De val van Karthago (3)

De havens van Karthago

[Na eerdere reeksen over de Eerste en de Tweede Punische Oorlog zijn hier vier stukken over de ondergang van Karthago. Het eerste deel was hier.]

Intussen bouwden de Romeinen een kamp dat zich uitstrekte over de gehele landengte ten westen van de stad. Hiermee werd Karthago definitief afgesneden van het platteland. Nu waren er nog altijd Karthaagse kapiteins die probeerden met graanschepen de haven binnen te varen, en daarom gelastte Scipio de aanleg van een dam voor de havenmonding.

De Karthaagse tegenzet bestond uit het graven van een nieuw kanaal tussen de handelshaven en de zee – het is nog steeds te zien – en de bouw van vijftig oorlogsbodems. De bedoeling was dat ze hiermee de Romeinse genietroepen zouden aanvallen, maar doordat ze eerst in het zicht van de onthutste legionairs een proefvaart maakten, was het verrassingseffect verdwenen en drie dagen later vernietigde de Romeinse vloot de vijftig nieuwe schepen. De Karthagers hadden nu geen enkele hoop meer te verhinderen dat de blokkade zou worden voltooid. Vroeg of laat zou de stad vallen. Hasdrubal, die inmiddels de macht volledig in handen had gekregen, gelastte daarom dat alleen soldaten nog te eten mochten krijgen.

Lees verder “De val van Karthago (3)”

De val van Karthago (2)

Karthaags borstpantser uit Ksour es-Saf (Musée national du Bardo, Tunis)

[Omdat ik een paar dagen naar Libanon ben – ik heb een heel zwaar leven – plaats ik vandaag, na eerdere reeksen over de Eerste en de Tweede Punische Oorlog, vier stukken over de ondergang van Karthago. Het eerste deel was hier.]

De eerste stap van de Karthagers was de vrijlating van alle slaven en het terugroepen van Hasdrubal, die zich loyaal opstelde tegenover de regering die zich zo kort geleden nog van hem had gedistantieerd. Hij beloofde de Romeinen op het platteland te zullen aanvallen. Tegelijkertijd werd de bevolking verdeeld in ploegen die bij toerbeurt werkten in haastig ingerichte smidsen om wapens te maken.

De consuls, die mogelijk hoopten dat hun tegenstanders na enkele dagen zouden inzien dat verzet zinloos was, brachten hun troepen pas na enige tijd naar de landengte ten westen van Karthago, waar tegenwoordig de luchthaven van Tunis ligt. De legionairs verwachtten dat de stad niet zou worden verdedigd, en waren verbijsterd toen hun eerste aanval werd afgeslagen. Toen dit nogmaals gebeurde en Hasdrubal arriveerde, besloten ze hun kampen te versterken, wat nog niet zo eenvoudig was in het houtarme gebied, temeer daar de Karthaagse generaal de houthakkers, waterdragers en andere soldaten buiten het kamp voortdurend aanviel. Voor de bouw van katapulten en blijden lijkt nooit genoeg hout te zijn gevonden. Appianus vermeldt de toestellen althans niet.

Lees verder “De val van Karthago (2)”