Strijdige grondrechten

Hans van Mierlo (Nationaal Archief)

Sinds ik in The Independent een juichende bespreking las van een absoluut flutboek, geschreven door iemand die aan dat boek had meegewerkt, vind ik het wat lastig de Britse krant serieus te nemen. Toch staat er wel eens iets in dat de moeite waard is, zoals een uitspraak van een Deense minister, Dan Jørgensen, dat rituele slacht kon worden verboden omdat dierenrechten gaan vóór religie.

Ook al lijkt het erop, het gaat hier niet om de vrijheid van godsdienst. Ik neem althans aan dat Denemarken deze erkent en dat de minister geen vernieuwende visie op het Deens constitutioneel recht ontvouwt. Hij zal hebben gedoeld op bepaalde geloofspraktijken. Evengoed begeeft hij zich in een mijnenveld.

Om te beginnen is hij vanzelfsprekend uitgemaakt voor antisemitisch en anti-islamitisch. Dat zal ook eens niet gebeuren. Ook kon je er de klok op gelijkzetten dat journalisten, zoals die van The Independent, het bericht zouden contrasteren met giraffe Marius en met wat tweets zouden proberen te bewijzen dat in Denemarken het een samenhangt met ander. De minister zal daarmee wel kunnen omgaan. Het eigenlijke mijnenveld is juridisch: is er zo’n rangorde in rechten?

Dit is een discussie die best eens gevoerd zou mogen worden. Het is onvermijdelijk dat onze grondrechten botsen. Ik ken een wetenschapper die een aantal (voor zover ik kan beoordelen) goede argumenten heeft waarom vrouwen beter geen topfuncties kunnen bekleden, en die ervan afziet ziet hierover een opiniestuk te schrijven omdat hij denkt dat er een hoop gedoe van komt. Dat gedoe is echter wel belangrijk, want zo trekken we de grenzen tussen zijn vrijheid een mening te uiten en het discriminatieverbod.

Je kunt dit soort knopen doorhakken door een rangorde in de grondrechten vast te stellen. Als ik het goed heb begrepen, heeft men dat in Frankrijk gedaan om de laïcité te garanderen en ik voor mij zie wel voordelen in zo’n ordening. Sommige vrijheden zijn nu eenmaal voor iedereen relevant, zoals die van drukpers en vergadering, terwijl de godsdienstvrijheid niet voor iedereen geldig is. Door deze even zwaar te laten wegen als de andere vrijheden, geef je in feite een groep mensen een recht dat anderen niet hebben.

Ik geloof dat het debat over de rangorde van de grondrechten in Nederland één keer is gevoerd. Dat was  bijna op de kop af negen jaar geleden, kort na de moord op Theo van Gogh. Men sprak in die maanden veel over het intrekken van het verbod op smadelijke godslastering en ook het introduceren van een rangorde in de grondrechten kwam ter tafel. Nadat het kabinet-Balkenende II had aangegeven niet blij te zijn met een D66-voorstel, concludeerde ook de Kamer – surprise, surprise – dat er geen behoefte aan was.

Ik vond het een gemiste kans, maar was te pragmatisch, te lui of te druk om een actiecomité op te richten om het opnieuw geagendeerd te krijgen. Nu ik de uitspaak van Jørgenson echter lees, denk ik dat het geen slechte zaak is eens te discussiëren over de strijdige grondrechten – en dan bedoel ik een principiële discussie, niet gedomineerd door de waan van de dag, waarin nu het ritueel slachten wordt gebruikt als stok om moslims en joden te slaan.

Een staatscommissie dus. Er zijn momenten waarop ik Hans van Mierlo verschrikkelijk mis.

[Mijn wekelijkse religiecolumn, afgelopen maandag op Sargasso.]

Deel dit: