Zomertijd, de akelige gevolgen

Hoe de zomertijd mijn slaapritme verstoorde
Hoe de zomertijd mijn slaapritme verstoorde

Ik blogde ruim een maand geleden over de invoering van de zomertijd en schreef dat er geen argumenten waren om de klok te verzetten. Ik schreef toen:

De New Scientist somde de problemen dit weekend allemaal nog even op. Lees maar hier: dat er energie zou worden bespaard, is kwestieus en de nadelen zijn reëel. De verandering van dagritme vergroot bijvoorbeeld het risico op hartaanvallen. Meer informatie hier. Die nadelen zijn bovendien al heel lang bekend: dit stuk op Kennislink is alweer negen jaar oud.

Maar je bent er dus, zo luidt het laatst-overgebleven argument, “na een paar dagen wel aan gewend”. En ook dat is dus onwaar. Ik verwees vorige maand naar wat Till Roenneberg er in zijn boek Het innerlijke uurwerk (bespreking ) over vertelde: ochtendmensen passen zich grotendeels aan, avondmensen zeer ten dele.

Lees verder “Zomertijd, de akelige gevolgen”

Vertraagd slaapritme

Het delayed sleep phase syndrome, waarover ik al eens eerder blogde, houdt in dat je biologische klok enkele uren achterloopt bij die van andere mensen. Wie ermee kampt en bovendien (zoals de meeste Nederlanders) een kantoorbaan heeft, beweegt zich weinig alert door de ochtendspits, doet zijn werk minder efficiënt dan zijn collega’s, houdt zich op de been met sloten koffie, is ’s avonds ineens vol energie, valt pas om drie uur in slaap en wenst de wekker om zeven uur ’s morgens naar de hel.

Vier uur slaap per nacht is te weinig. Mensen met DSPS halen het meestal in de weekends in, maar vaak zijn ze zondagavond nog altijd niet uitgerust. Dat vergroot de kans op enkele ernstige en minder ernstige kwalen en kwaaltjes.

Lees verder “Vertraagd slaapritme”