Een aardig stuk in De Groene Amsterdammer hekelt de wijze waarop verslag wordt gedaan van het vrouwenvoetbal. Er staat veel zinvols in, maar Rosa van Gool mist de olifant in de kamer, namelijk dat over voetbal überhaupt geen zinvol verslag valt te doen. Het probleem is dat de fictie niet doorbroken mag worden dat voetbal sportief zou zijn. Loop even mee.
Stelt u zich een wedstrijd voor, bijvoorbeeld Nederland tegen Italië, en stelt u zich voor dat het in de verlenging na de 118e minuut 1-1 staat. Een Italiaanse spits krijgt de bal, terwijl er tussen haar en het Nederlandse doel maar één verdediger staat. Die weet dat haar tegenstander in deze situatie vrijwel altijd zal scoren en heeft een simpele keuze:
- sportief blijven, accepteren dat het 2-1 wordt voor Italië en verantwoordelijk zijn voor de Nederlandse uitschakeling;
- de Italiaanse speler neerhalen en rood krijgen, waarna Nederland bij de strafschoppen een kans heeft om door te gaan naar de volgende ronde.
Kortom, elementaire kansleer: gegarandeerd verlies tegenover behoud van kansen. Er zijn in deze situatie slechts twee factoren waarmee de verdediger rekening moet houden.
- De kans dat, na een rode kaart, een team met tien spelers een tegentreffer krijgt, is evenredig met de resterende speelduur. Anders gezegd: het neerhalen van een doorgebroken speler in de eerste helft is minder slim dan dezelfde actie kort voor het eindsignaal.
- Van elke speler is bekend hoe groot de kans is dat deze, eenmaal oog in oog met de keeper, zal scoren. Ze houden niet voor niets wedstrijdstatistieken en scoringspercentages bij. Het neerhalen van een makkelijk scorende speler is aantrekkelijker dan het tackelen van een minder makkelijk scorende speler.
Afhankelijk van het scoringsvermogen komt er voor elke speler een punt in de wedstrijd waarop het lonender wordt die neer te halen (en met een speler minder verder te gaan) dan die toe te staan te scoren. Je mag van een profvoetballer aannemen dat die zulke kengetallen voor de wedstrijd doorneemt. Ronald Koeman noemde dat eind jaren tachtig eens een professionele doodschop, en zo zullen ze het in de kleedkamers dus wel noemen.
Overtredingen zijn rationeel en ik denk dat in het profvoetbal de druk groot is om deze rationaliteit te laten gaan vóór sportiviteit. Geen manager in een miljoenenbedrijf zal van zijn personeel accepteren dat het kengetallen negeert en de omzet in gevaar brengt. Ik voor mij kan me boos maken om de hardheid van sommige overtredingen, en kijk om die reden zelden naar profvoetbal, maar ik word nog kwader om de schijnheiligheid waarom voetbalverslaggevers dit soort cijfers in hun wedstrijdanalyses niet gewoon noemen. “Geef dan geen analyse, als je toch niet wil uitleggen wat er feitelijk gebeurt,” denk ik dan.
Dat is de olifant in de kamer: de fictie dat profvoetballers sportief zouden zijn. Vandaar dat in de sportjournalistiek, of het nu gaat om vrouwen- of mannenvoetbal, de zendtijd nogal eens wordt gevuld met domheid. En dat gezegd zijnde, moet u het stuk van Van Gool toch maar lezen, want zoals gezegd staat er veel zinvols in.
Pieter Derks denkt er anders over.
https://youtu.be/Oz0c778ugs0
Voetbal is oorlog
Ik heb ergens gelezen dat scheidsrechters aan vrouwen gemiddeld minder dan de helft van het aantal gele kaarten per wedstrijd geven dat ze aan mannen geven – om van rode kaarten nog maar te zwijgen.
Dat wijst erop dat de cynische berekening die je noemt in het vrouwenvoetbal veel minder dominant is. En dat maakt het voor mij leuker om naar te kijken.
Als ik die cijfers had =kon ik dan rijk worden.
Daarbij heb ik totaal geen verbondenheid met ofwel de voetballer die scoort, danwel de voetballer die een doodstrap geeft.
Vredelievende groet,
Uit het hart gegrepen!
“Rosa van Gool mist de olifant in de kamer”
Dat was dan ook niet het onderwerp van haar artikel. Daar staat dan weer tegenover dat het een interessant onderwerp is; het verdient een eigen analyse.
“Het probleem is dat de fictie niet doorbroken mag worden dat voetbal sportief zou zijn.”
Op de Nldse TV. Dik 20 jaar geleden was het op de Vlaamse TV anders en naar mijn übersnobistische mening veel en veel beter. Of het nog zo is weet ik niet, want ik heb al zowat 20 jaar geen toestel meer en kan op internet geen Vlaamse TV kijken. Mijn uitgangspunt: ik vind voetbal leuk, maar alleen op mijn voorwaarden. Ik kijk neer op de snobs die zich er te goed voor voelen. Cruyff was en Van Hanegem is nog steeds een briljante analist. De Vlaamse presentatoren hadden het iig toen ook goed begrepen en dat komt allemaal door de combinatie ironie en schoonheid. Van Hooydonk is behoorlijk goed, maar te serieus. Wie verwacht of ontkent dat voetbal vaak onsportief is heeft een plaat voor het hoofd. Op dit WK heb ik een elleboog in het gezicht gezien, speelsters zijn op voeten gaan staan, ze trekken aan shirtjes, spelen stervende zwanen gevolgd door wederopstandingen waar destijds een zekere joodse prediker jaloers op zou zijn geworden enz. Er dreigde zelfs even een noviteit: een algehele staking van een heel team. Het zit allemaal in het pakket. Gelukkig is er bewijs dat vooruitgang mogelijk is. Laat me nog een andere, verwante mythe doorprikken:
https://www.youtube.com/watch?v=cfuD282WiWM
Zo erg zien we het nauwelijks meer en dat is een lief olifantje waar nauwelijks iemand het over heeft, ook JL niet.
Voetbal is een gelegitimeerde vorm van straatvechten. Alles is toegestaan, zolang de scheidsrechter en de VAR het niet zien. Bij rugby mag zelfs meer en waterpolo staat ook veel toe, mits onder de waterlijn. Bij vrouwenvoetbal is het natuurlijk niet anders, maar vooralsnog is het mooie, ouderwetse voetbal daarbij meer aan de orde dan bij de mannen. Hoewel het vrouwenvoetbal me vaak aan schoolvoetbal op het hoogste niveau doet denken, is het niettemin best aardig om naar te kijken.
Net als schaken is voetbal een gesublimeerde vorm van oorlogvoeren.
Vrouwenvoetbal trekt ook mij meer en meer. Ik vind Ronald Koeman sympathieke (veel meer dan vroeger) en de spelers van het huidige nationale team ook. Toch kan ik niet goed meer warm lopen. Na 15 of 20 minuten is mijn aandacht grotendeels weg; vorig jaar op het WK en dit jaar met de Nations League, inclusief de finale tegen Portugal. De kwalificatiereeks heb ik maar helemaal niet meer geprobeerd.
Het is niet dat mijn liefde verflauwt. Mijn favoriete profteam volg ik trouw. Vorig jaar december verkochten een paar lieve kinders mij een zelfgebakken cake voor hun locale club. Ik ontdekte dat het team (in een buurtschap met een paar honderd inwoners) in de allerlaagste amateurklasse speelde; sindsdien ben ik fan. Tot mijn vreugde is het gepromoveerd. Spannend!
Het zat er aan te komen. Op dit WK heb ik alle wedstrijden van de Leeuwinnen gezien alsook de meeste kwartfinales; Italië-China was me te eenzijdig en Zweden-Canada doodsaai. Maar bij Noorwegen-Australië en tegen Japan zat ik weer ouderwets op het puntje.
Volgens mij heeft vrouwenvoetbal één voordeel: juist omdat ze minder physiek zijn spelen zaken als techniek en spelinzicht een veel grotere rol. En dat is wat ik wil hebben.
Dus sinds een paar weken ben ik weer ouderwets voetbalgek. Nederlandse commentatoren kunnen er nog steeds niks van (“Italië maakt gelijk” bij de 2-0). Dus ik blijf verlangen naar de Vlamingen. Voetbal is niet sportief is een open deur; schaken is het ook niet. Anders zouden er geen dikke boeken met spelregels nodig zijn. Het kan mijn pret niet drukken. Vanavond om 9 uur zit ik weer klaar (de voorbeschouwingen sla ik altijd over). Noorwegen-Engeland, kan weer erg leuk worden, met hopelijk weer enkele fraaie doelpunten. Ik vermoed dat het onopzettelijk was, maar wat Lieke Martens (tot dan nauwelijks iets zinnigs gedaan) met het eerste doelpunt was wonderschoon.
De vrouwen bieden me weer wat mij aantrekt in voetbal: schoonheid, spanning, sensatie, emotie, onrechtvaardigheid (want als Japan er twee van de vier had ingeschoten …..). Plus een kleine mate van onsportiviteit. Nou nog het Vlaamse commentaar, zodat ik ook weer kan lachen zoals ik vroeger deed …. Want voor mij als übersnob gaat er niets boven Vlaams commentaar bij een wedstrijd van het Nederlands elftal.
“Ik voor mij kan me boos maken om de hardheid van sommige overtredingen.”
Ziedaar het verschil tussen JL en mij – hij is een beschaafd mens, ik niet. Ik voel geen boosheid, omdat de mens is zoals hij/zij is: onbeschaafd zodra dat voordeel oplevert. Ik voel wel afschuw om dit menselijke trekje. Daarom verwelkom ik het feit dat er in 40, 50 jaar zoveel tegen gedaan is, maar keer me nog steeds af als er onvoldoende compensatie is in de vorm van schoonheid enz. Natuurlijk is het een hele zoektocht om schoonheid tussen allerlei lelijks te vinden, maar ach, dat geldt ook voor alle kunstvormen. Tegenover één Mozart staan minstens tien notenprutsers. Die verkiezen we alleen te vergeten, zoals ook die schoppartij uit 1974 (zie hierboven).
Voor mij is dat geen reden om de zoektocht definitief te staken; alleen tijdelijk.
Beste Frank, jij hebt echt veel te veel vrije tijd, maar notenprutsers vind ik een heerlijk woord.
“echt veel te veel vrije tijd”
En u bent uiteraard de ultieme autoriteit om een dergelijk oordeel te vellen. Zelfbenoemd, ook uiteraard.
Ach, als ik mezelf niet benoem tot autoriteit, doet niemand het.😉
Uiteraard is voetbal ook politiek. Sinds zonet ben ik ook fan van Megan Rapinoe. Donald the Clown heeft getwitterd:
“Megan should never disrespect our Country, the White House, or our Flag, especially since so much has been done for her & the team. Be proud of the Flag that you wear. The USA is doing GREAT!”
Mevr. Rapinoe, mochten de Leeuwinnen niet in de finale staan dan hoop ik dat u het winnende doelpunt maakt en later een gepaste middelvinger opsteekt.
Indertijd heeft Pieter Winsemius samen met Johan Cruijffhet zeer lezenswaardige boek geschreven “Speel nooit een thuiswedstrijd” met tal van aardige statistiekjes.
De meeste overtredingen die tot een penalty (penantie zeiden we) of strafschop in de buurt van “de 16” leiden, hebben een nadelig gevolg voor de partij van de overtreder (doelpunt, rode kaart, verloren wedstrijd).
Ik vind het onbegrijpelijk hoe slecht de sportverslaggevers de kijkers informeren over de wedstrijd. Ze houden het voornamelijk op: Spitse, Martens, van Veenendaal, Sugasawa, Yamashita, Miedema, Hasegawa, Nakajima, Roord, Dekker, Sugita, van Veenendaal, Momiki, Roord, Dekker, van Lunteren, Groenen, Bloodworth – enzovoort.
Door omstandigheden heb ik één wedstrijd van het vrouwen WK moeten zien. Het was toch nuttig, want nu weet ik dat vrouwenvoetbal nog saaier is dan mannenvoetbal.
De olifant in de kamer heet overigens gokken. Er gaat in het gokken nog meer geld om dan in het voetbal zelf. En waar in het voetbal zelf al geldt dat zo veel geld en zo weinig controle een patentrecept is voor iets waar ook Infantino niets tegen kan en mag doen, als hij het al zal willen, dan kun je nagaan hoe dat bij het (illegale) gokken zit. En dat komt omdat heel veel mensen graag kijken naar iets waar ze bij kunnen roepen: schup ze vor de paote. Inderdaad voetbal is oorlog, en je kunt maar beter de oorlog hebben op het voetbalveld dan op het slagveld. Zo heeft voetbal toch een nuttige maatschappelijke functie. En daar hoort bij dat we net doen of het om sportiviteit gaat.
Maar wie naar echte sportiviteit wil kijken kan beter iets anders opzoeken.
1-1:
In de wetenschap zou dat een niet significante uitslag zijn; toeval en/of ruis.
Ik vind het saai om naar sport te kijken, voetbal voorop. Zonde van m’n tijd, Gelukkig heb ik al sinds 35 jaar geen tv meer.
Wat profs in het veld doen interesseert me eigenlijk geen bal, maar wat mij wel zorgen baart, is dat amateurs dat na gaan doen. Vandaar dat vele EHBO-posten in het ziekenhuis in het weekend vol zitten met deze “ sportievelingen”, met alle maatschappelijke gevolgen van dien.
Ik kan wel zien dat je betaald voetbal niet volgt, Jona. Dit soort dingen kom je regelmatig tegen in de verslaglegging. Geen voetbalverslaggever gaat ervan uit dat alles sportief gaat. Tijdrekken, overtredingen maken, aanstellerij na gefingeerde blessures horen er allemaal bij en elke sportverslaggever doet daar kond van. Van wat je noemt nog een pijnlijk punt in een Ajax – Feyenoord van een aantal jaren geleden (23 oktober 2011). Vermeer speelde nog bij Ajax. Feyenoord leek eindelijk weer eens te gaan winnen, stond al 0-1 voor en Fernandez had de 0-2 op de schoen. Vermeer legde hem neer buiten het strafschopgebied. Kreeg rood, maar geen penalty. Ajax wist kort daarna door Vertonghen zelfs gelijk te maken. Niemand deed geheimzinnig over deze actie. Gewoon door Vermeer ingecalculeerd. Even vrolijk spleet hij nu bij Feyenoord.
Als de statistiek wordt behandeld, eet ik mijn hoed op. Terwijl het echt niet moeilijk is om even een metertje in beeld te brengen “vanaf dit moment in de wedstrijd is het zinvol om X neer te halen”. Dat zou het inzicht van de kijker erg verbeteren.
Niet het mijne, een dergelijk metertje heb ik niet nodig. Ik volg ook nog wel eens NBA (topbasketbal) en wielrennen. Statistieken hebben mij nooit geholpen inzicht te ontwikkelen. Deskundig commentaar, zoals op de Vlaamse TV vroeger, heeft dat wel.
Afgeven op voetbal en tv – daar worden ze hier gelukkig van…😒
@Ben Spaans: Koning Voetbal trekt zich van al dat gemopper niets aan