Over een paar maanden zijn er verkiezingen. De twee grootste partijen hebben al aangekondigd dat er minder geld moet naar de culturele sector (PVV) en studierichtingen zonder arbeidsmarktperspectief (VVD). Dat bedreigt enkele musea waarvan ik hoop dat ze open blijven. Ook bedreigt het opleidingen voor oude geschiedenis en archeologie – en daarmee indirect ook klassieke talen. Die studie biedt weliswaar een wat grotere baankans, maar zonder inzichten uit de archeologie en geschiedenis is ze intellectueel dood.
Kortom, de oudheidkunde heeft er wel eens beter voor gestaan. Er was dus alle reden om eens enkele verkiezingsprogramma’s te bekijken. Ik keek daarbij alleen naar de vraag wat deze programma’s betekenden voor de oudheidkunde – opvallend genoeg lijkt geen enkele partij de oprichting van een Departement van Oudheidzaken te voorzien – en ik zal daarover de komende tijd verslag doen. Vandaag de SP, die me verraste me met een opvallend uitgebreide cultuur-paragraaf, samengevat tot “Wij gaan meer investeren in kunst en cultuur”.
Eerste alinea:
Kunst en cultuur zijn geen voorrecht van een kleine elite, maar een verrijking voor ons allemaal. We gaan extra investeren in onder meer theaters, festivals, orkesten en musea. Kunstenaars moeten kunnen leven van hun werk en dat werk moet ook vaker buiten de grote instellingen te zien zijn. We stimuleren kunst en cultuur in de openbare ruimte, overal in het land en dicht bij mensen in de buurt.
Wie zou daar nou tegen kunnen zijn? Maar dan wordt het lastiger. De oude wens van de SP wordt herhaald: de partij wil een Nationaal Historisch Museum,
waar de geschiedenis van ons land, de ontwikkeling van onze politieke instituties en de gedeelde grondwaarden van onze samenleving op een aantrekkelijke wijze en voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt.
Met andere woorden: geschiedenis wordt ondergeschikt gemaakt aan een politiek doel. Een politiek doel dat ik toevallig onderschrijf maar dat nog altijd een politiek doel is. Daar dient de geschiedwetenschap niet toe. Ik ben hiermee niet gelukkig.
Om ons nationaal erfgoed meer toegankelijk te maken worden de Rijksmusea minimaal één dag in de week gratis toegankelijk voor iedereen.
Een uitstekend idee, maar Zoete Lieve Gerritje vraagt zich af wie dat zal betalen. Dat geldt ook voor het heel sterke volgende punt:
We versterken het fonds voor archeologische vondsten. Daardoor komen er meer mogelijkheden om de opgegraven schatten uit onze bodem ook te onderzoeken.
Iets dergelijks kwam ik niet tegen in de andere programma’s. Het getuigt van inzicht.
Daar staat helaas tegenover dat het programma weinig biedt over wetenschap. Er zijn wat opmerkingen over democratisering van de universiteit (daar wil de SP meer van) en het leenstelsel (daar wil de SP minder van) maar over voorlichting en open access kon ik zo snel niets vinden. Toch zou ik zeggen dat “oormerk 4% van de eerste geldstroom voor wetenschapsvoorlichting” en “stel open access niet uit” passen in de denkwijze van deze partij.
Dit gezegd zijnde: indien mijn stem uitsluitend zou worden bepaald door oudheidkundige belangen, zou ik een stem op de SP overwegen. Dat Nationale Historische Museum vergeef ik ze, want dat onzalige idee zal toch worden gesmoord in incompetentie.
Goed idee, deze analyse van de verkiezingsprogramma’s! Ik zie uit naar de volgende afleveringen.
Een kleine waarschuwing voor ‘verkiezingsprogramma’s’. Het zijn de beloften om bij de komende verkiezingen stemmen te trekken, om kiezers te paaien, beloften die na de verkiezingen weer snel kunnen/zullen worden vergeten.
Mijn probleem met tegenwoordige kunst (en cultuur) is dat het zo vaak ‘modern’, ‘uniek’ of afwijkend moet zijn en alleen dan door de kunstgoeroes de hemel in wordt geprezen. Harmonie in kunst is immers ‘ouderwets conservatief’. Dat geldt natuurlijk niet voor cultuur uit de oudheid.
Dat klopt, daarom ben ik voor belastingverlaging, zodat we het geld dat we daarmee overhouden kunnen besteden aan de dingen die we wel belangrijk vinden.
Waarom alle moderne kunst ‘lelijk’ is en waarom dat de ‘schuld’ is van het christendom heb ik hier proberen uit te leggen:
http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2015/05/alle-moderne-kunst-is-romantisch-en.html
Is dat expres, dat je er zo’n woordenbrij van maakt? Of is dat ‘des philosophers’?
Mooi stukje!
Nu ben ik ‘gewoon’ historicus, en ik had er zelf niet eens bij stilgestaan om verkiezingsprogramma’s zo te lezen. Shame on me!
Je zorgen rond het Nationaal Historisch Museum deel ik.
“Met andere woorden: geschiedenis wordt ondergeschikt gemaakt aan een politiek doel. Een politiek doel dat ik toevallig onderschrijf maar dat nog altijd een politiek doel is. Daar dient de geschiedwetenschap niet toe. Ik ben hiermee niet gelukkig”
Ik vraag me af of dit niet komt door de politieke en intellectuele traditie waarin de SP – en alle socialistische/sociaaldemocratische partijen staan. Marx en Engels hebben de geschiedenis immers al opgelost en het onafwendbare einddoel ervan al vastgesteld, waardoor je binnen deze traditie geschiedenis (en cultuur als afgeleide) mijns inziens alleen maar als politiek fenomeen kan benaderen.
De stelling van de SP is hier vrij onschuldig, als we even terugkijken waar dit soort historische noodzakelijkheden tot heel andere excessen heeft geleid.
Het doet me ook een beetje denken aan de cultuuragenda van de PvdA onder Den Uyl: daar moesten ook ‘mooie dingen’ gebeuren door het samengaan van politieke en kunst. Wat dat dan precies moest zijn, was niemand duidelijk, maar het was wel onvermijdelijk.
Socialisme en cultuur hebben toch een wat moeizame relatie, vrees ik.
Dit schreef ik in 2012: http://tiecelin.blogspot.nl/2012/01/eriks-blauwe-ogen.html?view=flipcard
En dit in 2011: http://tiecelin.blogspot.nl/2011/06/nhm-exit-en-nu-de-echte-geschiedenis.html?view=flipcard. Let ook even op de reactie van ene Jona…
Het Rijksmuseum is ons Nationaal Museum gewijd aan kunst en geschiedenis, overbodig dus om daarnaast te pleiten voor een Nationaal Historisch Museum, het zal wel met het gepopulariseerde debat hierover te maken hebben dat de SP dit “wil”.
Dat zeg ik…
Wie zal dat betalen? Goeie vraag.
Nu herinner ik me dat stukje over die 2 schilderijen van Rembrandt.
Wie bepaalt wat?
De SP schrijft dus: “Kunst en cultuur zijn geen voorrecht van een kleine elite, maar een verrijking voor ons allemaal.” Dat is natuurlijk onzin. Het socialistische ideaal van ‘verheffing’ van de arbeidersklasse is allang tot haar omgekeerde geworden: de lage cultuur is steeds meer de norm geworden waaraan ook de elites zich zijn gaan conformeren. Hoe dan ook, slechts een hele kleine minderheid (1% van de bevolking?) geniet en verrijkt zich met (hoge) cultuur; de gemiddelde Tokkie die elke dag Frans Bauer luistert kan helemaal niets met (hoge) cultuur. Temeer nu die hele kleine minderheid die van kunst en cultuur houdt ook qua kapitaal zo ongeveer tot de top 1% behoort, valt er dan ook veel voor het rechtse standpunt te zeggen dat de elite zelf maar zijn ‘linkse hobby’s’ moet financieren in plaats van dat Jan-met-de-pet, die geen geld heeft en sowieso niet naar de opera gaat, voor cultuur moet betalen zodat de rijken gratis naar de opera kunnen.
Wel moet hoge kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk zijn. Zoals Mills verfijndere utilitarisme stelt: we moeten streven naar maximaal genot maar “It is better to be a human being dissatisfied than a pig satisfied” zodat het genot dat bv. Bach of Kants ‘Kritik der reinen Vernunft’ geeft een hogere waarde heeft dan Franse Bauer of een comic. Als elk individu zich maximaal moet kunnen ontplooien (zoals het romantisch liberalisme zoals dat van Mill nastreeft), dan moet hij wel toegang hebben tot Bach en Kant.
De ironie is overigens wel dat geschiedenis en kunst in wezen typisch ‘rechtse’ hobby’s zijn, hetgeen zich verraadt door hun elitaire karakter: links was vroeger progressief en dus beta-gericht om zo de natuur te overheersen en de mensheid het paradijs op Aarde te geven. De romantische en in wezen conservatieve reactie was het tegengaan van die links-progressieve ontworteling en universalisering door de burger zich bewust te maken van zijn worteling in volk en geschiedenis. De moderniteit is in hoge mate gevormd door een links nationalisme dat het volk in plaats van een internationale adel tot basis van de politiek maakte (democratie) – hetzelfde volk (en democratie) dat links nu zo intens veracht omdat het volk akelig rechts pleegt te stemmen. En dat komt weer doordat rechts het nationalisme heeft overgenomen: om uberhaupt van een natie te kunnen spreken moet zo’n natie wel eerst worden gemaakt door middel van een binding en worteling op grond van een gemeenschappelijke taal en cultuur (en ras bij ‘extreem-rechts’). De typisch moderne leescultuur in de moerstaal (onze verering van Mulisch, Reve, Hermans, Wolkers) en aandacht voor (nationale) geschiedenis op school stonden zo in dienst van de democratisering van de cultuur om zo de (nieuwe) natie te vormen en te definiëren. Dat maakt het begrijpelijk dat de SP die weg blijft volgen, al is het wel merkwaardig dat juist de SP met z’n Nationaal Historisch Museum de typisch rechtse vorm van nationalisme – een cultureel nationalisme – hanteert (één stapje verder en de SP gaat Zwarte Piet nog verdedigen…).