Karthago

Gorgonenmasker uit Karthago. De gorgonen werden doorgaans gelokaliseerd in het Afrika, dus in het achterland van Karthago. (Musée national de Carthage)

Het zegt veel over de invisibilisering van de Karthaagse cultuur dat in het handboek waarover ik op donderdag schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, Karthago wordt behandeld in een paragraaf in het eerste van de hoofdstukken over Rome. En dat terwijl Karthago zeker vier eeuwen lang een grootmacht was! Vergelijk die ene paragraaf, ruwweg een pagina, met de twee dozijn bladzijden over Athene en je ziet dat er iets uit het lood staat. Maar ja, de Romeinen verwoestten Karthago in 146 v.Chr. Eeuwenlang resteerde Karthago slechts als Romeinse erfvijand.

Het archeologisch onderzoek begon al ruim twee eeuwen geleden. Sindsdien zijn we fors meer te weten gekomen, zoals u zag op de expositie in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat maakt de door De Blois en Van der Spek geboden presentatie van Karthago eigenlijk wat teleurstellend. Net als in het hoofdstuk over Griekenland, waar ze de zwaartepunten overnamen die Herodotos en Thoukydides hebben gelegd, volgen ze de antieke bronnen. Dat is geen geschiedwetenschap maar het navertellen van bewijsmateriaal.

Lees verder “Karthago”

Geen provenance, geen wetenschap

Voorwerp zonder provenance: Iberische dolk (©Museo Ibérico, Jaén)

Die provenance van archeologische vondsten, hoeveel maakt die nou echt uit? Archeologen beweren weliswaar voortdurend dat de gedocumenteerde herkomst verschrikkelijk belangrijk is, maar classici en bijbelwetenschappers geven illegaal verworven papyri gewoon uit. Als je collega’s zich al niks aantrekken van je waarschuwing, is die provenance dan wel echt belangrijk?

Ja. Natuurlijk. Neem bovenstaande dolk. Het ijzeren steekwapen zou zijn gevonden in het Iberische grafveld La Carada te Espelúy in de Spaanse provincie Jaén. En dat is raar, want daar hoort deze dolk helemaal niet te zijn. Hij lijkt namelijk het meest op de dolken die de Vaccaeërs vervaardigden, een IJzertijd-volk aan de bovenloop van de Duero, in het laatste derde van de derde eeuw v.Chr. Archeologen kennen er meer dan honderd.

Lees verder “Geen provenance, geen wetenschap”

Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis

Hanno de Zeevaarder ontmoette mensen van de Nok-beschaving. Die maakten terracottabeeldjes zoals deze. Ze zijn te zien in Kurá Hulanda, Willemstad.

Had het eerste deel van de onderneming van Hanno de Zeevaarder bestaan uit stadstichtingen en het tweede deel uit een tocht naar de goudrivier Senegal, het derde deel was een echte ontdekkingsreis. Opnieuw in de vertaling Floris Overduin en Vincent Hunink, met commentaar gebaseerd op Lacroix’ Africa in Antiquity (1998).

De Golf van Guinea

Hanno voer eerst langs westelijk Afrika, boog naar het zuidoosten en bereikte de noordkust van de Golf van Guinea. Het is waar nu landen als Ivoorkust, Ghana en Nigeria liggen. De mensen spraken (en spreken) hier Atlantische Congo-talen.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis”

Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie

De door Hanno de Zeevaarder genoemde Troglodyten woonden vermoedelijk in abri’s als deze

In het voorgaande stukje legde ik uit dat Hanno de Zeevaarder, een koning van Karthago, enkele steden stichtte in het westen van Marokko. Zijn verslag is over, al is het volgens vertalers Floris Overduin en Vincent Hunink “vanuit literair oogpunt geen hoogstandje”. Interessant is het wel!

Het eerste deel van zijn expeditie, de kolonisering van westelijk Afrika, is goed gedocumenteerd. Het tweede deel is wat lastiger, maar het genoemde onderzoek van W.F.G. Lacroix komt hier te pas.

We zitten meteen met een crux, namelijk de locatie van de rivier de Lixos. We kennen een stad met die naam in het noorden van Marokko en Jerôme Carcopino opperde dat Hanno terug zou zijn gevaren. De verkenningsmissie zou dus later zijn begonnen nadat Hanno eerst langs zijn eerdere steden was gevaren. Een alternatief is dat we te maken hebben met een stroom ten zuiden van Agadir, waar in historische tijden het Berberkoninkrijk Ilegh lag. Dit lag ten zuiden van de in het vorige stukje genoemde zes nieuwe steden.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie”

Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie

We weten niet hoe de schepen van Hanno de Zeevaarder eruit zagen. Dit Karthaagse scheepsmodel  is niet heel informatief. (Archeologisch museum, Sousse)

Een van de “vragen rond de jaarwisseling” die u me voorlegde betrof ontdekkingsreizen en ik bedacht toen dat ik nog nooit had geblogd over Hanno de Zeevaarder. En dat is maf, want (a) Karthago heeft mijn belangstelling, (b) er is een leuke vertaling door Floris Overduin en Vincent Hunink (gepubliceerd in Hermeneus 87/1 [2015]) en (c) er is fascinerend Nederlands onderzoek over de topografie gedaan.

Dat fascinerende onderzoek is W.F.G. Lacroix, Africa in Antiquity. A Linguistic and Toponymic Analysis of Ptolemy’s Map of Africa (1998). De auteur toont dat Ptolemaios’ kennis van Afrika groter is dan veelal wordt aangenomen. Daardoor heeft hij redelijk wat van de door Hanno genoemde plaatsen kunnen identificeren. En passant heeft hij ook een opvallend vroege datering geopperd.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie”

Ammon, een Libische god voor de export

Zeus-Ammon (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Van de minder bekende goden uit de Oudheid is Zeus Ammon wellicht een van de bekendere. U herkent hem aan de ramshoorns op zijn hoofd en weet wellicht dat Alexander de Grote zich beschouwde als zoon van Ammon. Maar ook al gaat om een van de bekendere onbekenden, er is veel onduidelijk.

Wat wél zeker is: Ammon had zijn vereerders aanvankelijk onder de Libische woestijnstammen, bijvoorbeeld in de oase van Siwa. Daar bezat hij een beroemd orakel. Mogelijk was Ammon dezelfde als de Karthaagse god Ba’al-Hammon, maar dat is alleen gebaseerd op de naamovereenkomst. Een naamovereenkomst die zwakker is dan ze lijkt, want de Libiërs schreven helemaal niet en de Karthagers noteerden alleen medeklinkers. Het is alleen in het Grieks dat de namen op elkaar lijken en het kan zijn dat de Grieken één godsnaam herkenden waar feitelijk twee godheden bestonden.

Lees verder “Ammon, een Libische god voor de export”

Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

De slag bij Zama

Het overwinningsmonument bij Kbor Klib

Op het gymnasium kregen we, behalve Latijn en Grieks, ook geschiedenisles over het oude Nabije Oosten, Griekenland en Rome. Het zal bij die lessen zijn geweest dat ik de naam “Zama” voor het eerst hoorde, waar de beslissende slag uit de Tweede Punische Oorlog had plaatsgevonden.

In oktober 202 v.Chr. hadden de Romeinse generaal Scipio en de Numidische koning Massinissa hier de Karthaagse generaal Hannibal verslagen. Het gevecht fascineerde me: de laatste, doembeladen slag van een grote oorlog. Zie ook de slag op de Catalaunische Velden, de slag bij Camlann, de ondergang van de Nibelungen of desnoods de slag bij Minas Tirith.

Titus Livius is op zijn best. Hij is niet de betrouwbaarste antieke geschiedschrijver, maar betrouwbaarheid was zijn doel ook niet. Hij was een moralist en wilde de Romeinen voorbeelden geven. Daarbij was een mooi, boeiend verhaal altijd prettig en daarom voegde hij mooie, boeiende toespraken in. Voor de slag bij Zama laat hij Hannibal zijn tegenstander ontmoeten. Hannibal is oud, oorlogsmoe. Scipio hoort het aan en stelt eisen. Hij ruikt bloed. Mooi en boeiend.

Lees verder “De slag bij Zama”

De slag op de Grote Vlakten

De Grote Vlakten vanuit het zuiden

Zeg “Tweede Punische Oorlog” en mensen denken aan Hannibal, en zeg “Hannibal” en mensen denken aan olifanten in de Alpen. Terwijl er ook interessante zaken zijn te melden. Zaken waarover twee perspectieven bestaan.

Het Romeinse perspectief

In 204 v.Chr. stak de Romeinse generaal Scipio over naar Afrika, een operatie waarmee hij hoopte Hannibal weg te lokken uit Italië en de oorlog ten einde te brengen. Helaas voor Scipio verliep zijn aanval op de stad Utica niet zoals gehoopt. Karthaagse troepen, versterkt door de Numidische ruiterij van koning Syfax, beletten de inname van de stad en de Romein zag zich genoodzaakt zich terug te trekken op een nabijgelegen schiereiland, waar hij voorlopig veilig was. Met zijn eigen Numidische bondgenoot, Massinissa, deed hij echter midden in de nacht een uitval en stak het vijandelijke kamp in brand. Daarna rukte hij langs de rivier de Medjerda op naar het westen, naar de hoofdstad van Numidië. Dat dwong Syfax ertoe zijn eigen land te verdedigen.

Lees verder “De slag op de Grote Vlakten”

Ba’al-Hammon

Zegelring met Ba’al-Hammon (Museum van Utica)

Dit is toch wel heel supermooi. Dit is een zegelring uit de eerste helft van de zesde eeuw v.Chr., gevonden in Utica, even ten noorden van Tunis, en te zien in het plaatselijke museum, Het plaatje is iets meer dan een centimeter groot. Wat u ziet is de god Ba’al-Hammon, de voornaamste god van de Fenicische kolonisten in de Maghreb. Hij zou later bekend zijn als de oppergod van Karthago, maar dat was maar één stad onder de vele waar hij verering genoot.

De eerste naam betekent gewoon “heer” en is normaal voor Fenicische goden, de betekenis van de tweede naam is niet helemaal duidelijk, maar het is mogelijk dat er een verband is met de Libische god Ammon. De Grieken stelden hem gelijk aan Kronos, de Romeinen aan Saturnus, terwijl hij in het moederland ook wel werd aangeduid als El. In veel mythen gaat het om een oude “koning der goden”, tevens vegetatiegod, die door een jongere heerser is afgelost (Zeus, Jupiter, Ba’al). Maar niet in Karthago dus, waar men Ba’al-Hammon bleef vereren als koning der goden. Men was daar wel vaker wat tegendraads en conservatief.

Lees verder “Ba’al-Hammon”