[Ik doe het zelf even wat rustiger aan en geef het woord aan mijn vader Ben Lendering, die vertelt wat hij als kind in de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Het eerste deel is hier en een overzicht is daar.]
Ons huis was dus helemaal donker, ik geloof dat alleen in de keuken nog een ruitje heel was. Om in de voorkamer wat licht te krijgen haalde mijn vader de ruit uit de boekenkast en met wat latten en planken zorgde hij ervoor dat we tenminste weer naar buiten konden kijken. Dat heeft zo wel een paar maanden geduurd. Want ook de glasfabrieken moesten natuurlijk weer opgestart worden en er was na de oorlog heel veel glas nodig.
Heel grappig was hoe we de eerste weken te eten kregen. Er waren nog geen winkels open waar je eten kon kopen. Bovendien hadden heel veel mensen nog geen werk en dus geen inkomen. Nu was er ondertussen iets heel merkwaardigs gebeurd. Tijdens de oorlog hadden heel veel mensen erg veel geld verdiend met zaken die eigenlijk niet mochten. “Zwarte handel” noemen ze dat. Van dat verdiende geld was natuurlijk geen belasting betaald en daarom besloot de minister van financiën al het geld van de ene dag op de andere waardeloos te maken. Pas later zouden de mensen het geld terugkrijgen, wanneer was uitgezocht hoe ze er aan gekomen waren en de belasting was betaald. Het geld werd “geblokkeerd”. En iedere Nederlander kreeg toen een tientje. Mijn vader kreeg dus zeven tientjes, want we waren met vijf kinderen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.