Nikolaas van Myra

De dood van Nikolaas van Myra (Antivouniotissa-museum, Korfu)

Ik heb wel vaker geschreven over Nikolaas, de bisschop van de Lycische havenstad Myra die overmorgen ongeveer 1681 jaar geleden is overleden. Die datum, zes december dus, is eigenlijk het enige dat we met zekerheid weten, al zal het jaar 342 niet ver bezijden de waarheid zijn. Aannemend dat hij een jaar of vijftig, zestig is geworden, zal hij herinneringen hebben gehad aan de christenvervolging van Diocletianus. Wellicht is hij in 325 aanwezig geweest op het Concilie van Nikaia. Daar is een beroemde legende over – de pastorale pets die hij een andersdenkende zou hebben gegeven – maar dat verhaal is betrekkelijk jong.

Dat was, in volgorde van afnemende waarschijnlijkheid, alle historische informatie over Nikolaas van Myra. We kunnen nog toevoegen dat in de zesde eeuw zijn graf even buiten de stad werd aangewezen; daarvandaan is het gebeente later overgebracht naar Bari. Je leest weleens dat een koolstofdatering zou hebben bewezen dat dit materiaal uit de vierde eeuw stamde, en uitgesloten is dat niet, maar het is bij mijn weten nooit in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd. Tot slot: in de eerste helft van de vierde eeuw is in de haven van Myra een kerk gebouwd. Misschien wat Nikolaas betrokken, misschien niet.

Lees verder “Nikolaas van Myra”

Deel dit:

Een eunuch in Jeruzalem

Romeinse reiskoets (Römisch-Germanisches Museum, Keulen)

Als ik vertel dat (a) iemand in een rolstoel naar het station is gegaan om de trein te halen (b) weer terug naar huis is, dan begrijpt u wat er aan de hand is. De roltrap en de lift naar het perron waren weer eens gelijktijdig defect. U bezit culturele voorkennis die het mogelijk maakt het verband tussen (a) en (b) te leggen. Iets dergelijks maken we mee in het verhaal van de Ethiopische eunuch in de Handelingen van de apostelen. (“Ethiopië” verwijst mogelijk naar het koninkrijk Meroë in Soedan, maar kan ook zoiets betekenen als Afgelegië of Verwegistan.)

  • (a) De eunuch was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en
  • (b) zat nu op de terugweg in zijn reiswagen. (8.27b-28a; NBV21)

Het onuitgesproken verband tussen (a) en (b) is dat een onbesneden eunuch geen toegang tot de tempelrituelen krijgen kón. Althans, zo kun je de voorschriften lezen in Leviticus. Ook Deuteronomium laat aan duidelijkheid weinig te wensen over:

Lees verder “Een eunuch in Jeruzalem”

Deel dit:

3500 jaar Sint-Joris (2)

Sint-Joris (Historisch Museum, Sofia)

In het eerste deel toonde ik hoe de legende van Sint-Joris via de legende van Sint-Theodorus teruggaat op het verhaal over Perseus. Maar het is ouder.

De groene man

Nog niet zo heel lang geleden waren er in het Midden-Oosten cultusplaatsen die werden gedeeld door christenen en moslims en soms ook door druzen en joden. Dat is niet zo vreemd. De grenzen tussen godsdiensten zijn niet overal en altijd scherp. In Libanon bestond lange tijd de gewoonte dat moslims, vóór de pelgrimage naar Mekka, de zegen kwamen vragen van de dorpspriester. Want waarom ook niet? Het had eeuwenlang reizigers beschermd, dus zo’n gebruik schaf je niet af. Moslims lieten zich ook weleens dopen, niet om christelijk te worden, maar omdat het doopsel kwade geesten op afstand hield. Ook dat was eeuwenlang goed gegaan, ook dat schafte je niet af. En in elk dorp waren de kinderen islamitisch ten tijde van het Suikerfeest en christelijk met Pasen. Je geloof is waar snoep valt te halen.

Lees verder “3500 jaar Sint-Joris (2)”

Deel dit:

3500 jaar Sint-Joris (1)

Sint-Joris (muurschildering uit Bahdidat)

Draken bestaan niet en drakendoders bestaan dus evenmin. En toch hebben we een verhaal over Sint-Joris die een draak versloeg en een prinses bevrijdde. Dat moet ergens vandaan zijn gekomen.

De meest invloedrijke versie zal die zijn uit de Gulden Legende, een collectie christelijke heiligenlevens die rond 1260  is samengesteld door Jacob van Voragine, de aartsbisschop van Genua. Ik citeerde die al eens op deze blog. Als de heilige Georgius, zoals Joris in het Latijn heet, ergens in Libië een prinses wil bevrijden en daartoe ten strijde trekt tegen een waterdraak, beschermt hij zichzelf met een kruisteken, velt zijn lans en verwondt het ondier. Daarop beveelt hij de prinses de draak met haar ceintuur aan te lijnen en “als een goed afgerichte hond mee de stad binnen te brengen”. Bij het zien van het monster willen de bewoners vluchten naar de nabijgelegen bergen, maar Georgius legt hun uit dat God hem heeft gezonden om hen te bevrijden van het kwaad en dat ze zich alleen maar hoeven laten dopen. Als ze dat doen, zal hij de draak alsnog doden. En zo geschiedt: twintigduizend mensen bekeren zich tot het christendom, Joris doodt het ondier en er zijn vier span ossen nodig om het kadaver de stad weer uit te krijgen.

Lees verder “3500 jaar Sint-Joris (1)”

Deel dit:

Vragen rond de jaarwisseling 2023

Vorig jaar rond deze tijd nodigde ik u uit uw vragen over de Oudheid af te vuren. Vragen over de Oudheid. Die uitnodiging bleek niet tegen dovemansoren gericht want ik had al snel kopij voor zes blogjes (één, twee, drie, vier, vijf, zes). Ik voegde destijds aan mijn uitnodiging toe dat ik hoopte dat uw vragen het begin zouden zijn van een leuke oudejaarstraditie. Gegeven de eerdere respons ben ik daarover  nu optimistisch.

Een dubbel voorbehoud is opnieuw dat ik niet onbeperkt in mijn tijd zit en dat een vraag natuurlijk wel binnen mijn expertise moet vallen. Het moet dus gaan over de Oudheid, ofwel de tijd tussen pakweg 3000 v.Chr. en 650 n.Chr., en de regio tussen de rivier de Indus en de Atlantische Oceaan, tussen de Sahara en de Centraal-Euraziatische steppe. Maar dat had u al begrepen.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling 2023”

Deel dit:

Agrarische exploitatie: Rome en Indonesië

Agarische exploitatie in Nederlands-Indië (Universiteitsbibliotheek Leiden)

Wie helpt? Ik zit even met een vraag. Onlangs blogde ik over de Romeinse economie, die natuurlijk vooral agrarisch was. Ik heb niet uitgebreid stilgestaan bij een volgens mij redelijk belangrijk aspect, namelijk de interactie van productiewijzen. Een antieke boer zou het liefst alleen voor zichzelf produceren. De vakterm is dat hij streefde naar autarkie, wat je ooit zou hebben vertaald als “zelfgenoegzaamheid”, maar dat woord heeft een andere betekenis gekregen. In elk geval: de antieke boer was een peasant, zoals de overgrote meerderheid van de mensen die de afgelopen twaalfduizend jaar op deze planeet hebben rondgelopen.

Nu was er een vervelende bijkomstigheid: de overheid. Die eiste een deel van de opbrengst. Zolang dit in natura gebeurde, viel daarmee te leven. Maar de Romeinse overheid eiste belasting in klinkende zilveren munt. Die heeft een autarke boer niet, tenzij hij iets gaat verkopen. Anders gezegd: hij moet gaan produceren voor de markt.

Lees verder “Agrarische exploitatie: Rome en Indonesië”

Deel dit:

Poëzie: altijd onderweg

Altijd onderweg

Hee, het klopt toch, wat ik zeg?
Oudheidkundigen zijn altijd onderweg

Onderweg naar Rome
En zijn schrale troost
Onderweg naar Athene
Met haar bittere kroost

Onderweg naar Troje
Waar de wind altijd waait
Waar de zaaiende zaaier
Zijn zaad heeft gezaaid

Onderweg naar het land
Van het monsterverbond
Naar de herberg van David
Waar onze wieg eens stond

Onderweg naar het eiland
Waar het geheim wordt bewaard
Naar de tafel van Artur
En zijn ijzeren zwaard

Onderweg naar de vlakte
Waar de tijd niet bestaat
Waar de boeren nog ploegen
En de molen nog draait

Onderweg naar Noord-Ierland
Waar St. Patrick ons wacht
Waar de muziek bijna huilt
En het leven steeds lacht

Onderweg naar de stad
Waar ons hart klopt en bloedt
Naar het huis van een ander
Waar je jezelf steeds ontmoet

Onderweg naar de liefde
In een raamkozijn
Naar de blozende dichter
En zijn blufkonijn

Onderweg naar Ons Dorp
Waar geen haan meer naar kraait
Waar een plaatselijke schone
Haar gezicht heeft verfraaid

Onderweg naar de engel
Die het paradijs bewaakt
Naar een kerkje in IJsland
Waar de wereld vergaat

[Een gastbijdrage van de huisdichter van deze blog, Hans Koonings. Dank je wel Hans!]

Deel dit:

De Nikè van Samothrakè

Nikè van Samothrakè (Louvre, Parijs)

Ik heb het weleens uit een vliegtuig gezien, meermalen zelfs, maar ben nog nooit op Samothrakè geweest, het eilandje, een fractie groter dan Texel, in het noorden van de Egeïsche Zee tegenover Thracië. Wat ik ervan weet is (a) er was een cultus voor de Kabeiren; (b) de Alexandrijnse geleerde Aristarchos kwam er vandaan; (c) bovenstaand standbeeld is er gevonden.

Dat gebeurde in 1863 tijdens opgravingen in het heiligdom van de Kabeiren. Dat dateerde uit de archaïsche periode en is door koning Ptolemaios II Filadelfos en koningin Arsinoë II in de hellenistische tijd herbouwd. Achter het heiligdom was een theater, met achteraan een platform waarop een beeld stond van de overwinningsgodin Nikè. Ze keek uit over het heilige terrein en de Egeïsche Zee. Tegenwoordig staat ze in Parijs, bovenaan een trappenhuis in het Louvre. Je kijkt altijd omhoog naar de majestueus neerdalende godin. Ik ken geen standbeeld ter wereld dat effectiever is opgesteld.

Lees verder “De Nikè van Samothrakè”

Deel dit:

De misbruikte Oudheid

Gisteravond mocht ik in de Antwerpse boekhandel De Groene Waterman mijn boek Oudheidkunde is een wetenschap ten doop houden. Het was leuk, want ik zag enkele oude bekenden terug en ik ontmoette enkele nieuwe mensen (die ik soms al kende van deze blog). Robert Nouwen, de auteur van Ambiorix tegen Caesar, en ik verzorgden twee lezingen over de feitenvrije wijze waarop de politiek en de erfgoedsector omgaan met de Oudheid. In België is bijvoorbeeld eerder deze maand wat ophef om uitspraken van de rechtse politicus Filip De Winter, maar we mogen ook denken aan de Antwerpse burgemeester Bart De Wever en prietpraat over Caesar bij een project als Via Belgica.

Misinformatie en misbruik van het verleden zijn onder meer mogelijk doordat wetenschappers hun inzichten niet voldoende uitleggen en onvoldoende breed zijn geschoold. Robert sprak daarover als eerste. Zijn betoog was mooi doortimmerd en plaatste het onderwerp in de bredere wetenschappelijke discussie. Die tekst leest u hier. Mijn verhaal was meer vanuit mijn praktijk als blogger en Oudheid-uitlegger. Ik plaats het hieronder en de trouwe volgers van deze blog zullen veel van wat ik vertel, al kennen.

Lees verder “De misbruikte Oudheid”

Deel dit:

Jupiter Dolichenus

Jupiter Dolichenus (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

Omdat ik wilde weten of mijn kennis van de Oudheid gelijke pas hield met het onderzoek, lees ik de laatste druk van het eerstejaarshandboek oude geschiedenis: Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek. Ik was aangekomen bij het overzicht van de religie van de Romeinse keizertijd. Ik schrijf vandaag een aanvulling, want de god Jupiter Dolichenus blijft onvermeld. Toevallig was er iemand die me onlangs vroeg of ik daar eens over wilde bloggen. Daar gaat ’ie dus.

Om te beginnen: het is de oppergod van Doliche in Kommagene, een Anatolisch koninkrijk aan de Eufraat. De plek van zijn tempel heet tegenwoordig Dülük Baba Tepe, de heuvel van vadertje Dolichenus dus, en is niet ver van Gazi Antep. De cultus heeft wortels in een ver verleden: op afbeeldingen staat de god op een stier en draagt hij een bliksemschicht en een dubbele bijl, net als de Hittitische stormgod Tešub.

Lees verder “Jupiter Dolichenus”

Deel dit: