Mijn huis heeft een balkon. Wie de moeite neemt over een hekje te klauteren, loopt zo het balkon van de buren op, een Marokkaans gezin. Omgekeerd kunnen de jongens makkelijk mijn balkon op, en hun schotelantenne staat dan ook aan mijn kant, waar een betere ontvangst is.
Vroeger – ik heb het over 2005 – klom een van de buurjongens wel eens naar mijn balkon en liep mijn huis dan binnen om aan de computer te werken. Werkstukken printen, wat zaken opzoeken op het internet, dat soort dingen. Hij leende soms wat geld, waarvan ik eigenlijk wel wist dat ik het nooit terug zou krijgen, maar ik bekreunde me er niet zo om. Het leek me niet makkelijk als Marokkaanse puber te leven in het Nederland van Fortuyn en Wilders, waar je op voorhand gestigmatiseerd was.
Dat die stigma’s niet helemáál onverdiend waren, ontdekte ik toen ik in het voorjaar van 2006 thuiskwam van een bezoek aan Oxford. Ik wilde net beginnen met het downloaden van de foto’s uit mijn camera, toen mijn buurjongen aankwam: hij moest iets opzoeken. Ik liet hem zijn gang gaan, ging ergens wat zitten lezen, maar toen hij even later weer vertrok en ik verder wilde gaan met mijn foto’s, kon ik mijn camera nergens meer vinden. Mijn halve huis afgezocht, maar de camera was weg en ik was niet zo naïef dat ik niet wist wie die had meegenomen.
Naar de politie. Pissig, want mijn vertrouwen was behoorlijk beschaamd. Maar ik realiseerde me ook dat een vmbo-er van Marokkaanse komaf met een strafblad in het Nederland van Fortuyn en Wilders eigenlijk kansloos was en alleen maar verder op het slechte pad kon gaan. Wilde ik dat? Nee. Dus ik deed geen aangifte. De wijkagent is nog eens langs geweest, een week later, en ik heb mijn buurjongen nog eens laten weten dat ik verdraaid goed in de gaten had wat ’ie had gedaan. Hij ontkende, maar ik had mijn punt voldoende gemaakt en besloot over te gaan tot de orde van de dag.
Lekker zat het me ondertussen niet. Elke keer dat ik de jongen zag lopen, had ik het gevoel dat ik té vriendelijk was geweest. Jonge mensen hebben recht op herkansingen, maar ook ik heb een recht, namelijk om niet bestolen te worden. Hij is het balkon niet meer op geweest en op straat wisselen we geen woord méér dan strikt noodzakelijk.
Tot vanavond. Ik schrok eerlijk gezegd toen hij me op straat onverwacht aansprak, maar hij vertelde dat hij me graag het geleende geld wilde teruggeven en de gestolen camera wilde vergoeden. Ik kan niet anders dan zeggen dat ik onder de indruk ben. Het gaat om iets van zeven jaar geleden en er is geen enkele praktische reden om er nog op terug te komen. Als hij niets zou doen, veranderde er niets. Hij was ermee weg gekomen.
Maar blijkbaar zat het de jonge man toch niet lekker en had hij er spijt van. Dat je, terwijl het gaat om een in feite afgeronde kwestie, toch iets wil goedmaken, zegt iets over je morele kaliber. De jongen waarvan ik meende dat hij opgroeide voor galg en rad, blijkt meer karakter te hebben dan ik voor mogelijk had gehouden. Mijn Oxford-foto’s krijg ik er natuurlijk niet mee terug, maar ik ben blij dat mijn pessimisme is gelogenstraft.
mooi artikeltje, een teken van hoop
0) “tot de orde dag” -> “tot de orde van de dag”?
1) Intrigerend verhaal. Ik ben alweer blij dat ik deze blog volg.
Is mij ook overkomen, maar dan met ‘vriend’ van stiefzoon. Zelfde verhaal, ook een zielige ‘gestigmatiseerde jongen. Dat kostte me een camera en een mobiele telefoon. Die ik dus nooit meer terug heb gezien.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat stigma’s als negatief niet bestaan. Dat het een wensdenken is van goedwillende mensen die niet kunnen/willen accepteren dat er nu eenmaal culturen bestaan waarin mijn en dijn minder sterk gedefinieerd zijn.
Toen ik in Tsjechie woonde vroeg ik me af waarom de zigeunerkampen met een hoge betonnen muur waren omgeven die ’s nachts op slot ging. Over stigmatiseren gesproken.
De Tsjechen legden dat snel uit, alles wat niet vastgespijkerd was meteen verdween tot aan baby speelgoed in de tuin aan toe, alles wat wel vastgespijkerd was verdween als je op vakantie was.
Waar ik woon kwamen vroeger de karavanen met Roma’s over de grens met als resultaat een soort van sprinkhanen plundering van de Riviera. Diefstal, berovingen etc stegen opeens met 20 to 30% totdat ze weer vertrokken waren. De Fransen losten dat op door een woonwagenbelasting per m2 in te voeren. Elke gemeente mocht zelf de hoogte vast stellen. Nooit meer een Roma karavaan gezien.
Ik ben van mening dat diegenen die het woord stigma in de mond nemen in rustige wijken wonen waar zelden iets gebeurt. De naive weldenkers die niet gehinderd door enige ervaring met de materie maar oh zo graag willen geloven in de wezenlijke goedheid van de mens en de formele tekst dat alle mensen gelijkwaardig zijn letterlijk nemen.
Maar na Tsjechie en een jaar in 1 van de heetste banlieu’s van Frankrijk (plus andere levenservaringen) is voor mij wel duidelijk dat stigmatiseren een gevolg is van algemeen voorkomend gedrag van groepen mensen, en derhalve een volstrekt normale en natuurlijke reactie op het leven.
Nee, niet iedere zigeuner is een steeldief, maar wel veel meer dan het gemiddelde. Nee niet iedere moslim is een zeikerige intolerante godsdienstmalloot, maar wel heel veel meer dan die het niet zijn.
Nee niet iedere Fransman is een arrogante luilak met illusies van grandeur, maar wel veel meer dan het niet zijn.
Nee niet iedere Hollander is een irritant vingerwijzende vol van zichzelf zijnde betweter, maar veel meer dan het niet zijn.
etc.
“het woord stigma in de mond nemen in rustige wijken wonen”
Ik woon in Moengo, Suriname, in voormalig oorlogsgebied – u weet wel, Brunswijk en zijn Jungle Commando. Vanuit mijn raam kijk ik uit op een lager gelegen veredeld vluchtelingenkamp, waar al 20 jaar veel te veel mensen in veel te kleine huizen wonen. Dik vijf jaar geleden is mijn vader vermoord (google Klaas Nieuweboer).
En met betrekking tot u neem ik het woord stigma razend rap in de mond, ja.
Ik zou er nog bijna lasteraars als u van gaan stigmatiseren. Aucaners en moslims stigmatiseren, nee, dat doe ik toch maar liever niet.
Ach ja, u. Het zal wel weer. http://topconservativenews.com/2013/06/my-name-is-paul-watson-and-i-am-a-racist/
Hoewel mijn eerste reactie was dat ik u wat betreft het toekennen van negatieve stigma’s gelijk wilde geven, bedacht ik mij. Hoe zat het ook al weer met stigma’s?
Vorige maand nog gooide u ALLE Nederlandse meisjes op het vmbo naar het hoofd dat het vak van stewardess te hoog voor ze gegrepen is. Zeker als u al jaren niet meer in Nederland woont en (naar eigen zeggen) al jaren geen Nederlands meer spreekt maar desondanks toch geen probleem heeft stigma’s op Nederlandse bevolkingsgroepen en opleidingen te plakken.
U legt uw stigma’s naar mijn mening te snel op.
Het vastellen van een feit is geen stigma, het is wat het is. Water is nat. Koude is niet warmte. Een koe is geen schaap. Een goede stewardess is een volwassen vrouw met goede manieren, geen vmbo meisje met een aanmatigende houding.
En een klant is iemand die van een aangeboden dienst gebruik maakt, niet iemand die zijn ongenoegen uit wraak met een grote mond afreageert op een onschuldig slachtoffer.
Ah, u was erbij.
ontroerend verhaal, Jona. En gewetensvol afgehandeld, door beide partijen.
Zowel het verhaal als een reactie geven weer stof tot nadenken. Voedlsel voor de geest. Dank Jona !
Spreken is zilver, zwijgen is goud, blijkt maar weer eens.