
Het moet 1973 zijn geweest, en ik was met de welpen op zomerkamp in Elst. Op een dag gingen we naar de Westerbouwing, een speeltuin op een heuvel ten westen van Oosterbeek. Ik herinner me dat we eerst een stuk over de zuidelijke Rijndijk fietsten voor we bij het pontje kwamen. Aan de overkant lag de heuvel, met een eindeloze trap naar boven, naar het pretpark. Daar was een geweldige glijbaan.
Het is de plaats van een van mijn gelukkigste jeugdherinneringen. We waren met teveel jongens en het pontje moest twee keer varen om ons over te zetten. Ik zat in de eerste groep, dus wij moesten even wachten. De welpenleider besloot ons te trakteren bij de ijscoman die daar stond. Die schoof voor elke welp een ronde wafel onder een rol ijs, sneed daar dan doorheen, schoof het ijs opzij en legde er een tweede wafel op. De rol werd zo steeds korter. Toen ik aan de beurt was, was ze bijna op. De man legde een wafel neer, schoof die onder wat resteerde van de ijsrol, pakte toen de volgende rol, plaatste die erop, sneed het alsnog door en deed de tweede wafel erop. Ik denk dat mijn beschrijving niet helemaal duidelijk is, maar het komt erop neer dat mijn ijsje dubbel dik was. (Van dubbeldikke ijsjes word ik nog altijd heel erg gelukkig.) (Van gewone ijsjes ook.)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.