Ik zou graag eens de aandacht willen vestigen op één van de kleurrijkste schrijvers uit het Nederlands taalgebied, omtrent wie de laatste twintig jaar weinig meer gehoord wordt. Louis Paul Boon, chroniqueur van de arbeidersstrijd in Oost Vlaanderen. Of meer uitgebreid: chroniqueur van het leven van het gewone volk van de Middeleeuwen tot heden. Hij maakte dat leven aanschouwelijk door in Wapenbroeders het Middeleeuws verhaal Van den vos Reynaerde na te vertellen. Hij schreef historische romans over de Geuzentijd, de bokkenrijders en het Daensisme aan het eind van de 19e eeuw. Maar zijn magnum opus is De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren. Deze laatste romans wil ik graag met deze beschouwing aan de vergetelheid ontrukken.
Romans in de klassieke zin van het woord zijn het niet. Het zijn eerder collages of raamvertellingen, maar het feit dat er door alle verschillende verhalen een rode draad loopt, rechtvaardigt de term “roman”. De roman wordt bevolkt door personages in hetzelfde buurtje die elkaar dagelijks ontmoeten en becommentariëren. Ieder personage is op één of andere manier wel auteur.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.