De langstudeerboete

Wilhelm von Humboldt (Berlijn)

De langstudeerboete… het begint een klucht te worden nu staatssecretaris Zijlstra tegen een motie van wantrouwen aan lijkt te lopen. Ik geloof dat we terug moeten naar de vrolijke dagen van Balkenende I voor het wegsturen van een al demissionair bewindspersoon, dus volgende week is echt iets om naar uit te zien.

Ondertussen heb ik de indruk dat één aspect steeds over het hoofd wordt gezien, namelijk dat er twee visies op het hoger onderwijs botsen.

De ene visie behelst dat onderwijs de overdracht is van informatie en het aanleren van vaardigheden. Elk jaar moet de student enkele concrete leerdoelen behalen. Als de variatie in het aanbod niet zo groot was, zou je kunnen zeggen dat de studenten aan het einde van elk jaar “overgaan” en dat het behalen van een bul zoiets is als een eindexamen. Er is niets mis met deze, op het middelbaar onderwijs gebaseerde, visie.

De andere visie gaat ervan uit dat hoger onderwijs mensen probeert te vormen, opdat ze zelfstandig kunnen nadenken over kwesties waar ze in de toekomst mee te maken zullen krijgen. Het Duitse woord is “Bildung” en de grote ideoloog hiervan is Wilhelm von Humboldt. Omdat de toekomst de onhebbelijke eigenschap heeft onbekend te zijn, kunnen de leerdoelen niet al te concreet zijn, zodat het kan voorkomen dat studenten – met de verbazing die jonge mensen nu eenmaal meer hebben dan oude – scherper zien wat belangrijk is dan hun meer ervaren docenten. Dat leidt tot onverwachte keuzes bij het samenstellen van een vakkenpakket.

In de dagelijkse onderwijspraktijk zit er een overlap tussen deze twee benaderingen, en deze is de afgelopen kwart eeuw groter geworden. Eén reden is de keuze voor “hoger onderwijs voor velen”: momenteel heeft een derde van de mensen hoger onderwijs genoten. Het nadeel van deze op zich positieve ontwikkeling is dat het onderwijs massaler moest zijn, waardoor de leerdoelen steeds concreter werden. De tweede reden is dat de universiteiten naast hun eigenlijke taak – wetenschappers opleiden – een andere taak hebben gekregen: mensen opleiden die geen onderzoek hoeven kunnen doen, maar wel moeten weten wat wetenschap is. Ook dat gaat beter als de leerdoelen duidelijk zijn.

De groeiende overlap is dus vooral een opschuiven naar de eerste visie, en daarom is het helemaal niet zo wonderlijk dat de overheid nu concrete termijnen stelt waarbinnen studenten zich de steeds meer vastgelegde stof eigen moeten hebben gemaakt. Ik heb de afgelopen weken regelmatig mensen horen zeggen dat deze langstudeerboete een draak is, omdat ze haaks staat op de algemene vorming. Dat is een sympathiek argument, maar in feite is het dertig jaar uit de tijd. De universiteit die deze vorming garandeerde, is in 1982 met de invoering van de Tweefasenstructuur opgehouden te bestaan.

Om deze reden stoor ik me eigenlijk een beetje aan de discussie over de langstudeerboete. Dat ze ongewenst is, staat buiten kijf, maar de discussie moet niet gaan over het doorzetten dan wel afschaffen van deze maatregel. De discussie moet gaan over de vraag of we nog jonge mensen een brede algemene vorming willen geven, en of de huidige generatie docenten (zwaar gespecialiseerd en dus beperkt) in staat is zulk onderwijs te geven.

Om die discussie op gang te brengen, ben ik van mening dat het zinvol is een parlementair onderzoek in te stellen naar de uitvoering van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Deel dit:

2 gedachtes over “De langstudeerboete

  1. SF

    Chapeau!

    Alleen (bijna) elk blog afsluiten met dat parlementaire onderzoek hoeft (zeker in deze wat onvoldragen kladversie) wat mij betreft niet 😉

Reacties zijn gesloten.