Een dienstreis naar Cádiz

Punische terracotta (Museum van Cádiz)

Er was eens een man in Karthago die, naar eigen zeggen, stapelgek was. Insanus. Deze Heliodorus liet zijn geestelijke situatie merken door in zijn testament te bepalen dat zijn sarcofaag geplaatst moest worden in Cádiz, opdat hij zou zien wie helemaal naar de rand van de aarde zouden reizen om zijn graf te zien. Die mensen zouden nog gekker zijn dan hij.

Die gek, dat ben ik. Eind jaren tachtig hoorde ik over dit grafschrift en dus moest ik het zien. Toen ik destijds door Andalusië reisde, nam ik vanuit Sevilla de trein naar Cádiz. Helaas stapte ik verderop over op de verkeerde trein, zodat ik het grafschrift destijds niet heb gezien. Zo’n drieëndertig jaar later, afgelopen zaterdag, had ik de herkansing. Mijn vriendin had in Nederland al een treinkaartje besteld van Córdoba naar Cádiz, want voor mij zijn online financiële transacties te ingewikkeld en de hogesnelheidslijn veronderstelt reservering.

Lees verder “Een dienstreis naar Cádiz”

De Karthaagse olifant

Een olifant op een Karthaagse munt uit Iberië (British Museum)

Brekend olifantennieuws in zicht! Voor de kust van de Spaanse havenstad Cartagena is, zo lees ik, een Fenicisch scheepswrak uit de vijfde eeuw v.Chr. gevonden dat, behalve de normale lading, ook olifantenslagtanden vervoerde. En dat is belangrijk. Nou ja, een beetje dan.

Ik heb er al eens eerder over geschreven: we zouden graag weten welke olifanten de Ptolemaïsche en Karthaagse legers inzetten. Anders geformuleerd, welke dikhuiden Hannibal de Alpen afdaalde richting Turijn. Niet dat het er veel toe doet, want er kwamen er maar een paar aan in Italië en ze hebben in de Tweede Punische Oorlog geen rol van betekenis gespeeld. Maar toch. De wereld wil op deze vraag een antwoord.

Lees verder “De Karthaagse olifant”

De Philaeni

De altaren van de Philaeni (Peutinger-landkaart)

Gaius Sallustius Crispus was een Romeinse politicus die zich als vlootcommandant onderscheidde tijdens Caesars Afrikaanse veldtocht. In de nasleep van die oorlog werd hij gouverneur van wat destijds Africa Nova heette en later Numidia. Wat ik maar zeggen wil: Sallustius kende noordelijk Afrika en kon af en toe weleens wat positieve zeggen over de bewoners. Toen hij later een monografie schreef over De oorlog tegen Jugurtha, nam hij een anekdote op waarin de Karthagers werden gepresenteerd met kwaliteiten die de Romeinen graag bij zichzelf zagen.

Karthago versus Kyrene

Het verhaal begint met een ongedateerd conflict dat de Karthagers zouden hebben gehad met de bewoners van de Griekse stad Kyrene. Die stad ligt in het noordoosten van het huidige Libië, terwijl het Karthaagse gebied zich uitstrekte naar de steden Sabratha, Oea (het huidige Tripoli) en Lepcis Magna. Daartussen ligt langs de Golf van Sirte “een zanderig, eenvormig terrein waar geen rivier of berg als grensmarkering kon dienen”. Ik ben er twee keer doorheen gekomen en geloof me: het gebied is eindeloos saai.

Lees verder “De Philaeni”

146 v.Chr. (1)

Toen de Romeinen Karthago opnieuw stichtten, bedolven ze deze ruïnes van de in 146 v.Chr. verwoeste stad onder zand, om daarboven een tempelterras aan te leggen. Zo bleef Punisch Karthago dus bewaard.

In mijn vorige stukje over Een kennismaking met de oude wereld, het inmiddels zesmaal herdrukte eerstejaarshandboek van De Blois en Van der Spek, pikte ik op dat de Romeinen in het westen meteen provincies schiepen en in Griekenland en Afrika kozen voor een meer indirecte aanpak. Het keerpunt was het jaar 146 v.Chr., toen twee oorlogen tegelijk eindigden met de rücksichtslose annexatie van nieuwe provincies en de verwoesting van de steden. Ik schrijf vandaag 1200 woorden over drie alinea’s in het handboek. Alles even wat gedetailleerder, niet méér.

Het einde van Karthago

Tot dan toe had Rome in Afrika Massinissa gebruikt om Karthago in toom te houden, maar vanaf de Numidisch-Karthaagse Oorlog (151-150 v.Chr.) was de Numidische koning te machtig. Het leek een kwestie van tijd voordat hij Karthago zou toevoegen aan zijn rijk, dat zich al uitstrekte tot Lepcis Magna in Tripolitana. Omdat het versterken van het gehate Karthago tegen Massinissa geen optie was, besloten de Romeinen een provincie te stichten in het huidige Tunesië. De hoofdstad zou Utica zijn.

Lees verder “146 v.Chr. (1)”

De Punische Oorlogen

Munt uit Iberië met een krijgsolifant zoals Karthago inzette (British Museum, Londen)

Bijna elke week blog ik over de laatste druk van het handboek waaruit ik in 1985 oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Het hoofdstuk over de Romeinse vroege republiek vat de ontwikkeling van het Romeinse gemenebest in de vijfde, vierde en vroege derde eeuw samen als twee grote processen:

Dat laatste conflict betreft de complexe sociale geschiedenis, waarin een aristocratisch bestel gaandeweg plaatsmaakt voor een oligarchie. Geen ongebruikelijk proces in de Mediterrane geschiedenis. Voor Rome bestond de erfenis uit een complex stelsel van magistraturen. Ik heb het allemaal weer eens nagelezen en heb geconstateerd dat er sinds mijn studietijd weinig aan inzicht is veranderd. Anders gezegd, ik leerde niets nieuws en ik heb er niets aan toe te voegen dat voor u interessant zou kunnen zijn. Of u zou erg geïnteresseerd moeten zijn het Romeinse staatsrecht en dan is dit boek meer iets voor u. De auteur won de Nobelprijs.

Lees verder “De Punische Oorlogen”

Karthago

Gorgonenmasker uit Karthago. De gorgonen werden doorgaans gelokaliseerd in het Afrika, dus in het achterland van Karthago. (Musée national de Carthage)

Het zegt veel over de invisibilisering van de Karthaagse cultuur dat in het handboek waarover ik op donderdag schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, Karthago wordt behandeld in een paragraaf in het eerste van de hoofdstukken over Rome. En dat terwijl Karthago zeker vier eeuwen lang een grootmacht was! Vergelijk die ene paragraaf, ruwweg een pagina, met de twee dozijn bladzijden over Athene en je ziet dat er iets uit het lood staat. Maar ja, de Romeinen verwoestten Karthago in 146 v.Chr. Eeuwenlang resteerde Karthago slechts als Romeinse erfvijand.

Het archeologisch onderzoek begon al ruim twee eeuwen geleden. Sindsdien zijn we fors meer te weten gekomen, zoals u zag op de expositie in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat maakt de door De Blois en Van der Spek geboden presentatie van Karthago eigenlijk wat teleurstellend. Net als in het hoofdstuk over Griekenland, waar ze de zwaartepunten overnamen die Herodotos en Thoukydides hebben gelegd, volgen ze de antieke bronnen. Dat is geen geschiedwetenschap maar het navertellen van bewijsmateriaal.

Lees verder “Karthago”

Geen provenance, geen wetenschap

Voorwerp zonder provenance: Iberische dolk (©Museo Ibérico, Jaén)

Die provenance van archeologische vondsten, hoeveel maakt die nou echt uit? Archeologen beweren weliswaar voortdurend dat de gedocumenteerde herkomst verschrikkelijk belangrijk is, maar classici en bijbelwetenschappers geven illegaal verworven papyri gewoon uit. Als je collega’s zich al niks aantrekken van je waarschuwing, is die provenance dan wel echt belangrijk?

Ja. Natuurlijk. Neem bovenstaande dolk. Het ijzeren steekwapen zou zijn gevonden in het Iberische grafveld La Carada te Espelúy in de Spaanse provincie Jaén. En dat is raar, want daar hoort deze dolk helemaal niet te zijn. Hij lijkt namelijk het meest op de dolken die de Vaccaeërs vervaardigden, een IJzertijd-volk aan de bovenloop van de Duero, in het laatste derde van de derde eeuw v.Chr. Archeologen kennen er meer dan honderd.

Lees verder “Geen provenance, geen wetenschap”

Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis

Hanno de Zeevaarder ontmoette mensen van de Nok-beschaving. Die maakten terracottabeeldjes zoals deze. Ze zijn te zien in Kurá Hulanda, Willemstad.

Had het eerste deel van de onderneming van Hanno de Zeevaarder bestaan uit stadstichtingen en het tweede deel uit een tocht naar de goudrivier Senegal, het derde deel was een echte ontdekkingsreis. Opnieuw in de vertaling Floris Overduin en Vincent Hunink, met commentaar gebaseerd op Lacroix’ Africa in Antiquity (1998).

De Golf van Guinea

Hanno voer eerst langs westelijk Afrika, boog naar het zuidoosten en bereikte de noordkust van de Golf van Guinea. Het is waar nu landen als Ivoorkust, Ghana en Nigeria liggen. De mensen spraken (en spreken) hier Atlantische Congo-talen.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis”

Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie

De door Hanno de Zeevaarder genoemde Troglodyten woonden vermoedelijk in abri’s als deze

In het voorgaande stukje legde ik uit dat Hanno de Zeevaarder, een koning van Karthago, enkele steden stichtte in het westen van Marokko. Zijn verslag is over, al is het volgens vertalers Floris Overduin en Vincent Hunink “vanuit literair oogpunt geen hoogstandje”. Interessant is het wel!

Het eerste deel van zijn expeditie, de kolonisering van westelijk Afrika, is goed gedocumenteerd. Het tweede deel is wat lastiger, maar het genoemde onderzoek van W.F.G. Lacroix komt hier te pas.

We zitten meteen met een crux, namelijk de locatie van de rivier de Lixos. We kennen een stad met die naam in het noorden van Marokko en Jerôme Carcopino opperde dat Hanno terug zou zijn gevaren. De verkenningsmissie zou dus later zijn begonnen nadat Hanno eerst langs zijn eerdere steden was gevaren. Een alternatief is dat we te maken hebben met een stroom ten zuiden van Agadir, waar in historische tijden het Berberkoninkrijk Ilegh lag. Dit lag ten zuiden van de in het vorige stukje genoemde zes nieuwe steden.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie”

Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie

We weten niet hoe de schepen van Hanno de Zeevaarder eruit zagen. Dit Karthaagse scheepsmodel  is niet heel informatief. (Archeologisch museum, Sousse)

Een van de “vragen rond de jaarwisseling” die u me voorlegde betrof ontdekkingsreizen en ik bedacht toen dat ik nog nooit had geblogd over Hanno de Zeevaarder. En dat is maf, want (a) Karthago heeft mijn belangstelling, (b) er is een leuke vertaling door Floris Overduin en Vincent Hunink (gepubliceerd in Hermeneus 87/1 [2015]) en (c) er is fascinerend Nederlands onderzoek over de topografie gedaan.

Dat fascinerende onderzoek is W.F.G. Lacroix, Africa in Antiquity. A Linguistic and Toponymic Analysis of Ptolemy’s Map of Africa (1998). De auteur toont dat Ptolemaios’ kennis van Afrika groter is dan veelal wordt aangenomen. Daardoor heeft hij redelijk wat van de door Hanno genoemde plaatsen kunnen identificeren. En passant heeft hij ook een opvallend vroege datering geopperd.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie”