Herodes Agrippa I

Het theater van Caesarea, waar Herodes Agrippa I overleed

Ik was bezig met een reeks stukjes over de diverse Herodessen in het Nieuwe Testament: eerst ging het over Herodes de Grote en daarna over zijn zonen Herodes Archelaos, Herodes Antipas en Filippos. Ik heb het al eens eerder gehad over Herodes Agrippa: de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht. (Dit blijft een tof weetje voor een quiz.)

Er resteren nog twee andere Herodessen om aan u voor te stellen. De eerste is de Herodes Agrippa uit de Handelingen van de Apostelen, ook wel bekend als Agrippa I. Hij is vernoemd naar een vriend van Herodes de Grote: de Agrippa waarover ik afgelopen donderdag schreef. De laatste Herodes Agrippa, ook wel bekend als Agrippa II, was een zoon van de vorige en speelde een rol in de Joodse Oorlog. De Bijbel noemt hem één keer.

Lees verder “Herodes Agrippa I”

De zonen van Herodes de Grote

Het zogenaamde graf van Herodes Archelaos (of Pontius Pilatus) in Vienne

Ik blogde vorige week over koning Herodes de Grote, die in het Nieuwe Testament maar een paar keer staat vermeld. Twee van zijn zonen komen vaker voor: Herodes Archelaos en vooral Herodes Antipas.

Herodes Archelaos

Eerst Archelaos. Na de dood van Herodes de Grote in 5/4 v.Chr. bekrachtigde keizer Augustus het testament:

  • Archelaos volgde zijn vader op in Judea en Samaria,
  • Antipas heerste in Galilea en het gebied ten oosten van de Dode Zee,
  • hun halfbroer Filippos kreeg de Golanhoogte. Hij is voor het Nieuwe Testament niet zo belangrijk.

Er waren meteen felle protesten van messiassen als Judas (vermoedelijk een sicariër), een slaaf genaamd Simon en de herder Athronges. Uiteindelijk moest het Romeinse leger, gecommandeerd door generaal Varus, de rust komen herstellen. (Dit is de Varus die ten onder ging in het Teutoburgerwoud.)

Lees verder “De zonen van Herodes de Grote”

Augustinus schiet op een stroman

Augustinus (Liebieghaus, Frankfurt)

Een tijdje geleden blogde ik over het boek van Floris Overduin, die Trojaanse Redevoering van Dio van Prusa had vertaald. De Grieks-Romeinse redenaar betoogde daarin dat Troje nooit door de Grieken was ingenomen. Dat is een mooi voorbeeld van de speelse wijze waarop men destijds omging met zulke verhalen. Je kon ze tegenspreken, op z’n kop zetten, parodiëren, of allegorisch duiden (zoals Palaifatos deed). Zo werkt literatuur nu eenmaal. De Quichot heeft ook allerlei interpretaties, is geparodieerd, aangepast, bekort, gemoderniseerd.

Ik denk niet dat de kerkvader Augustinus veel heidenen overtuigde toen hij de absurditeit van de aloude mythen en sagen wilde aantonen door de Trojaanse verhalen letterlijk te nemen, Dat deed sowieso niemand. Dat laat onverlet dat Augustinus wel zijn christelijke publiek aan het lachen zal hebben gekregen. In De stad van God 3.2 wijst hij er eerst op dat de Grieken en Trojanen dezelfde goden even gewetenvol vereerden: de goden verhoorden dus wel de gebeden van de ene, maar niet die van de andere partij. Dat is onrechtvaardig.

Lees verder “Augustinus schiet op een stroman”

Opgejaagde jager

Opgejaagde jager (Museum van Kyrene)

Prachtig hè, dit mozaïek. Ik fotografeerde het in het museum in Kyrene in noordoostelijk Libië. Kijk eens hoe mooi het paard is en hoe schattig de hond. Het is een en al actie: de jager galoppeert naar huis, de deur staat al open, de boom strekt zich verwelkomend naar hem uit. De moedertijger heeft echter de achtervolging ingezet om de jachtbuit, haar jong, terug te krijgen. De plant tussen haar en de jager buigt naar links en voegt toe aan de dynamiek.

Vraag één: wat is dit van dier? Gestreept, dus een tijgerin. Maar tijgers komen niet voor in Afrika. Bovendien is dit dier grauw en zijn tijgers geelbruin. Luipaarden kwamen wel voor in Libië, maar die hebben een gevlekte huid en zijn ook al niet grauw. Ik houd het tot nader order op een tijgerin, maar voor wie verstand heeft van katachtigen staan de reageerpanelen open.

Lees verder “Opgejaagde jager”

Middeleeuws Jeruzalem

Rotskoepel, Jeruzalem

[Dit is het laatste van drie blogjes over wat een toerist kan bekijken in Jeruzalem. Het eerste was hier.]

Middeleeuwen

Met de Middeleeuwen kom ik buiten mijn specialisme, maar ik wil toch nog wat dingen noemen. Uit deze tijd zijn immers ook allerlei bouwwerken en monumenten bekend die je als toerist niet wil missen.

Aan het kerkje van het graf van Maria, even buiten de stad, heb ik speciale herinneringen. We wandelden er met een groepje geen werkelijk overdreven religieuze mensen binnen, maar iedereen werd tegelijk stil en bleef luisteren naar de monnik die er aan het zingen was. Maria is hier vanzelfsprekend niet begraven geweest. Hier is echter wel het graf van koningin Melisende, een van de machtigste vrouwen uit het Koninkrijk Jeruzalem.

Lees verder “Middeleeuws Jeruzalem”

Romeins Jeruzalem

Laat-Romeins Jeruzalem op een mozaïek uit Madaba

[Dit is het tweede van drie blogjes over wat een toerist kan bekijken in Jeruzalem. Het eerste was hier.]

Vroeg-Romeins Jeruzalem

Waren de archeologische resten van Jeruzalem tot nu toe nogal schaars, dat verandert in de Romeinse tijd. Vazalkoning Herodes de Grote, aan de macht gekomen in 40 v.Chr. en overleden rond 5 v.Chr., heeft enorme bouwwerken laten construeren. In het westen was de Toren van David zijn residentie en later zou dit het paleis zijn van de Romeinse gouverneur. Het ooit door de Perzen gebouwde fort werd verbouwd en is bekend geworden als de Burcht Antonia. Dit is de huidige Umariyya-school. Ga erheen en geniet van het mooiste uitzicht op de Rotskoepel dat je kunt krijgen.

Herodes liet in 20 v.Chr. de tempel uit de Perzische tijd slopen en zette er een nieuwe voor in de plaats. Daartoe moest het tempelterras worden uitgebreid; de muren zijn nog altijd zichtbaar en de Klaagmuur is daarvan natuurlijk het bekendste deel. De Al-Aqsa-moskee staat op de plek van de oude vergaderzaal van het Sanhedrin, voltooid in 30 na Chr., en de Rotskoepel staat ongeveer op de plek van Herodes’ tempel – maar mogelijk net niet helemaal. Opgraven is niet mogelijk maar de waterreservoirs in het tempelplein zijn bekend en het is denkbaar dat de tempel iets zuidoostelijker heeft gelegen. Er is goede uitleg in het Davidson-centrum.

Lees verder “Romeins Jeruzalem”

Het oudste Jeruzalem

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik heb in drie voorafgaande blogjes de IJzertijd van de oude koninkrijken Israël en Juda beschreven, de Romeinse provincie Palaestina en het middeleeuwse gebied. De stad Jeruzalem heb ik al enkele keren genoemd. Vandaag drie korte stukjes over alleen het religieuze centrum van drie wereldgodsdiensten. Een stad met, zoals u al vermoedde, een eigen karakter dat nu eens religieus en dan weer toeristisch is. Ik zou er graag eens drie weken toeven en dan systematisch alles bekijken, want ik heb het gevoel dat ik de stad onvoldoende ken. Misschien handig om vooraf te weten: de Oude Stad, omgeven door de stadsmuur van Suleyman de Prachtlievende, bestaat uit vier delen:

  • de Moslimwijk in het noordoosten,
  • de Christelijke Wijk in het noordwesten,
  • de Armeense Wijk in het zuidwesten
  • de Joodse Wijk in het zuidoosten.

In het oosten is de Tempelberg, met de Klaagmuur en de twee islamitische heiligdommen, en in het westen is de Citadel, die ook wel Toren van David heet.

Lees verder “Het oudste Jeruzalem”

Subordinationisme

Petrus (Catacomben van Petrus en Marcellinus, Rome)

Een nieuwe zondag, een nieuw blogje over het Nieuwe Testament. En waarom zouden we niet eens kijken naar de Handelingen van de Apostelen, Lukas’ verslag van het ontstaan van de kerk? De scène die ik uitlicht staat aan het begin. Jezus is opgenomen in de hemel, de groep die bekendstaat als de Twaalf is weer op sterkte gebracht, tijdens het Wekenfeest daalt de Heilige Geest neer. En de joden in Jeruzalem horen de Galileeërs spreken in hun eigen taal.

Promotie

Dan neemt Simon Petrus het woord en richt zich tot de joodse bevolking van Jeruzalem. Die zouden verantwoordelijk zijn voor Jezus’ kruisdood. Over die woorden moeten we het later nog eens over hebben, maar het gaat mij vandaag om de uitsmijter:

Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot heer en messias is aangesteld. (Handelingen 2.36; NBV21)

Lees verder “Subordinationisme”

Hoezo Zondeval?

Sinds de Zondeval kruipen slangen door het stof

Mijn vrienden zijn op een leeftijd waarop ze kinderen krijgen. Het blijft me verbazen hoe peuters de ene vaardigheid na de andere ontwikkelen. En steeds zeggen mijn vrienden hetzelfde: “je kunt ze wel iets verbieden, maar ze begrijpen gewoon niet wat ‘dat mag niet!’ betekent”. Moreel bewustzijn, dat ontwikkelen kinderen pas later. Ouders kunnen dingen eigenlijk pas verbieden als hun kinderen begrijpen dat het verkeerd is iets verbodens te doen.

Hetgeen ons brengt bij een verbod uit Genesis 2.

God bracht de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij legde hem het volgende verbod op: “Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.” (Genesis 2.15-17; NBV21)

Lees verder “Hoezo Zondeval?”

Kajafas

Derde-eeuwse schildering van een joodse hogepriester (Aäron) bij de tempel. Deze wandschildering komt uit de synagoge van Dura Europos.

Vandaag een stukje over een van de bekendste personages uit het Nieuwe Testament: de joodse hogepriester Kajafas. In functie van 18 tot 37 na Chr. De man die Jezus verhoorde en uitleverde aan de Romeinse gouverneur Pilatus. Kajafas’ naam is bijna spreekwoordelijk voor een corrupte bestuurder. Desondanks weten we – het is immers oudheidkunde, de wetenschap van de dataschaarste – frustrerend weinig.

Eerst maar even de naam. Kajafas is de Griekse weergave van het Aramese Qayyapâ. Dat was een tweede naam. Zijn voornaam was Jozef.

Sadducee?

Over zijn afkomst is niets bekend, maar hij zal hebben behoord bij een rijke familie, want hij trouwde met een dochter van de hogepriester die in onze bronnen nu eens Annas, dan weer Ananos en ook wel Chanan wordt genoemd. Die was in functie van 6 tot 15 en bleef ook daarna invloedrijk. Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus waren vijf van zijn zoons hogepriester; we kunnen daar dus zijn schoonzoon Jozef Kajafas aan toevoegen.

Lees verder “Kajafas”