In het eerste stukje over het comparatisme hebben we vooral gekeken naar simpele parallellen, waarin een onderzoeker een verschijnsel verklaart door er één ding naast te nemen. Sparta lijkt op Kreta, Kolchis op Egypte, en die verwantschap is de oorzaak van de overeenkomsten. Het is echter verstandiger om bredere patronen te zoeken, wat in feite is waarom Marx productiewijzen beschouwde als basis voor wat vergelijkbaar was en wat niet.
Een ander voorbeeld: een archeoloog weet bijvoorbeeld dat veel volken de gewoonte hadden kostbaarheden aan de goden te wijden en veronderstelt daarom, als hij ergens veel dure voorwerpen opgraaft, dat het opgegraven gebouw een religieuze functie kan hebben gehad. Hij vergelijkt dus niet met één andere cultuur, maar met een algemener patroon, en dat is, zolang n>1 beter is dan n=1, een hardere methode. Zo’n patroon wordt ook wel aangeduid als een model.
Een voorbeeld is De boeren bedreigd, de inaugurele rede van mijn leermeester Pieter Willem de Neeve (1945-1990). Hierin behandelde hij de economie van Italië in de periode voordat Tiberius Gracchus in 133 v.Chr. voorstelde de akkerbouw te hervormen. De Neeve paste het model toe dat de Pruisische sociaal-geograaf Johann Heinrich von Thünen in 1826 had voorgesteld in zijn boek Der isolierte Staat.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.