Onlangs bezocht ik Redbad, de vermoedelijk slechtste film die ik ooit zag. Niet eens meer “zó slecht dat het eigenlijk weer onderhoudend is” – gewoon echt slecht. Hoe het Productiefonds geld gegeven kan hebben aan deze draak, is een van de mysteriën van het subsidiecircuit, al wil ik geloven dat de makers een ander script hebben gepresenteerd dan ze uiteindelijk verfilmden. Hoe dat ook zij, ik schreef een blogstukje over het gebrek aan filmische kwaliteit van Redbad en dat had het einde moeten zijn.
Behalve dat een kennis me attendeerde op het boek dat de historici Sven Meeder en Erik Goosmann hebben geschreven over de Friese leider Radboud. (De naam “Redbad” is een moderne poging een Fries ogende naam te geven aan de man die in de middeleeuwse bronnen Radbodus heet.) Redbad. Koning in de marge van de geschiedenis bleek een aangename verrassing, niet alleen omdat het verhaal de moeite waard is, maar vooral omdat de auteurs de lezer serieus nemen en zich niet beperken tot het beruchte “dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen” dat zo vaak doorgaat voor wetenschapscommunicatie. Ze vallen u ook niet lastig met een ellenlange literatuurlijst en zinloze voetnoterij, maar tonen in plaats daarvan, zoals het hoort, het wetenschappelijk proces. Ze schrijven:
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.