Faits divers (5)

Abraxas (Louvre, Parijs)

In de reeks faits divers deze keer: Griekse woorden, een rechter die vandalisme aanmoedigt en Turkse arrestaties.

Abraxas

Eerst nog even over Abraxas. Er zijn eigenlijk best wat problemen met het Griekse tekstje dat ik onlangs toonde. Niet het feit dat het Grieks is; in onze contreien schreef men meestal in Romeinse letters, maar andere alfabetten waren zeker niet onbekend. In Duitsland loopt momenteel leuk onderzoek of scherven met wat losse krassen, die tot nu toe terzijde zijn geschoven, niet misschien Aramees zijn. Dus het Griekse alfabet is zo vreemd niet.

Lees verder “Faits divers (5)”

Museum Het Toreke, Tienen

Romeins hoofdje (Het Toreke, Tienen)

Ik moest onlangs – en niet tegen mijn zin – even in Tongeren zijn, en dat liet zich mooi combineren met een bezoek aan het archeologische museum van Tienen, Het Toreke. Het dankt zijn naam aan het feit dat het, zoals u misschien al vermoedde, een versterkt gebouw is, dat ooit diende als gevangenis. Nog altijd zit de vrederechtbank van Tienen er om de hoek. Ik wilde al jaren naar Het Toreke, want het heeft een goede collectie die ik alleen kende uit bruiklenen aan andere musea.

Tienen

Tienen zelf is een belangrijke Romeinse nederzetting geweest. Toen Agrippa de Romeinse wegen in Gallië aanlegde, was een van de belangrijkste routes die van Keulen naar de Kanaalkust. Het eerste deel, over Jülich en Heerlen, leidde naar Tongeren. Daarvandaan zou de weg later over Liberchies naar Bavay lopen. Maar dat is niet het oorspronkelijke parcours. Robert Nouwen heeft er in zijn boek  De Romeinse heerbaan (bespreking) op geattendeerd dat de weg ooit van Tongeren over Tienen en Velzeke westwaarts leidde. Je vraagt je af wat archeologen allemaal niet hadden kunnen ontdekken als Brussel niet in de weg zou liggen.

Lees verder “Museum Het Toreke, Tienen”

Een nieuwe benadering van Julius Caesar

Jona wees al even op mijn nieuwe boek De Caesarroute dat verschijnt bij de Caesarexpositie in H’ART Museum in Amsterdam. Geen catalogus, maar een verhaal dat uitnodigt na een eerste kennismaking met Julius Caesar in Amsterdam, aan de wandel te gaan om de kennismaking te verdiepen. Het kan dus ook los van elkaar, maar de combinatie is wel zo aardig.

Een lage vindkans

Hoewel geschreven als een wandelgids voor een breed publiek, staat route ook voor een systematische benadering van het onderzoek naar Julius Caesar in de Lage Landen. Belangrijke uitdaging is wat ik de ‘schoenspijker in de hooiberg’ noem. Het goede nieuws is dat sinds 2008 bekend is dat Caesars soldaten uitzonderlijk grote schoenspijkers onder hun schoeisel droegen, waardoor ze te dateren zijn. Een kort erop in 2010 bij het Duitse Limburg an der Lahn gevonden kamp, is dankzij de vondst van die schoenspijkers met zeer grote waarschijnlijkheid aan de tijd van Caesar gekoppeld. Maar hoewel door de aanleg van een snelweg een flink deel van twee van zijn kampen is opgegraven, leverde dat slechts drie dateerbare schoenspijkers op. Ook de andere minder goed dateerbare vondsten zijn schaars, waaronder wat scherven en slechts één munt. Per vierkante meter opgraving van een kamp van Caesar is de kans iets dateerbaars uit zijn tijd te vinden zeer klein.

Lees verder “Een nieuwe benadering van Julius Caesar”

Het Hermannsdenkmal

Het Hermannsdenkmal (Detmold)

In het jaar 9 na Chr. leden de Romeinen in Germanië een grote nederlaag: de roemruchte slag in het Teutoburgerwoud. In de vroegmiddeleeuwse, Germaanse poëzie horen we er weinig over, maar vanaf de zestiende eeuw zou de Cheruskische vorst Arminius, die de Romein Publius Quinctilius Varus had verslagen, uitgroeien tot een Duitse nationale held. Met een Duitsere naam, Hermann. Men wijdde opera’s, gedichten, schilderijen en toneelstukken aan deze Duitse superheld. De ‘kers op de taart’ is het negentiende-eeuwse Hermannsdenkmal in Detmold.

Duitse volksheld

Voor het zover was, moest Arminius worden herontdekt. Dat gebeurde, zoals gezegd, pas in de zestiende eeuw. De boeken 1-6 van de Annalen van de Romeinse auteur Tacitus werden in 1515 in Rome gedrukt, waarna het werk begon te circuleren onder de Europese geleerden. Zo raakte men opnieuw bekend met het verhaal van Arminius. Eén passage bracht hem ongekende faam:

Lees verder “Het Hermannsdenkmal”

De Caesarkop van Arles

De Caesarkop uit Arles (Musée Départemental Arles Antique)

In het zuidoosten van Frankrijk zijn de afgelopen decennia een paar zeer interessante musea bijgekomen. Zo is er het in 2015 geopende Musée des Confluences, bij de plek in Lyon waar de Rhône en de Saône samenkomen. Het museum

neemt ons mee terug naar onze oorsprong, bevraagt ​​het functioneren van onze samenlevingen, hun relatie tot de dood en roept de vraag op van onze plaats in de levende wereld.

Of het deze, mijns inziens nogal megalomaan geformuleerde doelstelling waarmaakt heb ik zelf nog niet waar kunnen nemen.

Een tweede museum waarvoor ik al eerder aandacht vroeg, is het Musée de la Romanité in Nîmes, inhoudelijk buitengewoon fraai opgezet en ook architectonisch een wonderschone aanvulling op de toch al zo mooie stad Nîmes. Alleen al een bezoek aan de ‘rooftop’ (ja: zo staat het er echt in de Franse website van het museum) is de moeite meer dan waard, vanwege het uitzicht over de oude binnenstad van Nîmes en – vooral – het zeer goed geconserveerde Romeinse amfitheater, waar het zo’n beetje aan grenst.

Lees verder “De Caesarkop van Arles”

Oezbekistan in Berlijn

Reliëf met een krijger uit Kampyr Tepe (tweede eeuw v.Chr.)

Om deprimerende redenen die u vlak voor het einde van dit blogje zult vernemen, ben ik momenteel in Berlijn. Gisteren zijn we langs Tempelhof, het Schöneberg-raadhuis en andere Koude-Oorlog-locaties wezen fietsen. Vandaag gingen we naar het Neues Museum, de Oezbekistanexpositie en het Altes Museum. Het laatstgenoemde museum toont klassieke kunst, het Neues Museum biedt Egypte en (Germaanse) Prehistorie. Alles bij elkaar ben je daar acht uur mee bezig, een pauze met curryworst inbegrepen. Daarna ben je weliswaar doodmoe maar ook helemaal vol mooie indrukken.

Invloeden op Oezbekistan

Ik hoef u een bezoek aan Berlijn niet aan te raden. Het is immers de interessantste stad van Europa en het is maar zes uur met de trein. Wat ik u wel aanraad, is de expositie Archäologische Schätze aus Usbekistan. Er zijn stukken te zien uit het Nationaal Museum in Tasjkent, het Museum van Termez, de collectie van de Oezbeekse Academie van Wetenschappen en enkele andere musea. Die zul je verder niet snel te zien krijgen, zelfs niet in Oezbekistan.

Lees verder “Oezbekistan in Berlijn”

De Heksenberg bij Heerlen

De Heksenberg

Wie Heerlen associeert met het Romeinse verleden, denkt uiteraard eerst aan het Romeinse badhuis: een van de grootste ruïnes uit de Romeinse tijd, sinds 1977 te zien in het Thermenmuseum. Minder bekend is de Hessenberg, in de twintigste eeuw verbasterd tot Heksenberg, een heuvel van 138,2 meter boven NAP in het zuidwestelijke deel van de Brunssummerheide die ongeveer vijfentwintig meter boven zijn omgeving uitsteekt. Het is de hoogste heuvel uit de omgeving, vlakbij de huidige woonwijk Heksenberg. Vanwege de hoogte van de heuvel is de top gebruikt voor het maken van geografische kaarten.

De Brunssummerheide ligt tussen Heerlen en de Duits-Nederlandse grens, en vormde in de vijftiende eeuw een woest en onherbergzaam bos- en heidegebied. Je kunt hierbij direct al de vraag stellen in hoeverre dit landschap de volkscultuur heeft beïnvloed, maar laten we niet op de zaken vooruitlopen.

Lees verder “De Heksenberg bij Heerlen”

Alba-la-Romaine

Alba-la-Romaine, theater

In het zuiden van Gallië, tussen de Alpen tot ongeveer halverwege de Atlantische Oceaan, lag de Romeinse provincie Gallia Narbonensis. In dit gebied huisden diverse Gallische stammen, die onderling soms slaags raakten, soms vrede sloten, bondgenootschappen aangingen en die weer opbraken als het ze beter uitkwam. Met name vanuit het noorden werd er grote druk op het grondgebied van Narbonensis ervaren, terwijl de min of meer van Rome onafhankelijke Griekse kolonie Massilia (Marseille, overigens eeuwenlang een bondgenoot van Rome) de verschillende Gallische stammen alhier dwong om grondgebied af te staan tijdens de oorlogen, ten faveure van o.a. Pompeius.

Helvii

De hier wonende Gallische stammen onttrokken zich aan de Gallische Opstand van 52 voor Chr. en met name de Helvii – die ten westen van de Rhône woonden, in de huidige Ardèche – lieten zich door Caesar gebruiken om hem te ondersteunen tegen de machtige Vercingetorix. Caesar nam dat de Helvii in dank af. Toen Massilia zich achter Pompeius schaarde en Caesar deze Griekse kolonie onder de voet liep, werden de trouwe Helvii weer in het bezit gesteld van eerder door de Massilianen op hen veroverde grondgebied.

Lees verder “Alba-la-Romaine”

Een dienstreis naar Cádiz

Punische terracotta (Museum van Cádiz)

Er was eens een man in Karthago die, naar eigen zeggen, stapelgek was. Insanus. Deze Heliodorus liet zijn geestelijke situatie merken door in zijn testament te bepalen dat zijn sarcofaag geplaatst moest worden in Cádiz, opdat hij zou zien wie helemaal naar de rand van de aarde zouden reizen om zijn graf te zien. Die mensen zouden nog gekker zijn dan hij.

Die gek, dat ben ik. Eind jaren tachtig hoorde ik over dit grafschrift en dus moest ik het zien. Toen ik destijds door Andalusië reisde, nam ik vanuit Sevilla de trein naar Cádiz. Helaas stapte ik verderop over op de verkeerde trein, zodat ik het grafschrift destijds niet heb gezien. Zo’n drieëndertig jaar later, afgelopen zaterdag, had ik de herkansing. Mijn vriendin had in Nederland al een treinkaartje besteld van Córdoba naar Cádiz, want voor mij zijn online financiële transacties te ingewikkeld en de hogesnelheidslijn veronderstelt reservering.

Lees verder “Een dienstreis naar Cádiz”

Een dienstreis naar Munda

De heuvelrug bij Munda

Vandaag was de grote dag: ik ging op weg naar Munda, de plaats waar Julius Caesar op 16 maart 45 v.Chr. zijn gevaarlijkste tegenstander versloeg: Gnaeus Pompeius Junior. Als u mijn Caesar-reeks volgt, bent u bent hem al tegengekomen als vlootcommandant. Caesar had in de slag bij Farsalos weliswaar Pompeius Senior verslagen, maar was vervolgens in Egypte vast komen zitten, waarop zijn republikeinse tegenstanders het verzet hadden gereorganiseerd in Tunesië en Spanje.

Het Spaanse leger was groter dan wat Caesar in het veld kon brengen en de Pompejanen hadden redenen om bloedfanatiek te zijn. Ook had Pompeius het slagveld zorgvuldig gekozen en feitelijk een val voor Caesar opgezet. De dictator zou zegevieren, maar verklaarde achteraf niet alleen te hebben gevochten voor de overwinning, maar ook om te overleven. Latere bronnen schrijven hem zelfs zelfmoordplannen toe. Munda was een enorm belangrijk gevecht.

Lees verder “Een dienstreis naar Munda”