De sluiting van het Zandpad

amsterdam_wallen
Ceci n’est pas un Zandpad, maar u begrijpt ongeveer waar het stukje hieronder over zal gaan.

Enige tijd geleden interviewde ik mw. Alexandra van Dijk, die een bureau heeft opgericht om overheidsinstellingen en andere belanghebbenden te informeren over prostitutie (meer). Het onderwerp is inmiddels weer in het nieuws doordat de Eerste Kamer slechts gedeeltelijk akkoord ging met de nieuwe Prostitutiewet en doordat in Utrecht de ramen zijn gesloten. Alle reden voor een vervolginterview.

Wat is er nu eigenlijk aan de hand in Utrecht?

Het Zandpad en de Hardebollenstraat zijn de enige twee zones in Utrecht waar raamprostitutie mag plaatsvinden. Het gaat om zo’n 162 werkruimten, die in diverse “shifts” worden gebruikt. De ramen kunnen uitsluitend worden gehuurd van een exploitant, die ook de eigenaar is van de boot of het pand en die elke drie jaar zijn vergunning moet verlengen. Wie in Utrecht in de raamprostitutie wil werken, moet de ruimte voor minimaal vier aaneengesloten weken huren bij zo’n exploitant.

De prostitutie op het Zandpad staat onder verscherpt toezicht sinds de zogeheten SNEEP-affaire: toen werd vastgesteld dat Saban B., vrouwen dwong te werken aan het Zandpad. Omdat er ook na die affaire aanwijzingen waren voor mensenhandel, heeft de gemeente dit keer de vergunningen niet verlengd.

Weet je of er ook werkelijk sprake is van mensenhandel?

Het lijkt er sterk op dat er op het Zandpad inderdaad sprake was van grootschalige mensenhandel. De pooiers, of je ze nou “boyfriends” noemt of niet, liepen er vrij rond en hielden meisjes in de gaten. Wat ik niet weet is of ook de exploitanten een rol speelden in de mensenhandel.

Om dat te begrijpen moet ik even iets toelichten. Utrecht registreert prostituees en als er vermoedens zijn van mensenhandel, wordt dat doorgegeven aan de geëigende instanties. Daarna krijgt de vrouw alsnog een registratienummer en kan ze werken. Ik vermoed dat de exploitant – om privacyredenen – van die instanties geen melding heeft gekregen als de betreffende dames hun werk onvrijwillig deden. Zo kan de exploitant dus, zonder dat hij het wist, ramen hebben verhuurd aan slachtoffers. Een lastig parket.

Is registratie dan wel zo’n geschikt middel?

Daar is het afgelopen jaar stevig over gediscussieerd. De Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche, om de volledige naam eens te gebruiken, is onlangs door het parlement aangenomen, maar de Eerste Kamer heeft de registratieplicht niet willen goedkeuren. Het idee was dat sekswerkers werden geregistreerd en klanten zich moesten vergewissen met een bona fide prostituee te maken te hebben. De delen die het wel haalden, waren de vergunningplicht voor seksbedrijven, een nationaal vergunningenregister voor die bedrijven en de verhoging van de minimumleeftijd naar eenentwintig jaar.

Hoewel de registratieplicht voor sekswerkers er dus niet is gekomen, heeft Utrecht tijdens de parlementaire behandeling van de nieuwe wet toch al gekozen voor een registratiesysteem voor vrouwen in de raamprostitutie. De GGD voert de gesprekken met nieuwe raamprostituees. De gemeente is uiterst tevreden over het systeem.

Om wat voor mensen gaat het eigenlijk?

De laatste jaren werkten er aan het Zandpad veel Oost-Europese vrouwen, vooral uit Bulgarije, Hongarije en Roemenië. Verder vrouwen uit Zuid-Amerika en een paar Nederlandse vrouwen. Op de Hardebollenstraat zaten alleen Zuid-Amerikaanse vrouwen. De meeste betrokkenen spraken nauwelijks Nederlands of Engels, wat zelfstandig leven in Nederland moeilijk maakt.

Hoe gaat het nu verder?

Prostitutie is legaal en de gemeente Utrecht heeft aangegeven dat ze raamprostitutie in de toekomst opnieuw mogelijk wil maken, maar dan wel op een schone manier. Om expertise in te winnen hebben laatst tweeënveertig experts bij elkaar gezeten om concrete ideeën uit te wisselen. Ja, ik was daar ook bij, maar wie er niet bij waren, waren de vrouwen zelf.

Naast “schoon ondernemerschap” wil de gemeente de positie van de prostituees versterken, “zonder drang & dwang”. Men onderzoekt nu diverse thema’s, zoals de juiste voorwaarden waaraan de vergunningen moeten voldoen, het opsplitsen in kleinere vergunningseenheden en het invoeren van een taaltoets. Ik verwacht dat de gemeente de registratieplicht zal handhaven, want men is er tevreden over.

Ik las over de oprichting van een coöperatie.

De oprichting van een coöperatie waarin de vrouwen zouden deelnemen, heeft inderdaad nogal wat publiciteit gekregen. Utrecht heeft een bedrijf opdracht gegeven om het coöperatiemodel te onderzoeken, maar raadpleegt – naar wat ik heb gehoord – daarbij geen experts, zoals de juriste die namens de vrouwen bij de kwestie is betrokken.

Lang niet alle vrouwen willen echter in een coöperatie werken. Ze voelen er weinig voor zich aan een locatie te binden en willen vrij zijn in een andere stad te gaan werken als ze dat uitkomt. Ze willen gewoon zelfstandig huren, zonder gedoe.

Ik las ook dat er een nieuwe exploitant zou komen.

Er is inderdaad een nieuwe exploitant die al zou willen starten. Het biedt overigens een oplossing voor de blunder die burgemeester Wolfsen heeft begaan: de ramen laten sluiten zonder voorzieningen te treffen voor de meer dan driehonderd vrouwen die er werken.

Ik hoop dat de nieuwe exploitant de kans krijgt de zaken goed op te zetten. Veel vrouwen zijn inmiddels vertrokken. Velen gaan eerst met vakantie in eigen land en zien daarna wel waar ze terecht komen. Pooiers hebben de vertrekkende vrouwen al benaderd om “goede werkplekken” voor ze te regelen.

Maar die zijn er niet meer in Utrecht.

Inderdaad, en huren in bijvoorbeeld Amsterdam is geen optie. Vrouwen geven aan zich daar niet veilig te voelen, en de huurprijs is daar nóg veel hoger.

Er zijn ook vrouwen die niet verder gaan naar een vergund adres. Een aantal heeft me laten weten dat ze nu werken vanuit een onvergunde omgeving, bijvoorbeeld door hun klanten thuis te ontvangen. “Dat is dan jammer dan voor de Belastingdienst,” zeggen ze dan. Het echte nadeel is natuurlijk niet dat er minder belastingen worden geïnd, maar dat de overheid en de hulpverlening, die tot voor kort wisten waar de prostitutie plaatsvond, nu het zicht erop kwijtraken. Ideaal voor mensenhandelaren.

Ik krijg het idee dat zich voor onze ogen een ramp aan het voltrekken is.

Nederland heeft een Europese Richtlijn ondertekend waarmee we ons verplichten goed te zorgen voor (potentiële) slachtoffers van mensenhandel. Dat gebeurt nu in elk geval niet voldoende. Alle potentiële slachtoffers zijn nu uit het zicht geraakt en het idee dat “registratie het mogelijk maakt de vrouwen te volgen in de toekomst” is onzinnig. De vrouwen die onvergund zijn gaan werken zijn uit het zicht van de overheid geraakt. Onvergund werken vergroot de risico’s op het vlak van veiligheid en gezondheid.

De kern van de problemen is dat de overheid twee gezichten heeft. Enerzijds is de sector legaal, maar anderzijds komen de voorzieningen daarmee niet overeen. Vrouwen in de raamprostitutie zijn ZPP-ers maar lopen voortdurend tegen rechtsongelijkheid aan. Je kunt geen arbeidsongeschiktheidsverzekering, hypotheek of zakelijke bankrekening krijgen, om eens iets te noemen. En je kunt niet zelfstandig werken, onder eigen vergunning, waardoor je altijd gebonden bent aan een exploitant. Een aanpak van de problemen zou in elk geval ook dáár rekening mee moeten houden.

[Alexandra van Dijk werkt voor Buro Brycx. De tekst van een eerder interview is hier; meer informatie over mensenhandel in Nederland vindt u daar.]

Deel dit: