U denkt: dit is een gewoon laantje. Halfverhard, wat bomen. Van zulke weggetjes gingen er ooit dertien in een dozijn en zelfs tegenwoordig, nu de leuze is “waar een wil is is alweer een weg”, gaan er nog altijd een stuk of acht in een dozijn. Een gewoon laantje, denkt u dus, maar u kon zich niet meer vergissen.
Ik weet dat, want we gingen er vroeger vaak wandelen: mijn moeder voorop, mijn vader volgend met de kinderwagen waarin mijn broertje lag en met mijn zusje aan de arm. Ik zal wel bij mijn vader hebben gelopen, verhalen vertellend over astronauten. Het gebeurde regelmatig dat mijn moeder, die dus voorop liep, ons riep snel te komen omdat ze had ontdekt dat aan een van deze bomen snoepjes groeiden. Kaneelkussentjes, weet ik nu. Ik heb zulke bomen nooit meer ergens gezien, dus dat laantje is heel bijzonder.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.