Achilleus, Memnon, Paestum en de Samnieten

Achilleus en Memnon (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Afgelopen dinsdag ben ik in Leiden wezen kijken naar de nieuwe expositie in het Rijksmuseum van Oudheden over Paestum. Het is een mooie expositie, heel rustig van opzet, die de hele geschiedenis van de oude havenstad behandelt: de fase van de Griekse kolonisatie, de klassieke periode waarin de bewoners de beroemde tempels bouwden, de tijd waarin de inheemse Lucaniërs de macht overnamen en de Romeinse tijd. De rode draad zijn de godinnen van de stad, maar ook andere onderwerpen komen aan de orde, zoals de vervaardiging van rozenparfum en de strijd tegen de Samnieten (een volk uit de Abruzzen, achter de Lucaniërs).

De dwingende reden waarom u moet gaan kijken is de verzameling grafschilderingen. De allerberoemdste, de Duiker, is er niet. Die schildering is beschermd Italiaans kunstbezit en mag Italië niet verlaten. Daaraan wijdt het museum een filmpje. De schilderingen die wel in Leiden zijn, zijn echter adembenemend. Ik zal er nog weleens over bloggen. Voor het moment zeg ik alleen “gaat dat zien”, want een bezoek aan het museum in Paestum is niet voor iedereen weggelegd.noot Met de internationale trein is het overstappen in Brussel en Parijs voordat je in Milaan bent; daarvandaan de lokale treinen via Rome en Napels naar Paestum; en voor het laatste stuk is er een bus. Het is nogal een Keulse reis om in Paestum te komen, dus ga liever naar Leiden nu Paestum naar ons is gekomen.

Lees verder “Achilleus, Memnon, Paestum en de Samnieten”

Aristofanes

Aristofanes (Kunsthistorisch Museum, Boedapest)

Een tijdje geleden blogde ik over Menandros, de Griekse blijspeldichter. Hij beïnvloedde de Romeinse komedie en daardoor, indirect, ook het toneel van de Renaissance. Iets preciezer gezegd: het Renaissancetoneel zette een middeleeuwse traditie voort maar daarbinnen volgden de auteurs klassieke voorbeelden. Zo ontstond toneel dat voor ons herkenbaar is. Als een hedendaags toneelgezelschap Menandros zou spelen, zouden wij het kunnen begrijpen.

Dat valt niet te zeggen van de andere komedieschrijver waarover we zijn geïnformeerd: de Athener Aristofanes (c.425-c.380 v.Chr.). Je kunt de vraag stellen of zijn toneelstukken wel komedies zijn, want een goed uitgewerkte plot is maar zelden aanwezig. Het begint altijd met een briljant plan (“laten we de god van de rijkdom genezen van zijn blindheid”, “ik ben de oorlog zat en sluit een privévrede”…), en dat plan leidt vervolgens tot een aantal tamelijk absurde scènes. Eind goed al goed, daarna; vaak is er een feestmaal. Muziek speelde een belangrijke rol in deze komedies, en bood misschien wat consistentie aan de opvoering. Maar we weten daar weinig van.

Lees verder “Aristofanes”

Uitslag van de poll

De onderwerpen, geordend naar populariteit (klik=groot)

Een paar dagen later plaatste ik hier een poll waarin ik vroeg naar wat u het interessantst vond aan de oude wereld. De uitkomst past goed bij al langer waarneembare trends, maar bood één verrassing. Daarover straks meer. Ik vond het daarnaast leuk dat zoveel mensen zeiden dat ze op mijn blog komen om, naast hun eigen voorkeuren, “buiten het eigen kringetje te lezen en te leren” (zoals mijn vaste correspondent RV het verwoordde).

Wat is de Oudheid?

Eén vraag: hebben andere culturen, andere werelddelen geen Oudheid? Antwoord: de Oudheid is de periode waarbij we, anders dan in de Prehistorie (waarvoor we alleen archeologisch bewijs hebben), geschreven bronnen hebben maar, anders dan voor de Middeleeuwen te weinig bronnen hebben om echt geschiedenisonderzoek te doen. Het is de periode tussen pakweg 3000 v.Chr. en 650 na Chr., of eventueel 800 in de westelijke periferie. Europeanen associëren zich traditiegetrouw met het Nabije Oosten, waar de Europese monotheïsmes wortelen, en het “klassieke” Griekenland en Rome.

Lees verder “Uitslag van de poll”

Caesar op geldjacht

Munt van Caesar (Neues Museum, Berlijn)

Als ik schrijf dat het de idus van juni was in het jaar waarin Caesar en Lepidus het consulaat bekleedden, en als ik dat omreken naar 15 april 46 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u dit weer een blogje zal zijn in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij verliet Afrika. Het was lente en de zee was weer bevaarbaar. In Utica scheepte hij in. De hele Afrikaanse expeditie had een half jaar geduurd en hoewel hij belangrijke vijanden had verslagen én een flink stuk Numidië had geannexeerd, had hij redenen om ontevreden te zijn. Enkele vijanden waren ontsnapt: zijn medestrijder uit de Gallische Oorlog Titus Labienus, de oud-gouverneur van Afrika Publius Attius Varus en Pompeius’ zonen Gnaeus en Sextus. Ze waren gevlucht naar Andalusië, waar het al een tijdje onrustig was. Er zou nóg een ronde gevechten zijn in de Tweede Burgeroorlog. En dat was niet wat Caesar wilde. Wie een staatsgreep succesvol afrondt, wil kunnen regeren en de eindeloos voortslepende oorlog verhinderde dat.

Lees verder “Caesar op geldjacht”

De Week van de Klassieken (bis)

Aischylos (Neues Museum, Berlijn)

Zomaar wat dingen die me opvielen tijdens de Week van de Klassieken. Die is bijna voorbij, maar u leest het programma van vandaag en morgen hier.

De Week van de Klassieken online

Eerste observatie: er gebeurde van alles op de website van het evenement. Ik heb het niet geturfd maar heb het idee dat er meer aanbod was dan in eerdere jaren. U moet, als u wat tijd hebt, maar even kijken op de blog. Het groeiende aanbod zal de zes Europese oudheidkundige instituten waarvoor de afgelopen vijf maanden sluiting is aangevraagd niet redden, maar toch: er gebeurt eens wat. We tonen dat we bestaan. En daar ben ik blij mee.

Ook buiten de eigenlijke organisatie haakte men erop in; ik wijs op “Oudheidkunde op maat” van Robert Nouwen op de website van het voormalige tijdschrift Streven. Hij behandelt het maatschappelijk belang van de omgang met de Oudheid.

Lees verder “De Week van de Klassieken (bis)”

Zeus en 2x Hera in Paestum

Tempel Hera II in Paestum; helemaal rechts Hera I.

Wie Paestum bezoekt, de stad waaraan het Rijksmuseum van Oudheden vanaf 25 april een expositie wijdt, zal vooral getroffen zijn door de tempels. Ze zijn erg goed bewaard. Voor generaties West-Europese reizigers waren dit de enige tempels die ze kenden in Griekse stijl. Dat wil zeggen dat de gebouwen van alle zijden toegankelijk waren. De andere tempels van de Provence en Italië waren van het Romeinse type: ze stonden op een podium en je kon ze van maar één kant betreden. Voor de Europeanen die de “Grand Tour” maakten, was Paestum zo ongeveer het verste punt dat ze bereikten.

In het zuiden van Paestum staan twee tempels naast elkaar. Er zijn geen inscripties die precies duidelijk maken wie er werden vereerd, maar de wijgeschenken in de omgeving suggereren dat het terrein was gewijd aan de godin Hera, de echtgenote van de oppergod Zeus. Archeologen noemen de twee heiligdommen weleens Hera I en Hera II, waarbij de naam van de godin verwijst naar het terrein waarop ze staan en niet naar de godin die er werd vereerd.

Lees verder “Zeus en 2x Hera in Paestum”

De Boog van Constantijn

De Boog van Constantijn, zuidzijde

Het is de Week van de Klassieken: een ongezochte aanleiding om aandacht te besteden aan een van de beroemdste monumenten van Rome. De boog van Constantijn dus, niet ver van het Colosseum. Niet alleen is de boog beroemd, ze is ook een van Romes interessantste monumenten. Al in de zestiende eeuw wist de Italiaanse kunstenaar Giorgio Vasari (die van de kunstenaarsbiografieën) dat de boog reliëfs bevatte uit oudere monumenten.

De boog is opgericht in 316. Op 25 juli van dat jaar brak Constantijns tiende regeringsjaar aan en deze decennalia, zoals dat dubbele lustrum heette, moesten gevierd. Tot de geschenken die de keizer bij de feestelijkheden uitdeelde, behoorde onder meer de fenomenale Leidse Constantijncamee. Omdat de Romeinen vierden dat er allerlei moois was bereikt, is dit dus geen triomfboog maar een ereboog.

Lees verder “De Boog van Constantijn”

Euhemeros van Messina

Het is bizar maar waar: ik bestelde onlangs op zaterdagmorgen een boek bij een uitgever in Parijs, en het was er op maandagavond, tegen een alleszins schappelijk posttarief. Voor het boek betaalde ik ook al een prijs die je vrijwel redelijk zou kunnen noemen. Ik heb het over de nieuwe tekstuitgave van de hellenistische auteur Euhemeros. Het boek, Évhémère de Messène: Inscription sacrée (2022), gaat terug op het proefschrift waarmee Sébastien Montanari in Tours promoveerde bij Bernard Pouderon.

Euhemeros

En het was een feest om te lezen! In een uitgebreide introductie vernemen we de voornaamste biografische details over Euhemeros: hij kwam uit Messina, schreef De heilige inscriptie en sleet begin derde eeuw v.Chr. zijn oude dagen in Alexandrië. Montanari en Pouderon menen dat Euhemeros, zoals deze zelf schrijft, aan het hof van koning Kassandros van Macedonië verbleef en werkelijk een tocht over de Indische Oceaan heeft gemaakt. Dit overtuigde mij niet maar is verder onbelangrijk, omdat het verslag sowieso grotendeels erkende fictie is.

Lees verder “Euhemeros van Messina”

Vijf misverstanden over de Oudheid

De Oudheid biedt meer dan Grieks en Latijn (Louvre, Parijs)

Vandaag begint de Week van de Klassieken. U vindt het programma hier. Het thema is dit jaar de relatie tussen de antieke mens en zijn natuurlijke leefomgeving, en als u cynisch aanneemt dat “in de Oudheid dachten ze ook over natuur” weer eens een gemakzuchtig I.D.O.H.Z.O.-tje is, dan hebt u het mis. Lees nog even wat ecokritiek is en u herkent dat er een wetenschappelijke innovatie schuilt achter deze thematiek.

De klassieken doen ertoe, althans in potentie, en oudheidkunde is wél interessant. Voor degenen die het desondanks niet geloven willen, presenteer ik hier vijf smoezen om zich er niet in te hoeven verdiepen. Plus uitleg waarom dat drogredenen zijn. Dat ook.

1. Het is alleen maar Griekenland en Rome

De Oudheid is de periode waarin we, anders dan in de Prehistorie (waarvoor alleen de archeologie informatie levert), wél geschreven bronnen hebben, maar waarvoor we, anders dan voor de Middeleeuwen, onvoldoende bronnen hebben om te komen tot werkelijke geschiedvorsing. In jaartallen: het is de periode tussen pakweg 3000 v.Chr. en 650 of 800 na Chr. Geografisch bezien: de regio vanaf Iran en Centraal-Azië tot aan de Atlantische Kust.

Lees verder “Vijf misverstanden over de Oudheid”

Clodia Pulchra, de Palatijnse Medeia (3)

Portret van een alweer wat ouder Romeinse dame, niet per se Clodia Pulchra (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

[Laatste deel van een blog van Lauren van Zoonen over Clodia Pulchra. Het eerste deel was hier.]

Clodia Pulchra komt er dus niet goed vanaf in Voor Caelius. Ook in zijn brieven, die niet zijn gecomponeerd volgens een komisch stramien, laat Cicero zich grof over Clodia uit. Hij noemt haar bijvoorbeeld “koe-ogig”,noot Cicer, Brieven aan Atticus 2.9.1; 2.12.2; 2.14.1; 2.22.5; 2.23.3. een titel van de godin Juno, de zus én echtgenote van Jupiter. Cicero insinueert dus een incestueuze relatie tussen Clodius en Clodia.

Tevens vermeldt hij schandalige leuzen over Clodius en Clodia die in de Senaat gescandeerd waren toen Clodius daar het woord probeerde te nemen.noot Cicero, Brieven aan zijn broer Quintus 2.3.2. Dat dit niet helemaal uit de lucht is gegrepen, blijkt uit de biografie van Cicero die de Grieks-Romeinse auteur Ploutarchos maakte. Deze verwijst evenens naar Clodia en citeert zelfs de uitdrukking quadrantaria. Kan dit nog teruggaan op Cicero’s woorden, dat kan niet het geval zijn met Ploutarchos’ bewering dat Clodius niet alleen met Clodia Pulchra, maar met alle drie zijn zussen een incestueuze relatie had onderhouden.noot Ploutarchos, Cicero 29.4. Dat wil niet zeggen dat het waar is, wel dat er meer informatie circuleerde.

Lees verder “Clodia Pulchra, de Palatijnse Medeia (3)”