Jona en de pompoen

Jona onder de wonderboom (Sarcofaag, Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

Het bijbelse verhaal van Jona en de walvis was al heel populair onder de eerste christenen. Het is een zeer beeldend verhaal, dat samenhangt met de idee van de wedergeboorte, een belangrijk christelijk thema. Aangezien veel christenen uit eenvoudige milieus kwamen, konden zij niet lezen, en kenden zij de Bijbel alleen mondeling of van afbeeldingen. Mozaïeken, sarcofagen en muurschilderingen beelden vaak het verhaal uit van Jona die door een grote vis werd opgeslokt en uitgespuwd. Af en toe wordt hij echter ook zittend of liggend onder een prieel afgebeeld. Dit deel van het verhaal is minder bekend en heeft betrekking op de volgende bijbelverzen:

Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren. Nu liet de HEER God een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de boom. Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de boom door een worm aanvreten, zodat hij verdorde.noot Jona 4.5-7; NBV21.

Lees verder “Jona en de pompoen”

Hoe Matteüs Marcus bewerkt

Het Meer van Gennesaret

Een van de bekendste verhalen uit het Nieuwe Testament is dat over Jezus die over het water wandelt. Zulke natuurwonderen behoren tot het standaardrepertoire van antieke charismatische wijsheidsleraren. De pointe is dat zulke lieden meer inzicht hadden in de aard van de werkelijkheid dan anderen, en daardoor wonderlijke dingen konden doen. Wie met gezag sprak, bewees het door met een scheermes een aambeeld doormidden te snijden, vuur te spugen, boeien van zich af te schudden of over water te lopen.

De anekdote over de over het water wandelende messias is overgeleverd door zowel Marcus als Johannes, wat betekent dat ze twee keer is geattesteerd en vermoedelijk een redelijke ouderdom heeft. Ook omdat de twee evangelisten het verschillend vertellen. Hier is Johannes’ versie.

Lees verder “Hoe Matteüs Marcus bewerkt”

Barnabas, de leviet van Cyprus

Het graf van Barnabas bij Salamis (Cyprus)

De vier cirkels rond Jezus waren – zoals ik al eens heb uitgelegd – zijn algemene publiek, de leerlingen, de Twaalf en de groep die bekendstaat als de Apostelen. Die laatsten, een stuk of zeventig in getal, zond hij twee aan twee uit. De groep bleef na Jezus’ dood bestaan en belichaamt zo de continuïteit van een plattelandsmessias naar de jonge kerk. Er waren vermoedelijk echtparen bij; we kennen althans een apostel die Junia heette.

Barnabas de Leviet

Toen Paulus zich, na een wonderlijke gebeurtenis op de weg naar Damascus, had bekeerd, ging hij zichzelf apostel noemen (althans in zijn brieven; de Handelingen zijn op dit punt terughoudender). Zijn reisgenoot zou Barnabas zijn, een volgeling van het eerste uur, toen de christenen (net zoals de sekte van de Dode-Zee-rollen) nog alles gemeenschappelijk hadden bezeten.

Lees verder “Barnabas, de leviet van Cyprus”

Hoe vroeg is het Johannes-evangelie?

(Mar Tadros, Behdidat)

Ik kreeg vragen over een podcast waarin iemand zou hebben verteld dat het Johannes-evangelie ouder was dan aangenomen. En het bleef niet bij één of twee vragen: inmiddels zijn het er negentien. Alle reden om me in de materie te verdiepen.

Een vroeg Johannes-evangelie

Eerst even dit: de Ongelooflijke Podcast is al vijf jaar een vast item van de Evangelische Omroep en daarin behandelen David Boogerd en Stefan Paas, zoals u al vermoedde, vragen over religie. Rond Pasen lieten ze Cambridge-hoogleraar  Geurt Henk van Kooten aan het woord, die kwam vertellen dat het Johannes-evangelie niet, zoals gebruikelijk, moet worden gedateerd aan het einde van de eerste eeuw na Chr., maar vóór de verwoesting van Jeruzalem in 70. Het argument is dat de evangelist spreekt over het Betzata-badhuis in de tegenwoordige tijd.noot Johannes 5.2.

Lees verder “Hoe vroeg is het Johannes-evangelie?”

Paulus op Cyprus

Apsis in de troonzaal van het gouverneurspaleis in Pafos, waar Paulus zich moest verantwoorden

De vijfde tekst in het Nieuwe Testament, de Handelingen van de Apostelen, lijkt wat op de antieke prozateksten die classici aanduiden als antieke roman. De eerste hoofdstukken gaan vooral over Petrus, de latere gaan over Paulus. Net als in het Lukasevangelie strijkt de auteur, die we gemakshalve Lukas zullen noemen, vaak plooien glad. Hij heeft weinig belangstelling voor de meningsverschillen die Petrus en Paulus ook hebben gehad en presenteert vooral succesvolle prediking.

Salamis

We lezen dat Paulus, die van huis uit Saul ofwel Saulus heette, met zijn Cypriotische reisgenoot Barnabas, een bezoek bracht aan

Cyprus, waar ze aankwamen in Salamis. Daar verkondigden ze Gods boodschap in de synagogen van de Joden. Johannes was met hen meegegaan om hen te helpen.noot Handelingen 13.5; NBV21.

Lees verder “Paulus op Cyprus”

De laat-Romeinse religie

Deze Mithrasgroep uit Sidon toont dat de oude religie nog bestond in de laatste jaren van de vierde eeuw.

In Een kennismaking met de oude wereld noemen De Blois en Van der Spek de doorbraak van het christendom als een van de wezenlijke kenmerken van de Late Oudheid. Dat lijkt me correct, al zou het misschien beter zijn te spreken van de doorbraak van de orthodoxie. Christus had al heel lang talloze vereerders en zelfs degenen die Christus niet vereerden, ontkenden niet dat het ging om een van de vele bovennatuurlijke entiteiten. (Nu ik dit schrijf, vraag ik me af of degenen die de eerste christenen vervolgden, de aan Christus toegeschreven meer-dan-menselijke eigenschappen ontkenden. De Romeinen vervolgden ook joden, astrologen en Isisaanhangers en ik kan me niet herinneren gelezen te hebben dat de magistraten de goddelijkheid van Jahweh, de sterren of Isis in twijfel trokken.) Ook waren vrijwel alle heidenen in de vierde eeuw monotheïsten. Dus misschien moeten we die doorbraak van het christendom wat anders typeren.

Kerstening

Het proces dat zich in de vierde eeuw voltrok, was dat de monotheïsten steeds vaker hun ene god identificeerden met God de Vader en Christus als middelaar accepteerden. Het was minder ingrijpend dan wel wordt gedacht en de weerstand tegen het christendom was zo groot niet.

Lees verder “De laat-Romeinse religie”

De mierenleeuw

Mierenleeuw (© Wikimedia Commons | Gebruiker Gilles San Martin)

In een Arabische tekst kwam ik het woord layth, tegen, een vrij normaal woord voor ‘leeuw”. Maar dat paste niet in de context, het ging eerder om zoiets als een spin. In het Syrisch, dat stond erbij, heette het aryā dedēbābē, de ‘vliegenleeuw’. En inderdaad, dat moest het zijn. Wij kennen het echter als mierenleeuw.

Mierenleeuw

In de Oudheid bestonden er vrij wat samengestelde dieren. Van de meeste horen we niet meer, maar de mierenleeuw is nog niet uitgestorven. Hij leeft voort als netvleugelig, nachtactief insect: Myrmeleon formicarius, uit de familie der mierenleeuwachtigen (Myrmeleontidae).

Lees verder “De mierenleeuw”

Op bezoek in Libanon (3): de maronieten

De Qadisha-vallei, de heilige vallei van de maronieten.

De maronieten zijn een van de belangrijkste christelijke groepen in Libanon. Waar die groep precies vandaan komt, is een ingewikkeld verhaal, waarvan het deel over een Arabische migratie vanuit Jemen naar het noorden (dankzij die Arabische inscripties waarover we het hier al eens hadden) inmiddels geldt als achterhaald en waarvan het deel over christelijke disputen en monothelisme te ingewikkeld is om hier te herhalen. Wie Sint-Maron was is ook nogal lastig. Waarom de maronieten Syrië hebben opgegeven en zich hebben teruggetrokken in Libanon, is helemaal ingewikkeld.

De maronieten

Gelukkig is het enige dat u weten moet wel simpel: ze werden rond 1100 bedreigd door Byzantijnen, Fatimiden en Seljuken, en kozen daarom voor samenwerking met de Kruisridders. Een samenwerking die lang niet altijd harmonisch was maar die wel betekende dat de maronieten zich meer en meer zijn gaan beschouwen als oostelijke buitenpost van de rooms-katholieke kerk. De maronitische “patriarch van Antiochië en het gehele Oosten”, Bechara Boutros al-Rahi, is tegelijk kardinaal van Rome. De maronitische basiliek in Beiroet is een kopie van de Maria Maggiore en maronitische geestelijken volgen een deel van hun opleiding in Rome.

Lees verder “Op bezoek in Libanon (3): de maronieten”

De voetwassing

Romeins waterbekken, zoals gebruikt bij een voetwassing (Saalburg)

Het is zondag, de dag waarop ik meestal blog over het Nieuwe Testament, en het is Pasen, dus het ligt voor de hand dat ik een passage behandel die daarbij aansluit. Het gaat om een scène uit het Johannesevangelie die, als ik helemaal correct bij de kalender had willen zijn, eigenlijk zou moeten zijn geplaatst op Witte Donderdag, als christenen het Laatste Avondmaal herdenken.

Het evangelie van Johannes bevat een scène die in de andere evangeliën ontbreekt: de voetwassing. Zoiets was destijds geen ongebruikelijke handeling. Wie gasten ontving, vroeg een slaaf om het stof van de reiziger af te kloppen en diens voeten te wassen.noot Bijv. Genesis 18.4.

Jezus stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen, en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had.noot Johannes 13.4-5; NBV21.

Lees verder “De voetwassing”

Antisemitisme

Flavius Josephus schreef een weerlegging van het antisemitisme van zijn tijd

De Tweede Kamer roept mensen op zich duidelijker uit te spreken tegen antisemitisme. Je zou willen antwoorden dat zoiets niet nodig is omdat iedereen op z’n klompen aanvoelt dat jodenhaat onzin is. En om de waarheid te zeggen: ik zou me ergeren als we de komende tijd allerlei opzichtige veroordelingen van het antisemitisme meemaakten. Ze zijn keurig, daar niet van, maar ik stoor me aan instellingen die hun maatschappelijke betrokkenheid rondbazuinen. Je bent betrokken of je bent het niet en je gebruikt het niet als reclame.

Ik zou echter wel iets willen zeggen over aspecten van het antisemitisme waar ik als oudheidkundige iets van denk te weten. Het valt me, schrijvend over de Romeins-Grieks-Joodse wereld waarin het Nieuwe Testament is ontstaan, namelijk op hoeveel reacties (meest per mail) gebaseerd zijn op vooroordelen.

Lees verder “Antisemitisme”