Driemaal wereldgeschiedenis

Eroten met guirlandes uit Taxila: een puur Romeinse vorm in het huidige Pakistan (Humboldtforum, Berlijn)

De term “wereldgeschiedenis” is vaag. Toen ik haar tijdens mijn studie voor het eerst uitgelegd kreeg, bedoelde mijn docent er duidelijk “synthese” mee. Tegenwoordig lijken we vooral te bedoelen dat we lokale geschiedenis inbedden in een wijdere context. Dat is bepaald geen nieuw perspectief.

Wereldgeschiedenis: eerste fase

In de achttiende eeuw bereikte een enorme hoeveelheid etnografische informatie Europa. Dat dwong de Verlichtingsfilosofen na te denken over een verklaring voor de overeenkomsten en verschillen tussen de diverse culturen. Zo ontstond het idee dat de mensheid van primitief via barbaars naar beschaving was gegroeid. Etnografische data en informatie uit antieke bronnen gingen bij denkers als Turgot en De Condorcet hand in hand.

Lees verder “Driemaal wereldgeschiedenis”

Een nieuwe benadering van Julius Caesar

Jona wees al even op mijn nieuwe boek De Caesarroute dat verschijnt bij de Caesarexpositie in H’ART Museum in Amsterdam. Geen catalogus, maar een verhaal dat uitnodigt na een eerste kennismaking met Julius Caesar in Amsterdam, aan de wandel te gaan om de kennismaking te verdiepen. Het kan dus ook los van elkaar, maar de combinatie is wel zo aardig.

Een lage vindkans

Hoewel geschreven als een wandelgids voor een breed publiek, staat route ook voor een systematische benadering van het onderzoek naar Julius Caesar in de Lage Landen. Belangrijke uitdaging is wat ik de ‘schoenspijker in de hooiberg’ noem. Het goede nieuws is dat sinds 2008 bekend is dat Caesars soldaten uitzonderlijk grote schoenspijkers onder hun schoeisel droegen, waardoor ze te dateren zijn. Een kort erop in 2010 bij het Duitse Limburg an der Lahn gevonden kamp, is dankzij de vondst van die schoenspijkers met zeer grote waarschijnlijkheid aan de tijd van Caesar gekoppeld. Maar hoewel door de aanleg van een snelweg een flink deel van twee van zijn kampen is opgegraven, leverde dat slechts drie dateerbare schoenspijkers op. Ook de andere minder goed dateerbare vondsten zijn schaars, waaronder wat scherven en slechts één munt. Per vierkante meter opgraving van een kamp van Caesar is de kans iets dateerbaars uit zijn tijd te vinden zeer klein.

Lees verder “Een nieuwe benadering van Julius Caesar”

De jeugd van Boeddha

De eerste preek van Boeddha, met onder de toehoorders Brahma en Indra (Kizil-grotten; Humboldtforum, Berlijn)

Ik heb wel vaker geblogd over reizende verhalen. De grote vis uit Sindbad de Zeeman is ook die van Sint-Brandaan. De zondige stad heet Sodom of in het Solse Gat. Het mandje van Mozes is ook dat van Sargon, van Romulus en Remus, van Merlijns leermeester Taliesin en van een meisje (met kat) dat in 1421 landde op wat sindsdien de Kinderdijk heet. Ook heb ik weleens verteld dat een heldenleven steeds hetzelfde patroon heeft. Het is dus geen verrassing dat het leven van Boeddha, waarover ik vorige week had, parallellen kent in de klassieke literatuur.

Scène één was de vorige incarnatie van Boeddha, als de brahmaan Sumedha. Ook over de eerdere levens van Pythagoras vertelde men zulke verhalen. De voorspellende droom – scène twee – kent ook allerlei parallellen, vaak van het type dat een vorst verneemt dat zijn dochter een zoon zal baren die de macht zal krijgen.

Lees verder “De jeugd van Boeddha”

Alternatieve geschiedenissen van Duitsland

Plantu over de hereniging van Duitsland

Als ik zeg dat een stoplicht op rood staat, is dat de constatering van een eenvoudig feit. Zo’n feit krijgt betekenis als we bedenken dat het ook op groen kan staan. Met het verleden is het niet heel anders. We kunnen eerst vaststellen dat iets het geval is geweest en dat feit krijgt vervolgens betekenis als we de alternatieven overwegen.

Ongebeurde geschiedenissen van Duitsland

Afwegingen over wat niet is gebeurd, de Ungeschehene Geschichte, zijn in de historische analyse altijd impliciet aanwezig. Wie zegt dat iets een “historische gebeurtenis” is geweest, heeft overwogen dat het anders had kunnen gaan. “Het denken over wat potentieel ook mogelijk zou zijn geweest,” zoals de Duits-Israëlische historicus Dan Diner het verwoordt, “helpt ons de verleden werkelijkheid beter begrijpen.”

Lees verder “Alternatieve geschiedenissen van Duitsland”

Bodi in Bonn

Bodi’s gouden ring (foto: L. Kornblum. © LVR-LandesMuseum, Bonn)

Ik ging naar Bonn om daar Bodi te zien. Ik zag Bodi. Een laatantieke krijger uit het Rijnland, begraven in Bislich, recht tegenover Xanten aan de Rijn. Een tijdgenoot van de geschiedschrijver Gregorius van Tours, die hem zou hebben aangeduid als een Frank. De grafheuvel van Bodi is in 1972 gevonden op een begraafplaats waar nog 900 mensen lagen. Aan de locatie te zien was zijn graf, dat al was geplunderd in de Middeleeuwen, erg belangrijk; de meeste andere graven waren simpeler. We kennen de naam van Bodi omdat die te lezen stond op een gouden zegelring die de plunderaars hadden laten liggen. Deze krijger was geletterd.

Of presenteerde zich als geletterd. Wat zou het zijn? Daar kun je een redenering over opzetten. Dan veranderen depotvoorwerpen in wetenschappelijke aanwijzingen, dan zie je een puzzel ontstaan en dan wordt het interessant. Het Rheinisches Landesmuseum heeft aan zulke puzzels een expositie gewijd. Het gaat daarbij niet, zoals de naam van de tentoonstelling suggereert, om Das Leben des Bodi, maar in de eerste plaats om de reconstructie van dat leven en in de tweede plaats om de betekenis van dat leven. En het gaat om vragen, niet om antwoorden.

Lees verder “Bodi in Bonn”

Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch

Inscriptie van Suppiluliuma II in Hiërogliefisch Luwisch (Hattusa)

Er gaan dagen voorbij waarin ik niet denk aan de vraag of het Proto-Anatolisch afstamt van het Proto-Indo-Europees of dat het Proto-Indo-Europees en het Proto-Anatolisch een gedeelde voorouder hebben. Ik ontmoette vorige maand iemand die daar wel dagelijks aan denkt: Alwin Kloekhorst van de universiteit in Leiden. Eerst ga ik u vertellen wat hij me over het onderwerp vertelde, daarna zal ik u uitleggen waarom het uitmaakt. Maar eerst even wat achtergrond.

Proto-Indo-Europees

De reconstructie van het Proto-Indo-Europees is, en ik overdrijf niet, een van de grootste prestaties uit de geesteswetenschappen aller tijden. Het gaat om het inzicht dat vrijwel alle talen in Europa, een groot aantal talen uit Centraal-Eurazië, plus enkele Iraanse en Indische talen afstammen van één oertaal. De talen in die familie noemen we Indo-Europees en de gereconstrueerde oertaal heet Proto-Indo-Europees.

Lees verder “Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch”

IJsonderzoek en boorkernen

Voor ijsonderzoek  gebruikt men schepen als de G.O. Sars

Op 26 juni j.l. schreef Jona Lendering hier een blog over zogenoemd ijsonderzoek. Dit is een relatief nieuwe archeologische discipline. Citaat:

Het principe lijkt op dat van jaarringonderzoek. Elke winter valt er sneeuw en in het hooggebergte en in de poolgebieden blijft die liggen. Het verandert in een ijslaagje, en dat bevroren hemelwater biedt een aanwijzing voor de samenstelling van de atmosfeer. We beschikken bij mijn weten over drie meterslange boorkernen, alle drie uit Groenland.

Kortom, er moeten dus eerst boorkernen verzameld worden waaruit men vervolgens conclusies kan trekken.

Lees verder “IJsonderzoek en boorkernen”

IJsonderzoek

Ik geloof dat ik al een paar keer heb verwezen naar oudheidkundig klimaatonderzoek naar ijslaagjes, maar ik heb dat ijsonderzoek nog nooit werkelijk uitgelegd. Laten we daar vandaag eens verandering in brengen.

Het principe lijkt op dat van jaarringonderzoek. Elke winter valt er sneeuw en in het hooggebergte en in de poolgebieden blijft die liggen. Het verandert in een ijslaagje, en dat bevroren hemelwater biedt een aanwijzing voor de samenstelling van de atmosfeer. We beschikken bij mijn weten over drie meterslange boorkernen, alle drie uit Groenland. Daarin zijn bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen te herkennen, want zo’n ontploffende berg stuurt een hoop rommel de lucht in en de sulfaten blijven wereldwijd hangen. Ik herinner me de opwinding – ik denk eind jaren tachtig – toen dit onderzoek begon en men de sporen vond van een enorme uitbarsting in 1614 v.Chr., die destijds werd toegeschreven aan de ontploffende Thera. Die uitbarsting is belangrijk voor de chronologie van het Egeïsche Zee-gebied.

Lees verder “IJsonderzoek”

Oudheidkunde is een wetenschap

Een tijdje geleden riep ik uw hulp in om een titel te bedenken voor mijn eind november verschijnende nieuwe boek. De werktitel was Oudheidkunde is een wetenschap en hoewel u me tientallen suggesties aan de hand deed, zat daar helaas niets bij dat de lading volledig dekte. Welbeschouwd stelde ik u ook een onmogelijke vraag: bedenk een titel voor een boek waarvan de inhoud nog niet helemaal vast ligt. Niettemin: dank uw bijdragen, want die waardeerde ik vanzelfsprekend. Heel erg zelfs. Ik was trouwens verrast door de mensen die de ChatGTP aan het werk hadden gezet.

In overleg met de uitgeverij heb ik het gehouden op Oudheidkunde is een wetenschap (en dat mag je ook best eens uitleggen). De ondertitel geeft aan dat ik probeer de lacune te vullen waarmee de oudheidkunde te kampen heeft. Er is immers geen archeologiemuseum meer; een website waar u verneemt wat culturele uitleg nu eigenlijk is, heeft zelfs nooit bestaan. Het is dus volkomen logisch dat mensen de bestudering van de Oudheid beschouwen als spielerei.

Lees verder “Oudheidkunde is een wetenschap”

Absence of evidence is not evidence of absence

Niet gebouwd door aliens

De vuistregel is vermoedelijk het bekendst uit de bijbelse archeologie: absence of evidence is not evidence of absence. Het gezegde is vaak ingeroepen geweest ter verklaring van een beruchte asymmetrie in ons bewijsmateriaal: terwijl de Bijbel het heeft over een groot koninkrijk ten tijde van David en Salomo, is daarvoor geen archeologisch bewijs. We hebben momenteel twee buitenbijbelse vermeldingen van David als voorvader van de dynastie van het koninkrijk Juda (één, twee) en nul verwijzingen naar Salomo. Geen enkel kleitablet, niets.

Dit probleem is al ruim een eeuw bekend. Een eeuw waarin bijvoorbeeld in Megiddo alvast enkele stallen zijn toegeschreven aan Salomo, zonder dat er bewijs was voor diens historische bestaan. De gedachte was: goed doorgaan met spitten, we vinden nog weleens onweerlegbaar bewijs dat Salomo een historisch personage is geweest. Het ontbreken van bewijs gold dus niet als bewijs dat er nooit iets was geweest.

Lees verder “Absence of evidence is not evidence of absence”