Theodoric

Het graf van Theodoric in Ravenna.

Twitter, dat was ooit leuk, tot schreeuwlelijkerds er de toon gingen zetten en Elon Musk er de macht overnam. Evengoed stonden er best leuke dingen, zoals de vier draadjes die de Gentse oudhistoricus Jeroen Wijnendaele in 2021 en 2022 postte over de Late Oudheid. Hier is de laatste, over Theodoric, voor u vertaald in het Nederlands. Het origineel is hier.

***

1. Op deze dag in 526 na Chr., stierf Theodoric. Niet alleen had hij verschillende niet-Romeinse gemeenschappen en krijgsbenden omgesmeed tot één volk, de Ostrogoten, hij had ook Laat-Romeins Italië omgevormd tot het meest formidabele westerse koninkrijk van de vroege zesde eeuw.

Jeugd

2. Theodoric is rond 454 ergens in Midden-Europa (in Pannonië?) geboren, op een moment waarop deze regio verkeerde in een machtsvacuüm. Attila was in 453 gestorven en zijn zonen waren niet in staat het Hunnenrijk bij elkaar te houden. Dat resulteerde in de opstand van verschillende gemeenschappen tegen de Hunse overheersers.

Lees verder “Theodoric”

Een dag in Córdoba

Een Turdetanische dame (Archeologisch Museum van Córdoba)

Ik ben dus in Córdoba, een van de voornaamste steden in Romeins Andalusië. En Andalusië was weer een van de voornaamste provincies van het imperium. De regio stond vol olijfbomen, langs de Guadalquivir waren pottenbakkersovens, de groengele olie ging per schip richting Rome, waar de amforen belandden op een enorme schervenberg. De olie diende als brandstof voor lampjes, als zeep en als smaakmaker in het eten van de mensen. Andalusië moet 52.000.000 liter per jaar hebben geëxporteerd. De geleerde die het allemaal heeft onderzocht, was de op deze blog al eens genoemde Heinrich Dressel.

Antieke stad

Córdoba was ouder. De naam bevat het element qrt, “stad”, wat duidt op Karthaagse aanwezigheid, maar die is archeologisch niet geïdentificeerd. Ik hoorde vandaag een andere etymologie, namelijk dat de naam is afgeleid van Fenicische koteba, “olijfpers”. Ook heb ik gelezen dat achter het woord Cordoba de naam van de stam der Turdetaniërs schuilgaat. (Ik schreef al eens over deze Iberische stam.) Ten westen van de huidige stad is inderdaad een heuvelfort gevonden van de Turdetaniërs, die ook wel worden aangeduid als de Tartessiërs. Volgens mij is dat hetzelfde woord. Ik laat het voor wat het is.

Lees verder “Een dag in Córdoba”

Foto’s van Bodi in Bonn

Glaswerk zoals dat in zesde-eeuwse elitegraven werd meegegeven. Dit schitterende stuk komt uit een graf in Nettersheim.

Ik bromde gisteren dat fotografie op de Bodi-expositie niet was toegestaan. Dat stelde me een beetje teleur. Een expositie die ik anders zeker een 10 zou hebben gegeven, kreeg nu 9. Eén reden is dat ik drie-hoog woon en dientengevolge niet beschik over een tuin om een geldboom op te kweken. Een treinkaartje van €151,80 is voor mij veel geld en dan is het een tikje teleurstellend als ik thuiskom zonder foto’s. De persmap, die er natuurlijk wel is, bood niet wat ik u had willen tonen.

Belangrijker dan mijn persoonlijke bekommernis is dit: de beste reclame voor een expositie is dat u en ik erover praten. “Kijk eens op deze foto wat een mooi glaswerk daar in Bonn is te zien!” Fotografie is in het belang van de bezoeker, die er met anderen over kan praten, in het belang van het museum, dat bezoekers trekt, en in het belang van de oudheidkunde zelf, die groter bereik krijgt.

Lees verder “Foto’s van Bodi in Bonn”

Bodi in Bonn

Bodi’s gouden ring (foto: L. Kornblum. © LVR-LandesMuseum, Bonn)

Ik ging naar Bonn om daar Bodi te zien. Ik zag Bodi. Een laatantieke krijger uit het Rijnland, begraven in Bislich, recht tegenover Xanten aan de Rijn. Een tijdgenoot van de geschiedschrijver Gregorius van Tours, die hem zou hebben aangeduid als een Frank. De grafheuvel van Bodi is in 1972 gevonden op een begraafplaats waar nog 900 mensen lagen. Aan de locatie te zien was zijn graf, dat al was geplunderd in de Middeleeuwen, erg belangrijk; de meeste andere graven waren simpeler. We kennen de naam van Bodi omdat die te lezen stond op een gouden zegelring die de plunderaars hadden laten liggen. Deze krijger was geletterd.

Of presenteerde zich als geletterd. Wat zou het zijn? Daar kun je een redenering over opzetten. Dan veranderen depotvoorwerpen in wetenschappelijke aanwijzingen, dan zie je een puzzel ontstaan en dan wordt het interessant. Het Rheinisches Landesmuseum heeft aan zulke puzzels een expositie gewijd. Het gaat daarbij niet, zoals de naam van de tentoonstelling suggereert, om Das Leben des Bodi, maar in de eerste plaats om de reconstructie van dat leven en in de tweede plaats om de betekenis van dat leven. En het gaat om vragen, niet om antwoorden.

Lees verder “Bodi in Bonn”

IJsonderzoek

Ik geloof dat ik al een paar keer heb verwezen naar oudheidkundig klimaatonderzoek naar ijslaagjes, maar ik heb dat ijsonderzoek nog nooit werkelijk uitgelegd. Laten we daar vandaag eens verandering in brengen.

Het principe lijkt op dat van jaarringonderzoek. Elke winter valt er sneeuw en in het hooggebergte en in de poolgebieden blijft die liggen. Het verandert in een ijslaagje, en dat bevroren hemelwater biedt een aanwijzing voor de samenstelling van de atmosfeer. We beschikken bij mijn weten over drie meterslange boorkernen, alle drie uit Groenland. Daarin zijn bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen te herkennen, want zo’n ontploffende berg stuurt een hoop rommel de lucht in en de sulfaten blijven wereldwijd hangen. Ik herinner me de opwinding – ik denk eind jaren tachtig – toen dit onderzoek begon en men de sporen vond van een enorme uitbarsting in 1614 v.Chr., die destijds werd toegeschreven aan de ontploffende Thera. Die uitbarsting is belangrijk voor de chronologie van het Egeïsche Zee-gebied.

Lees verder “IJsonderzoek”

Koffie met Maarten Larmuseau

Onderzoek naar het DNA van de bewoners van Merovingisch Koksijde (uit: M. Larmuseau e.a, “SYNTAR 13. De genetische en archeologische synthese van een Merovingisch grafveld aan de Vlaamse kust“, 2o23).

Omdat ik werk aan een boek over de vraag waar de innovatie in de oudheidkundige disciplines momenteel zit, spoorde ik een week of twee geleden naar Leuven om koffie te drinken met Maarten Larmuseau. Hij specialiseert zich in genetisch erfgoed. Anders gezegd: hij doet onderzoek naar oud en modern DNA. Larmuseau kan dus uitspraken doen over familieverwantschappen door de eeuwen heen. Of over de vraag of deze of gene leed aan pakweg hepatitis-B. U kunt zijn recente onderzoek naar Beethoven kennen of zijn conclusie dat het aantal buitenechtelijke kinderen in de Lage Landen niet 10% bedraagt – een ooit ingeburgerd idée reçue – maar ongeveer 1½ procent. Hij muntte daarvoor het woord “koekoeksgraad”.

Definitiekwesties

De koekoeksgraad heeft een zeker olala-gehalte en trekt dus de aandacht, maar het brengt ons naar een veel interessantere vraag. Wat is immers een kind? Biologisch gezien gaat het in 1½% van de gevallen niet om de nakomelingen van de ouders, maar dat hoeft verder niets te betekenen. Het kan evengoed gaan om iemand die de status, rechten en achternaam erfde van de moeder en haar echtgenoot. Afgezien van de moeder hoeft niemand ervan geweten te hebben en als men het wel wist, hoefde het niet uit te maken. In de Middeleeuwen kon een bastaard worden geëcht.

Lees verder “Koffie met Maarten Larmuseau”

De Chauken (2)

Masker uit Middelstum (Museum Wierdenland, Ezinge)

[Tweede deel van een artikel over de Chauken. Het eerste is hier.]

De eerste terpen en wierden zijn ontstaan in de vijfde eeuw v.Chr. Ze werden sindsdien steeds verder verhoogd en vergroot. Stond er aanvankelijk één boerderij, later konden er diverse huizen staan (zoals in Ezinge) of zelfs hele dorpen (bijvoorbeeld Feddersen Wierde). De vergroting was deels doordat de bewoners actief klei neerlegden, maar ook doordat allerlei soorten afval en mest bleven liggen. Dat verklaart waarom terpenaarde zou vruchtbaar is en men in de negentiende en vroege twintigste eeuw de kunstmatige woonheuvels ging afgraven.

Chauken en Romeinen

De eerste keer dat de Chauken in de geschiedenis opduiken, is als de Romeinse generaal Drusus ze onderwerpt. Volgens Cassius Dio, wiens verslag dateert uit de derde eeuw na Chr., gebeurde dit in 12 v.Chr.; Drusus’ tijdgenoot Titus Livius plaatst het een jaar later, maar dit deel van zijn geschiedwerk is alleen over in uittrekselvorm en niet per se betrouwbaar. Enkele jaren later, in 5 na Chr., dwong Drusus’ broer, generaal Tiberius (de latere keizer), de Chauken tot het betalen van een schatting. Velleius Paterculus was ooggetuige:

Lees verder “De Chauken (2)”

Migratie in de Arabische wereld

Rotstekeningen als deze, met een ruiter met een kudde, documenteren Arabisch nomadisme en migratie (Wadi Rum).

Het verhaal van de Arabische migraties is steeds hetzelfde: een groep nomaden trekt van het zuiden van het Arabische Schiereiland langs de Wierookroute naar het noordwesten en vestigt zich in de Levant. Wellicht kent u de Midjanieten die (volgens het Bijbelboek Richteren) de tegenstanders waren van Gideon. Die verjoeg ze. Latere migraties waren succesvoller. De Nabateeërs vestigden zich rond Petra en verdreven de Edomieten naar de randen van de Negevwoestijn. De Itureeërs vonden nieuwe woonplaatsen in de Bekaavallei. In de Late Oudheid kwam uit Jemen een stam aan die zich in Syrië bekeerde tot het christendom en nog steeds bestaat in de vorm van de Libanese maronieten.

Migratie volgde op migratie. Een beetje voorspelbaar. Ook de verhalen zijn vaak hetzelfde. Steeds is er een natuurramp in Jemen waardoor steeds mensen op drift raken. Die verlaten dan steeds het Arabische Schiereiland op zoek naar een beter woongebied. Het is een standaardverhaal, een sjabloon. Wat de vraag oproept wat er feitelijk waar is.

Lees verder “Migratie in de Arabische wereld”

Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

Alexandrië in Brussel

Maquette van de Vuurtoren van Alexandrië (Dieter Cöllen)

In de loop van het eerste millennium v.Chr. schoof het bestuurlijk zwaartepunt van Egypte steeds verder naar het noordwesten: Memfis, Sais en uiteindelijk, na 331 v.Chr., in toenemende mate Alexandrië. De stad zou nog eeuwenlang de hoofdstad zijn van Egypte. Als antiek cultureel centrum is Alexandrië alleen vergelijkbaar met Babylon, Thebe, Athene en Rome. Ik heb weleens gelezen dat er in de inmiddels alweer vele eeuwen Arabisch sprekende havenstad nog een Griekstalige minderheid is, die een beetje neerkijkt op de parvenu’s in de staat Griekenland. Of het waar is laat ik in het midden, maar historisch bezien is Alexandrië én een stad van diverse culturen én, tussen die culturen, trots Grieks. Al zou een auteur als Appianus liever zeggen: Macedonisch.

Expositie

In Bozar, op de Kunstberg in Brussel, loopt alweer enige tijd de expositie Alexandrië, vervlogen toekomsten. De tentoonstelling is verdeeld over enkele thema’s, waarvan het eerste voorspelbaar is: Alexander de Grote. Nu heeft die meer steden gesticht. Het buitengewone succes van het Egyptische Alexandrië komt natuurlijk vooral doordat het exceptioneel gunstig lag, in het deel van de Nijldelta waar het economische en bestuurlijke zwaartepunt al was. Onderschat ook de rol van de Ptolemaïsche vorsten niet.

Lees verder “Alexandrië in Brussel”