Koptelefoon

cof

Soms zie je de ramp op je afkomen. Je zit in een redelijk volle trein een boek te lezen, je bent niemand tot last. De trein stopt en er komen mensen je rijtuig binnen. Vooraan lopen twee dames van middelbare leeftijd. En ineens realiseer je je: alleen tegenover jou zijn nog twee lege stoelen naast elkaar.

De logica leert dat ze tegenover jou zullen gaan zitten. De ervaring leert dat jij niet meer aan je lectuur toekomt. Je bent verloren. Niets, echt niets, helemaal niets is zo afschuwelijk als de overlast van twee jeugdvriendinnen die eens een gezellig dagje samen op pad gaan.

“Nou, het is aardig droog nu.”
“Ja, je ziet stukken blauwe lucht.”

Lees verder “Koptelefoon”