Vorig jaar rond deze tijd speelde ik met de gedachte een stukje te schrijven over de Historische Scheurkalender van het Historisch Nieuwsblad. Een paar andere bloggers zouden dan andere kalenders met een wetenschappelijk thema behandelen. Ik heb mijn exemplaar gekocht maar mijn stukje nooit geschreven. De Historische Scheurkalender biedt namelijk elke dag een trivialiteitje – vandaag de vraag waar de Maas ontspringt – en heeft weinig van doen met geschiedenis. Ik kon daar werkelijk geen blogstukje aan wijden.
Los daarvan: het eerste stukje in de reeks, gewijd aan de Wetenschapskalender van de New Scientist, was dermate verwoestend dat eigenlijk wel duidelijk was dat het een slecht idee was geweest kalenders te gaan recenseren. Het eerste stukje was dus tevens het laatste en mijn exemplaar van de Historische Scheurkalender belandde in de oudpapierbak. Steeds als ik daar papier uithaal om naar de container op straat te brengen, blijkt de tas al vol voor ik de bak heb geleegd, zodat ik nu al een klein jaar elke week die gebundelde trivialiteitjes op de bodem van de bak zie liggen. Ik kijk liever naar de Imago-kalender aan de muur.
Helemaal eerlijk is die vergelijking niet, want er is een belangrijk verschil: de Imago-kalender is geen dag- maar een maandkalender, beperkt zich tot één tijdvak (de Oudheid) en beperkt zich daarbinnen tot een deelaspect (de Grieks-Romeinse tijd). Hij is bovendien uitgegeven op een groter formaat. Doordat de samenstellers van de Imago-kalender een product maken met een rustiger tempo, met meer focus en met meer ruimte, hoeven ze zich niet te beperken tot weetjes, maar kunnen ze op de materie ingaan. Geschiedenis dient immers, zoals alle humaniora, niet als leverancier van feitjes maar om ons te helpen ons eigen denken beter te doorgronden.
In 2019 is de Imago-kalender gewijd aan de god Dionysos. Een god met vele gezichten: hij heeft iets van doen met dans, met dood, met drank, met extase, met muziek, met razernij, met seks, met toneel en met verwoesting. Boven alles is het de god van het enthousiasme: de god die in je kruipt, die je volledig overneemt en zo alle andere goden overbodig maakt. Dionysos was een jaloers god.
In de diverse maanden passeren de geboorteverhalen, het anthesteria-feest, het Atheense theaterfestival, de diverse volgelingen van de godheid, Euripides’ Bacchanten en de wraakzucht van de iemand-volledig-opeisende-godheid de revue. Ook de wijze waarop de Romeinen Dionysos vereerden en de orfiek komen voorbij, net als de wetenschappelijke discussie (opgehangen aan de op dit punt niet te vermijden Nietzsche).
Minder blij ben ik met de kalenderbladen over de verwerking van de antieke vormen door Michelangelo en Caravaggio. Zoals ik al eerder beschreef, voegen illustraties uit een andere tijd dan de Oudheid niets toe aan onze kennis van de oude wereld. De praktijk is zelfs schadelijk omdat ze achterhaalde inzichten nieuw leven geeft. Bij Ancient History Magazine maakten we er een punt van zulke schijnzekerheid niet te bieden, de redactie van de Landmark-reeks ziet het ook zo en nog gisteren blogde ik over een mediëvist die misleidende illustraties vermijdt. Het enige voordeel van verouderd materiaal is dat het rechtenvrij en dus goedkoop is. En zo zet je je vak dan ook neer: als goedkoop. Afgezien van het feit dat Michelangelo en Caravaggio beter in hun eigen recht kunnen worden beschreven, staat deze praktijk ook haaks op de ambitie van de Imago-kalender om mensen in contact te brengen met de oude cultuur en ze zo te helpen hun ideeën te ijken.
Juist bij Dionysos is het ook niet nodig. Het onderwerp biedt genoeg mogelijkheden om mensen aan het denken te zetten. Ik realiseerde me zelf ineens hoe groot de overeenkomsten zijn tussen enerzijds de verering van een god die de gelovige volledig overneemt en anderzijds de soefi-mystiek. En zou het niet kunnen zijn dat het christelijke denkbeeld dat je naast Christus geen andere goden mag vereren, dat natuurlijk wortelt in een bepaald soort jodendom, niet tevens kunnen samenhangen met het feit dat men in de Oudheid het jodendom en de Dionysoscultus op één lijn stelde? Ik meende tot vorige week dat dit alleen was omdat de vormentaal zoveel overeenkomsten had, maar nu herken ik ineens ook een inhoudelijke gelijkenis.
U merkt, de eerste twee thema’s voor nóg een Imago-kalender over Dionysos zijn er al. En het huis met de Dionysos-mozaïeken in Sepforis kan er dan als derde onderwerp bij. Met speciale aandacht voor de mogelijke bewoner: Yehuda ha-Nasi, de samensteller van de Mishna. Wat ik maar zeggen wil: deze kalender nodigt uit tot verder denken. Dat maakt haar mijns inziens waardevoller dan de Historische Scheurkalender, want ik kan me met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat iemand – al was het maar aan de borreltafel – ooit zal zeggen “Wist je dat de Maas uit twee bronnen ontspringt op het Plateau van Langres en dat er langs een polderweg bij het piepkleine dorpje Pouilly-en-Bassigny een bronzen plaquette is op een stenen zuil?”
Wie wil begrijpen waar de humaniora voor zijn, heeft meer aan de Imago-kalender dan aan de Historische Scheurkalender. Ik zie heus de goede bedoelingen van de redactie van die laatste kalender wel, maar ze heeft een vorm gekozen om geschiedenis over te dragen die daarvoor niet geëigend is en daardoor draagt ze vooral bij aan de marginalisering van de humaniora. De redactie van de Imago-kalender heeft beter begrepen welke vorm bij de boodschap past.
Overigens zou ik natuurlijk het allerliefst een humaniora-kalender op mijn telefoon hebben, waarin ook de literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis en taalkunde aan bod komen. Elke dag een stukje, net zoals de Historische Scheurkalender, en dan met maand- of weekthema’s die wat dieper gaan en die je, zoals in de Imago-kalender, doen nadenken over je eigen opvattingen. Zo’n app moet toch te maken zijn?
Mijn oudpapier bak is de tas waarmee ik het oudpapier wegbreng.
Misschien een tip om volgend jasr dit soort ergernis te ontlopen?
Vrolijke groet,
Jodendom en Dionysoscultus
“maar nu herken ik ineens ook een inhoudelijke gelijkenis”
Wel erg kort/cryptisch
Ik zal eens kijken of ik er een blogstukje aan kan wijden.
@brink: helemaal eens, ik word nieuwsgierig.
Uit mijn hart gestolen. De Imago-kalender begrijpt wat het HN almaar niet snapt.
En je kritiek op Imago is ook terecht. Je ziet het ook in schoolboeken en tijdschriften veel, dat de samenstellers oud beeldmateriaal gebruiken. Dat is in feite om financiële redenen, zoals je aangeeft, maar wordt dan gerechtvaardigd met de smoes dat andere tijdvakken zich eveneens door de Oudheid hebben laten inspireren. Maar in die andere tijdvakken zijn juist onze eigen ideeën gegroeid, die we via de ontmoeting met de klassieken nu net proberen te her-denken. Je zult het in een professioneel tijdschrift als Antike Welt dan ook niet zien.
´ het huis met de Dionysos-mozaïeken in Sepforis kan er dan als derde onderwerp bij. Met speciale aandacht voor de mogelijke bewoner: Yehuda ha-Nasi, de samensteller van de Mishna.´
Waarom wachten op die kalender? Mooi onderwerp voor een Jona-blog. Ik verheug me er nu al op!
Leuk idee. Wordt wel wat later dit jaar.
Je zou inmiddels moeten weten dat wij regulieren heel geduldig op zulk lekkers kunnen wachten.
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is… eh…
De Historische Scheurkalender is een perfect voorbeeld van het gezegde “when you pay peanuts, you get monkeys”. Ik heb een decennnium geleden een keer de eindredactie van die kalender gedaan (waarbij ik ook de nodige factchecks heb gedaan, wat niet door alle stukjesschrijvers op prijs werd gesteld), en het geboden bedrag was belachelijk (laag). Ik heb dat toen een keer gedaan omdat het me wel grappig werk leek, maar een serieus te nemen redacteur zou nooit voor dat bedrag werken. En dat geldt ongetwijfeld voor alle schakels in die keten.
>> Illustraties uit een andere tijd dan de Oudheid
>> voegen niets toe aan onze kennis van de oude wereld.
Waarom plaats je dan tóch een ets van Gustave Doré bij het stukje over Jezus en de schriftgeleerde? Viel mij onmiddellijk op als inconsequent.
Touché!
Ik zal ze weghalen. Je hebt gelijk.
Ik deed het omdat ik die gravures leuk vond en het idee had ze ooit allemaal een keer te gebruiken. Gewoon, omdat ik er aardigheid in heb. Maar je hebt gelijk: beter van niet.
Toen onze dochter gedoopt werd ging de preek over de 100-guldenprent van Rembrandt, één in een serie waarin ingegaan werd op hoe Rembrandt de bijbel illustreerde, en wat ons dat nu nog te zeggen heeft. Een heel inspirerende prekenreeks.
Zoals wel vaker opgemerkt is, staan wij op de schouders van ons voorgeslacht, en we hoeven hun inzichten niet weg te gooien, ook al zijn ze in onze ogen achterhaald. “kijk, zo dachten ze er toen over”. Er is dus wat mij betreft niets mis met een plaat van Doré, als je maar niet denkt dat dit gospel truth is.
Wie weet hoe men over honderd jaar over onze huidige inzichten denkt, als er dan nog gedacht wordt.
(ik zie dat de discussie hieronder nog verder gaat, ik laat het bij de opmerking dat veel van mijn ideeën voor 19e-eeuwers totaal onbekend waren en wellicht ook onbegrijpelijk zijn)
De Filosofie Scheurkalender is evenmin aanbevelenswaardig. Zie De Filosofiemagazine Scheurkalender gecorrigeerd. Als je niet van Facebook houdt dan kun je de gecorrigeerde scheurkalender ook hier bekijken, maar dan mis je het verontwaardigde commentaar van een collega van de corrector 😉
schilderijen enz. uit een latere tijd zijn waardevol, niet omdat ze kennis toevoegen over de Oudheid, maar omdat ze tonen hoe de verhalen van de antieke wereld voortleefden in latere tijden. Dus leren ze, net als de Madeleinekerk of de vrouwenmode ten tijde van de Franse Revolutie, hoe de Europese (en Amerikaanse) mensen gefascineerd en eenzijdig gericht bleven op wat zij als het blijvend hoogtepunt van de beschaving en na te volgend paradigma beschouwden.
Vandaar ook dat Doré verantwoord is: in de Bijbel zelf zal je geen illustraties moeten zoeken, die zijn er niet. Dus laat de gravure maar waar ze is. Je zorgt nooit ofte nimmer voor valse beeldvorming!
Vind ik ook. Bovendien ging het stukje over literatuur en de verhaalstructuur, dan mag je gerust een illustratie bij het verhaal plaatsen. Dat is iets anders dan de tekst over een historisch feit ondersteunen met een getekende reconstructie.
Ik denk dat ik dat anders zie. De pointe van de humaniora – in dit geval: van het deelgebied dat bekendstaat als oudheidkunde – is dat je het betrekkelijke leert begrijpen van je eigen ideeën. Die zijn ontstaan in het recente verleden, vaak in de negentiende eeuw. De bestudering van het oudere verleden helpt je dat te doorgronden. Kijk naar de Romeinse limes en je snapt hoe negentiende-eeuws je eigen opvattingen over territoriaal begrensde staten zijn. Kijk naar Constantijn en je snapt dat het idee dat je maximaal één godsdienst kunt hebben, niet de enige optie is. Enz.
Ik zeg niet dat onze ideeën verkeerd zijn. Wel dat je ze beter kunt doorgronden. Daarvoor is de confrontatie tussen toen en nu. Het is verkeerd de scherpte daaraan af te nemen met gravures van pakweg Doré, omdat je daarmee het verleden presenteert met de beeldentaal uit het tijdvak dat we juist proberen te vermijden.
Ideetje voor een nieuw boek: hoe de 19e eeuw naar de oudheid keek en de invloed die dat heeft gehad?
Ja, dat zou een idee zijn voor een interessant boek.
En hoe nu verder, ga je plaatjes uit kinderbijbels gebruiken? Je kan ook doorslaan hoor.
Ik zoek naar antieke illustraties. Heb er al twee vervangen.
Inderdaad. Je kunt nog beter moderne – laat ik zeggen: naoorlogse – afbeeldingen gebruiken. Die zeggen tenminste iets over de manier waarop onze tijdgenoten tegen het verleden aankijken. Ik meen begrepen te hebben dat dat het idee was achter de illustraties van AHM.
Persoonlijk vind middeleeuwse, barokke en romantische prenten in een boek over de Oudheid bovendien erg oubollig.
Hoeveel mensen nemen überhaupt de moeite iedere dag een blaadje van een kalender af te scheuren? Als ik zo’n ding zou hebben zou ik waarschijnlijk op 24 april wakker worden om te zien dat ’t ding nog op 5 februari staat. Sinds ik een mobiele telefoon heb hangt er bij mij geen kalender meer aan de muur.
En wat dacht je van de relatie tussen christelijk pietisme en het soefisme.Ik heb een paar jaar geleden in het muziektheater een prachtige “dionysiche”uitvoering gezien van Bach’s passie muziek met wervelende soeffi dansers. Extase , “enthusiasme” overschrijdt historische categorieën.
“Ik zeg niet dat onze ideeën verkeerd zijn”.Wat treurig eigenlijk dat je dit tegenwoordig steeds moet herhalen,merk ik.Enige distantie tegenover onze vooronderstellingen wordt heel snel geïnterpreteerd als post-modern relativisme,terwijl het vaak niets anders is dan” gematigde “scepsis
De beste schismakalender is de Mainzer Beobachter!
“Wist je dat de Maas uit twee bronnen ontspringt op het Plateau van Langres en dat er langs een polderweg bij het piepkleine dorpje Pouilly-en-Bassigny een bronzen plaquette is op een stenen zuil?”
Dat zijn dan de Blauwe Maas en de Witte Maas. Heeft de Maas ook cataracten? Voor je het weet zit je in Nubië, of bij een Obelisk (zonder bronzen plaquette). Alles is oudheid…
Leuke discussie gisteren over verkeerde plaatjes.
Ik bezit een Katholieke gezins-Bijbel met 200 schitterende platen van Gustave Dore.
Nooit de illusie gehad dat het historisch juiste afbeeldingen zouden zijn.
Nooit het idee gehad om er het geloof van 150 jaar geleden uit af te lezen.
Het zijn treffende verbeeldingen van verhalen.
Geen bezwaar tegen het opfleuren van een historische beschouwing met zo’n plaat.
Leve de inconsequentie!