
Mijn reisgenoten en ik begonnen te hoesten toen we in Kerman waren. Het was niet erg en bij sommigen ging het voorbij. Typisch zo’n vaag reizigerskwaaltje: een ongebruikelijk virus waar je afweermechanisme in enkele dagen korte metten mee maakt. Bij mij bleef het echter hangen en ik kreeg koorts. Ik slikte wat koortsremmers en kon verder, maar werd in Isfahan toch ingehaald.
Dus kwam de dokter. En de dokter nam de tolk mee. Er volgde een diagnose waaruit ik het woord “para-infelanza” begreep maar de rest niet. Ik kreeg een prik. Ik kreeg een hoestdrankje. Ik kreeg een antibioticumkuur van vijf dagen. En ik kreeg een rekening. Dat wil zeggen: ik zou een rekening hebben moeten krijgen, ware het niet dat mijn tolk die voor zijn rekening nam. De geduchte Iraanse beleefdheid ofwel ta’arof.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.