Voor mij is de grote makke van de Nederlandse literatuur het grote aandeel autobiografische romans over jeugdjaren verpest door religie. Ik hoef geen tientallen romans te lezen om te begrijpen dat voor een naar vrijheid en ontplooiing hunkerende geest het een hel is op te groeien in een klein, benauwd dorp of stadje met een heersende streng-christelijke of anderszinse moraal. Noch heb ik behoefte aan de vruchten van therapeutisch-van-je-afschrijven. Eén Anton-Wachter-roman vond en vind ik ruimschoots voldoende.
Bovendien is de ultieme semi-autobiografische roman al lang geleden geschreven: De Avonden. Dat geldt dus ook voor vele opvolgers van dat boek. En daarom was De vierde man voor mij een aangename verrassing. Dat boek ging over de auteur en toch weer niet.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.