Dit boek – u ziet hierboven mijn eigen exemplaar – verscheen in 2000. Het behandelt de geschiedenis van Nederland en België in de Romeinse tijd, waarin ik voortdurend het archeologische materiaal legde naast de bronnen. Ik hoopte ermee te bereiken dat archeologen wat beter zouden gaan begrijpen dat ze niet alles moesten geloven wat ze in oude teksten lazen en dat oudhistorici zouden begrijpen dat hun opleidingen zonder “ervaring in het zand” incompleet waren. Ik beschouw het als een van mijn beste boeken, maar het werd een eclatante mislukking.
Voor een deel kwam het door de productie. Er zijn bij de totstandkoming van een boek verschillende correctierondes, en er werd dit keer iemand bij gehaald die ook de inhoud besloot te verbeteren. Met goede bedoelingen, maar niet altijd met gelukkige gevolgen, zodat ik de eerste proef moest benutten om de tekst terug te brengen tot de oorspronkelijke staat. Het boek kwam uiteindelijk vol nodeloze fouten op de markt.
Dat belette een positieve ontvangst niet. Volgens Vrij Nederland had ik alle bronnen “met verve aan elkaar geschreven” – een geestige formulering – en bladen als Spiegel Historiael en ArcheoBrief prezen de combinatie van benaderingen. Het boek eindigde niettemin in de ramsj. In 2010 volgde echter een heruitgave.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.