroeger was de rivier iets langer, want door kanalen zijn er bekortingen geweest. Maar geen 100 kilometer.

De twee bronnen liggen in de Zwitserse Alpen. De daar ontspringende riviertjes komen samen in de omgeving van Chur, het oude Curia. Vanaf hier stroomt de rivier naar het Bodenmeer: 150 kilometer noordelijker en twee kilometer lager. Bij dit meer, ooit bekend als Lacus Brigantinus, buigt de rivier westwaarts en dondert vervolgens naar beneden over de enorme waterval bij Schaffhausen. Nog even verderop, bij Windisch (Vindonissa), mondt de Aare uit in de Rijn en vanaf daar is de stroom voor schepen bevaarbaar.

Lees verder “De Rijn”

Geliefd boek: De grote angst in de bergen

Als mensen weten dat je graag leest, krijg je vaak boeken aangeraden. Zo leerde ik De grote angst in de bergen kennen van de Zwitser Charles-Ferdinand Ramuz (1878-1947). Het decor lijkt opgesteld voor een heimatroman: een dorp in de Zwitserse Alpen, een zomerse alpenweide aan de voet van een gletsjer. Het boek opent in een dorpsvergadering. De jonge generatie schaart zich achter een voorstel om de kudde deze zomer op de afgelegen alm Sasseneire te hoeden. Dat stuit op verzet van de ouderen. Zij herinneren zich nog goed de rampspoed toen deze weide voor het laatst gebruikt werd, jaren geleden: “Op sommige plekken dulden de bergen geen indringers.” Sasseneire is vervloekt, mompelen ze in hun baarden. Het jonge volkje lacht het bijgeloof weg. Zoveel hubris kan niet onbestraft blijven, de bergen laten zich op verpletterende wijze gelden.

Ramuz, beroemd in Zwitserland, is blijkbaar weinig bekend in het Nederlandse taalgebied, al zal dat bij de belezen MB-bezoekers mogelijk anders liggen. Zijn ‘openluchtfrans’, zoals hij het zelf noemde, werd niet door alle critici gesmaakt. Het boek is geschreven in een voor die tijd (1926) zeer moderne, beeldende, haast filmische taal. Ze geeft het verhaal de vaart en het gevoel van een gesproken ooggetuigenverslag met herhalingen en indrukken, bij momenten erg helder, soms als een droom die gereconstrueerd moet worden. Ik heb het boek in vertaling gelezen maar zou de Franse versie eens moeten doornemen om een paar vertaalvondsten en -problemen die de vertaler achteraan toelicht te kunnen bekijken.

Lees verder “Geliefd boek: De grote angst in de bergen”

Nucleus accumbens

Ik heb een zwak voor Multatuli, hoewel er van mijn voornemen vaak over hem te schrijven nooit iets is geworden. For better or worse is de Mainzer Beobachter een Oudheidblog geworden. Gelukkig is er inmiddels de Multatuli-leesclub op Neerlandistiek, waar Marc van Oostendorp het hele oeuvre van Douwes Dekker systematisch doorneemt.

Afgelopen zaterdag kwam een bekend incident aan de orde. Actrice Mina Krüseman had voor de opvoering van Vorstenschool een contract bedongen waarin was geregeld dat zij zelf ƒ125 kreeg per voorstelling en Douwes Dekker ook nog eens ƒ25. Dit laatste was een leuke bonus, want in die tijd kreeg de auteur van een toneelstuk hooguit een eenmalige betaling.

Krüseman verwachtte dat Douwes Dekker, die nooit goed bij kas was, blij zou zijn, maar die was ontstemd. Als ik me goed herinner vatte hij de situatie samen als zou een Multatuli slechts een vijfde Krüseman waard zijn. Wat Krüseman niet wist, niet weten kon, was dat mensen een hersenkronkel hebben die nucleus accumbens heet. Maar voor ik dat uitleg, eerst even een voorbeeld van ruim een eeuw later, uit Zwitserland.

Lees verder “Nucleus accumbens”

De koekoeksklok

Ik had gisteren om negen uur een afspraak in Utrecht en had de rest van de dag een fiets nodig voor afspraken in Leiden, Den Haag, Rotterdam en Breda. Normaal gesproken zou je dan om rond half negen met je karretje in Amsterdam in de trein stappen, maar je mag geen fiets meenemen in de spits. Wat ook wel een beetje logisch is. De enige manier om met fiets en al om negen uur in Utrecht te zijn, was dus om om half zeven weg te rijden en langs Amstel, Angstel en Vecht naar Utrecht te gaan. Bepaald geen straf met windkracht vier in de rug.

Je bent niet helemaal wakker en je gedachtestroom is prettig naïef. En zo schoot me ineens te binnen hoe totaal absurd de beroemde woorden zijn van Harry Lime in The Third Man (een film die overigens op mijn lijstje geweldige films had gemoeten). U kent de scène – en anders ziet u hem hieronder – en herinnert zich hoe Lime, gespeeld door Orson Welles, in het reuzenrad in de Prater in Wenen een gesprek heeft met een oude vriend. Lime blijkt cynisch te zijn geworden en rondt bij het afscheid af:

You know what the fellow said. In Italy, for thirty years under the Borgias, they had warfare, terror, murder, and bloodshed, but they produced Michelangelo, Leonardo da Vinci, and the Renaissance. In Switzerland, they had brotherly love, they had five hundred years of democracy and peace – and what did that produce? The cuckoo clock.

Lees verder “De koekoeksklok”

Von Däniken

De piramide van Cheops

Sommige artikelen zou je zelf geschreven willen hebben, zoals het stuk van Martijn van Calmthout in De Volkskrant van afgelopen zaterdag over Erich von Däniken. Terwijl Van Calmthout enerzijds duidelijk maakt hoe pseudowetenschappelijk Von Dänikens idee is dat de aarde ooit is aangedaan door buitenaardse bezoekers, schetst hij een uiteindelijk sympathiek portret.

Daar is niets mis mee, maar door dit accent is er geen aandacht voor de negatieve impact van Von Dänikens gefantaseer. Die is echter onverminderd actueel.

Eén probleem is makkelijk te benoemen. Von Däniken heeft een charmante belangstelling voor het erfgoed van exotische culturen, waar hij verbaasd naar kijkt. Die piramiden, zoiets indrukwekkends kunnen die Egyptenaren natuurlijk nooit zélf hebben gebouwd. Die wereldkaart van de Ottomaanse admiraal Piri Reis is zó nauwkeurig dat een Turk het niet kan hebben vervaardigd. Je zou haast denken dat Von Däniken een eurocentrist is die de niet-Europese culturen elke creativiteit ontzegt.

Lees verder “Von Däniken”

Zwitsers officiersmes

Bij mij om de hoek is een fijne dumpzaak, waar ik graag mijn schoenen koop. Ze hebben er altijd de meest curieuze dingen in de etalage liggen: kruisbogen en luchtbuksen bijvoorbeeld, en natuurlijk soldatenkleding, die tegenwoordig “outdoor” heet. Zojuist  viel mijn oog op een display waarin reclame werd gemaakt voor de beroemde Zwitserse Victorinox-messen: u weet wel, die rode zakmessen die je kunt openklappen zodat je ook beschikt over een blikopener, schroevendraaier, zaag, veil, pincet, schaar, loep, flessenopener en priem.

De display bestond uit twee foto’s. De ene toonde het soldatenmes uit 1891, de andere het officiersmes uit 1897. Het verschil heeft niets te doen met de militaire hiërarchie maar vertelt heel, heel veel over de toenmalige standenmaatschappij. Om de officieren te helpen een fles wijn te openen, was hun mes voorzien van een kurkentrekker.

Drs. P.

shirin_heinz
Iraanse en Zwitserse liefhebbers van het Nederlands

Al een tijdje had ik een stukje in de pen over de gisteren overleden Drs. P. Ik had later deze week willen betogen dat de P.C. Hooftprijs als de bliksem moest worden uitgereikt aan de goede doctorandus. Dat zou ik hebben geschreven zonder ironie en ik zou verschillende argumenten hebben genoemd.

Reden één: poëzie is leuk. Dit is het simpelste argument. Met grappige liedjes als De Gezusters Karamazov, Markt, Oost-Groningen, De Dodenrit en het Sneker Café heeft Drs. P. in elk geval mijn generatie getoond dat poëzie leuk kon zijn. Hij bewees dat je ook aansprekende gedichten kunt schrijven zonder aanstellerig taalgebruik en overdreven voornaamheid.

Lees verder “Drs. P.”

Het legendarische Thebaans Legioen

Onderdeel van de helm van een christelijke soldaat (Archeologisch Museum, Zagreb)

Donald O’Reilly’s The Lost Legion Rediscovered is een curieus boek. De auteur, een gepensioneerde geschiedenisleraar, probeert de avonturen te reconstrueren van het Thebaans legioen, een eenheid uit het Romeinse leger die in 383 wordt genoemd door bisschop Eucherius van Lyon. Deze vertelt over christelijke soldaten die hadden geweigerd een bevel op te volgen dat ze immoreel achtten. Ze zouden daarom bij het huidige St Maurice-en-Valais in Zwitserland zijn gedood.

De “smoking gun” in Eucherius’ betoog is dat dit zou zijn gebeurd ten tijde van Maximianus, en dat deze de rang had van caesar. Dit zou voldoende moeten zijn om het verhaal terzijde te schuiven, aangezien Maximianus regeerde van 285 tot 305 en de (hogere) rang had van augustus. Eucherius heeft het over een gebeurtenis van een eeuw daarvoor en lijkt zich te vergissen. O’Reilly ziet dat anders – en ik denk dat hij op dit punt gelijk kan hebben: als Eucherius het had verzonnen, zou hij zijn schurk wel hebben voorzien van de rang waaronder hij bekend is geworden. Dat hij Maximianus desondanks aanduidt als caesar, een titel die deze heerser alleen in de winter van 285/286 heeft gedragen, opent de mogelijkheid dat Eucherius contemporaine bron heeft benut.

Lees verder “Het legendarische Thebaans Legioen”

De Alpen onderworpen

Ereteken van een cohort (RGZM)
Ereteken van een cohort (Römisch-Germanisches Zentralmuseum)

Deze zilveren en deels vergulde schijf, die ik fotografeerde in het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz, is gevonden in Neuwied-Niederbieber in Duitsland. Het is een onderdeel geweest van de decoratie van het veldteken van wat een cohort heette, wat kan slaan op een onderafdeling van een legioen of – en dat is dit keer aannemelijker – een zelfstandige eenheid hulptroepen. Het toont een Romeinse veldheer, met hetzelfde hoge voorhoofd als Tiberius (de latere keizer), een vertrapte krijgsgevangene en een enorme hoeveelheid krijgsbuit.

De krijgsgevangene heeft los vallend, lang haar en zal wel een Kelt zijn; de helm lijkt ook Keltisch. Hoewel Neuwied-Niederbieber ligt aan de Midden-Rijn, waar de Romeinen stonden tegenover de Germanen, lijkt de met deze schijf herdachte overwinning te zijn behaald op de Kelten. Het portret van Tiberius suggereert dat het gaat om de annexatie van het gebied tussen de Alpen en de Boven-Donau.

Lees verder “De Alpen onderworpen”

Marcus Aurelius

Marcus Aurelius (Avenches)
Marcus Aurelius (Museum Avenches)

Het bijgevoegde plaatje toont de gouden buste van de Romeinse keizer Marcus Aurelius, die regeerde van 161 tot 180, en vermoedelijk is gestorven in de stad waar ik deze woorden schrijf: Wenen. Het anderhalve kilo zware voorwerpen is gevonden in Avenches in Zwitserland.

Toen Germaanse plunderaars naderden, heeft iemand de buste bewaard door het in een afwateringskanaal te gooien, maar hij lijkt zelf te zijn gedood tijdens het gevecht, want hij heeft het nooit uit het water gevist. Archeologen hebben het gevonden en het is momenteel op de Keltenexpositie in Stuttgart waarover ik kort geleden al blogde. Het is indrukwekkend om te zien, maar wonderlijk genoeg liepen de mensen vrij snel langs dit portret.

Lees verder “Marcus Aurelius”