
Begin jaren zeventig woonde Gerard Reve (die vandaag tien jaar geleden overleed) enige tijd op de Nieuwe Markt 12 in Weert. Daar woonde hij boven een ijsjeswinkel, die bij mijn weten niet is vereeuwigd in het oeuvre van de volksschrijver, en naast de Zusters van Liefde, waarover hij wél schreef. En hoe.
Roeping
(voor de Zusters van Liefde, te Weert)
Zuster Immaculata, die al vierendertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee vee.
Toch goed dat er een God is.
Of God bestaat, is niet zo belangrijk om de emotie van dit gedicht te kunnen peilen. Zuster Immaculata en haar huisgenotes, die zeker wel hebben bestaan, wisten dat hun dagelijkse bezigheden werden gezien en niet onopgemerkt bleven. Het is goed dat Reve hun die erkenning gaf, want ik ken verschrikkelijk veel mensen die in stilte vrijwilligerswerk doen zonder daarvoor veel krediet te krijgen.
Toen ik een tijdje geleden met de trein door Weert kwam, ben ik even uitgestapt om naar het plein te lopen en bovenstaande foto te maken van deze gedenksteen, die daar is aangebracht door de plaatselijke Rotary. Ook Reves geste naar zijn buurvrouwen is gezien en niet onopgemerkt gebleven.
Tja, en dan ben je toch min of meer langharig, pubert en protesteert wat af, en dan en lees je deze ode aan de Zuster, of, beter nog, hoor je je idool zélf dit gedicht voorlezen. Even balanceren, maar, uiteindelijk wint het zo Reviaanse gedicht toch: de proza maar vooral ook de poëzie van die man waren zo uniek, zo niet te vergeten, evenals het ‘is gezien en niet onopgemerkt gebleven!
Eigenlijk vind ik dat wel sympathiek, dat je de trein uitstapt om zo’n steentje te gaan fotograferen.
http://joostniemoller.nl/2016/04/knuffelaars-vluchtelingen-ouderen-dochter-zieke-vader/